1171

Egypte (ca. 3032 - 2890 v. Chr.) (1e dynastie)

  Naqada lll (0-de dynastie) (3150 - 3032 v. Chr.)

Aan het eind van de 30e eeuw voor Chr. begint de Vroeg-dynastische periode, die de 1e t/m 3e dynastie omvat ( ± 2920 - 2575 v. Chr.) 

De koningen van de 1e dynastie lieten elk twee graven aanleggen, één te Sakkara bij Memphis en één in Abydos bij This. De 1e dynastie zou van 3032 tot 2890 v. Chr. over het Oude Egypte hebben geregeerd. Ze wordt vaak samen met de 2e dynastie (2890 -2650 v. Chr.) gerekend tot de Thinitische periode, waarin This of Thinis de belangrijkste stad van Egypte was.

De stad Abydos lag op de Westelijke Nijloever ligt en stond ook bekend als Abdjoe of Abedjoe, Abydos was al in de Pre-dynastieke periode (Naqada) een vrij belangrijke stad en zal door de hele geschiedenis heen belangrijk blijven. Vooral in de Thinitische Tijd (1e en 2e dynastie) zal ze een hoogtepunt bereiken, als de farao's bij de stad worden begraven. Ook in het Oude Rijk blijft ze van groot belang. Opmerkelijk is het (enige) beeldje van Cheops dat hier gevonden is. Vanaf het Middenrijk wordt de stad verbonden met de cultus van Osiris. De stad blijft van cultureel belang in het Nieuwe Rijk en talrijke tempels worden opgericht. .Abydos - Wikipedia

1400 jaar zouden de dragers van de dubbele kroon heersen over Egypte: eerst vanuit de door Menes gebouwde nieuwe hoofdstad Memphis (bij Caïro), later vanuit Thebe, 550 kilometer zuidelijker. This in het zuiden bleef tegelijkertijd het regeringscentrum van het zuiden. 

 

Memphis was gebouwd op een eiland in de Nijl, zodat deze stad beter te verdedigen was Behalve deze stad stichtte Menes ook de stad Crocodopolis. Hij streed tegen de Nubiërs in het zuiden en breidde zijn machtsgebied uit tot aan het eerste cataract.

In Memphis werden vele tempels gebouwd. De beroemdste was gewijd aan Ptah, de god van de stad Memphis en de god van de wetenschap. Later zou het land de naam van deze god krijgen: de naam Pta werd door de Grieken geschreven als Aigyptos

De Sfinx van Gizeh moet omstreeks 3000 v. Chr. zijn gebouwd. De Sfinx bevat geen inscripties die naar een bepaalde tijd verwijzen, maar op grond van de verweringen en de sporen van erosie, die niet blijken zijn te veroorzaakt door grondwaterstromen of de uitlogende werking van door verdamping gevormde zoutkristallen of iets dergelijks, maar door regenval. Dit impliceert dat de Sfinx gebouwd moet zijn door een cultuur die vooraf ging aan de oudst bekende cultuur van Egypte. 

Links: de Sphinx (foto Bert Woudstra, 2009)

Een dergelijke cultuur zou dan echter ook elders sporen moeten hebben achtergelaten.  Geologische onderzoekers onder leiding van Robert Schoch van de Boston University menen op de sporen van deze cultuur te zijn gestuit. Het gaat daarbij om stenen restanten die zijn ingesloten in de graftombe van koningin Khentkaus in Gizeh en een sterk verweerde kamer die is ingesloten inde noordelijke piramide bij Dahsur. Schoch concludeert daaruit dat de oudst bekende Egyptische culturen gebruik maakten van eerder opgerichte bouwwerken. Hij schat deze bouwwerken, waartoe hij ook de Sfinx-tempel rekent (die uit dezelfde tonnenzware kalksteenblokken is gebouwd als de Sfinx zelf) minimaal 5000 jaar oud. (NRC, 2 dec. 2000; p. 49)

Koningen van de Eerste dynastie

Aha (Horus-Aha; Hor-Aha) (3032 - 2999)

Deze koning, ook vermeld als Menes, Min of Meni, wordt soms verward met Narmer

Menes' hoofdvrouw was koningin Berenhib, hoewel zij niet de moeder was van zijn erfgenaam en troonopvolger Djer. Zijn moeder was Neithotepe
Menes' dood is een mysterie. Volgens een legende werd hij gedood door wilde honden en nijlkrokodillen in Fayoum. Hij werd bijgezet in zijn graftombe bij Saqqara, de necropolis bij Memphis. Hij was 63 jaar toen hij stierf.

Hij liet in Saïs een tempel bouwen voor de godin Neith en voor zijn moeder Neithotepe een graf aanleggen bij Nakada. Horus-Aha, wordt vaak samen met Narmer gehouden voor Menes, de koning van Memphis, die de Nubiërs versloeg en Egypte uitbreidde tot de eerste cataract bij Aswan. 
De instelling van het zonnejaar van 365 dagen gaat waarschijnlijk op hem terug. Gebeurtenissen uit die tijd worden vermeld op labels, die aan vaatwerk worden bevestigd.

Djer (Zer) (Horus Djer (Itit), 2e of 3e heerser van de 1e dynastie (ca. 2999 - 2952 v. Chr.)
Horus-Aha (Narmer, Menes ?)
werd opgevolgd door zijn zoon Djer

Over het leven van deze koning zijn vrijwel geen details bekend, tenzij de verklaring van Manetho dat hij 57 jaar regeerde. Volgens de chronologie van Jürgen von Beckerath regeerde hij slechts circa 2 jaar (3000-2999 v. Chr.). Waarschijnlijk is hij op jonge leeftijd aangesteld als koning, waarbij het eigenlijke bestuur in handen was van zijn grootmoeder Neith-hotep. Net zoals zijn voorganger Hor-Aha werd hij begraven in de heilige plaats Abydos. In de buurt van zijn graf ligt een ander, dat waarschijnlijk toebehoorde aan zijn echtgenote Merneith, moeder van de latere koning Den en zelf mogelijk regentes voor deze laatste tijdens zijn jeugd.

Djer ondernam mogelijk een expeditie naar Zuid-Palestina en drong in Nubië door tot de tweede cataract. Hij  leverde ook strijd tegen de Lybiërs. Zijn graftombe bij Abydos werd later als het graf van Osiris vereerd. 

Merit-Neith (Merneith, Meryetneith), de dochter van Djer, regeerde een tijd lang als regentes voor haar minderjarige zoon 

Wadji (Wadj, Wadjit, Uadji, Djet) (2952 - 2939)

Van Wadj, de opvolger van Djer is weinig bekend. Waarschijnlijk was hij de zoon van Djer, maar een bewijs daarvoor is er niet. Zijn grafzuil werd gevonden nabij Abydos, waar hij wer begraven. Djet was de eerste koning die het symbool van Horus met de dubbele kroon van het zuiden en noorden gebruikte.

Ivory label depicting the pharaoh Den, found at his tomb in Abydos, circa 3000 BC. Originally attached to a pair of royal sandals, which is depicted on the reverse. The side shown here depicts the pharaoh striking down an Asiatic tribesman along with the inscription "The first occasion of smiting the East". EA 55586.

Den (Dwen) (2939 - 2892), 4e koning van de 1e dynastie was een zoon van
Merit-Neith (Merneith, Meryetneith) en Djet. Vanwege zijn jonge leeftijd trad zij enige tijd op als regentes. Den is ook bekend onder de naam Oedimoe (Udimu). Hij nam de titel koning van Opper- en Neder-Egypte aan. Hij verliet de bedoeïenenstammen van het Sinaï schiereiland. 

 

 
Anedjib (2892 - 2886), de 5e heerser van de 1e dynastie

Van deze koning is vrij weinig bekend, omdat hij weinig sporen heeft achtergelaten. Zijn Horus-naam is Anedjib ("Veilig is zijn hart") zijn Nebti-naam is Merepbia en is ook wel bekend als Merbapen. Volgens de chronologie van Jürgen von Beckerath Chronologie des pharaonischen Ägypten regeerde hij 6 jaar (2892-2886 v. Chr.) volgens anderen regeerde hij 10 tot 12 jaren en is bekend dat hij zijn Heb-sed festival heeft gevierd. Zijn echtgenote was Betrest en zijn opvolger was zijn zoon Semerchet. Deze heeft ook een tijd in de plaats van Anedjib geregeerd.

Anedjib kwam als een oude man al aan de macht, omdat zijn voorganger Den al heel lang had geregeerd. Volgens bronnen uit die tijd regeerde Anedjib over Egypte in een tijd van politieke instabiliteit. Er ontstonden conflicten over de dynastie in Opper- en Neder-Egypte, waarschijnlijk omdat ze (Anedjib kwam uit This bij Abydos) zich niet vertegenwoordigd voelden als landsdelen. Hij kreeg te maken met opstanden in Neder-Egypte. Verscheidene potten zijn gevonden die eerst de naam van Anedjib droegen maar later waren uitgewist door Semerchet.

Het graf van Anedjib was niet groot in vergelijking met dat van de andere farao's van deze dynastie. Het was volledig van hout gemaakt en wordt beschouwd als de slechtst gebouwde tombe van de eerste dynastie. Er zijn op verschillende plaatsen wel zegelafdrukken gevonden.

Semerchet (Semerkat) (2886 - 2878)

Zijn naam betekent "Wijze vriend". Andere namen zijn Semesem of Semesoe en zijn geschreven in een cartouche. Koning Semerchet kwam aan de macht in een roerige tijd. Volgens Manetho was Semerchet een usurpator die de troon had bemachtigd van Anedjib. Hij probeerde de naam van Anedjib te verwijderen van voorwerpen en beelden. Zijn eigen naam werd later echter weggehaald van de Sakkara koningslijst. Het is hem gelukt om een veel grotere tombe dan zijn voorganger te bouwen ondanks zijn magere negenjarige regering. Hij is bekend van twee contemporaine artefacten en van de Palermo-steen annalen.

De duur van zijn regering wordt door Manetho op 18 jaar geschat. De Palermo-steen geeft Semerkhet 8½ jaar regering. De koninklijke naam werd geschreven in een Serekh die bewaard is gebleven. Zijn vader was farao Anedjib en zijn moeder was waarschijnlijk Betrest. Een vrouw waar we niet veel informatie over hebben. Er zijn een paar gebeurtenissen bekend, festiviteiten voor het vereren van zijn ouders en van de god Sokaris.

Qa'a (Qaä) (2878 - 2853)

Qaä is de laatste koning van de 1e dynastie. De koning is bekend onder Bieneches door Manetho of als Qa-a, Ka-a of Qaa-Hedjet. Zijn naam betekent zijn arm is geheven. Zijn Nebti-naam is Sen Nebti wat betekent broer van de twee landen

Qa'a is een vrij onbekende koning met weinig bronnen. Manetho geeft hem een regering van 25 jaren. Dit wordt bevestigd door de grootte van zijn grafplaats in Abydos. Een zegel met de naam van Hotepsechemoei is gevonden bij de ingang van de tombe van Qa'a in 1990. Deze vondst geeft een bevestiging dat na de dood van Qa'a, Hotepsechemoei zijn opvolger was. Uit een tombe van een zijn hoge officieren kon men opmaken dat Qa'a een tweede Heb-Sed-festival heeft gevierd. Hieruit blijkt dat de tijd van Qa'a redelijk stabiel en welvarend moet zijn geweest.

Qa'a was een broer van de vorige koning, Semerchet. Qa'a zag in hem een rivaal en nam de regering over. Het is bekend dat hij een order gaf om de namen van zijn voorganger te beschadigen.

Egypte - Vroeg-dynastische periode - 2e dynastie (2890 - 2650 v. Chr.)

laatst bijgewerkt: 21-07-08

colofon