Tussen de kleine zoogdieren en grote vogels die de uitgestrekte en dichtbegroeide regenwouden van het vroeg Eoceen (55,8- 48,6 miljoen jaar geleden) bevolkten leefde een klein roofdiertje genaamd Miacis, de voorouder van de Feliforma, de onderorde waartoe behalve de Katachtigen ook de Hyena's, Civetkatten en mongoesten behoren.
Dit diertje was een boombewoner, hij zag er uit als een soort wezel en joeg in de bomen op kleine zoogdieren en vogels. Miacis rende over de takken en sprong van tak tot tak, hij kon dit door de flexibele schouder -en ellebooggewrichten. Hij at kleine dieren, muizen, vogels en hagedissen, en misschien ook vogeleieren, insecten en vruchten. Bijzonder aan Miacis is dat hij erg veel tanden en kiezen had, 44 in totaal. Bij zijn nakomelingen slonk het aantal tanden geleidelijk, de sabeltandkat Smilodon bijvoorbeeld had er nog 22 (inclusief sabels). Miacis was ca. 20 cm lang en woog nog geen 1 kilogram.
|
 |