2481

(U)Trecht (47 - 800)

 Romeinse nederzettingen in de Lage Landen; Steden in de Middeleeuwen

Utrecht (Trajectum) was oorspronkelijk een Romeins castellum en werd gesticht in het jaar 47 na Chr. door de Romeinse generaal Corbulo die zich voorbereidde op een aanval ten noorden van de Rijn, die de grens vormde van het Romeinse rijk. Corbulo kreeg echter de opdracht van keizer Claudius om de door de Romeinen veroverde gebieden te beschermen, tegen invallen van de "barbaarse" Bataven. Corbulo begon zich (eerst met tegenzin) na dit bevel te richten op zijn taak en begon forten en hun garnizoenen te organiseren. Door het bevel van keizer Claudius werd Corbulo de stichter van Trecht. Trecht doet hier mee haar intrede als een reeks van vestigingen langs de rijksgrens van het Romeinse rijk.

Als Trecht is Utrecht eerst bekend. De naam Utrecht komt pas na 870 voor om een onderscheid te maken met een andere Trecht namelijk Maastricht, dat bij dezelfde gelegenheid als Boven-Trecht tegen Uut-Trecht = Beneden-Trecht gesteld wordt. Trecht dankt haar naam aan het feit dat er bij de plaats Trecht een doorwaadbare plaats in de rivier was. Deze oversteek plaats – misschien was er wel een brug -, in het Latijn ‘trajectum’ en in de volkstaal Trecht. De Biltstraat is door de Romeinen aangelegd als een verharde weg. Het was een belangrijke handelsweg naar het oosten.

Na de oorlogsexpeditie die de Frankische koning Dagobert I (629-639) in 628 tegen de Friezen breidde hij het Frankische gezag uit tot aan de Rijn over de Betuwe, (U)Trecht en Hamaland. In de door hem veroverde nederzetting (U)Trecht richtte hij een kerkje op, van waaruit het bekeringsproces van de Friezen zou gebeuren.  Lage Landen (600-700)

 

Op de puinstenen van het oude Romeinse castellum in Trecht bouwden de Franken de muren weer op. Ook bouwden zij er een kerkje, gewijd aan St. Martinus (St. Maarten), het eerste kerkje in de Lage Landen. Dit gebeurde in het jaar 630.

Uit Engeland en Ierland liet Dagobert evangeliepredikers overkomen om de heidense Friezen door hen te laten bekeren tot het Christendom, niet omdat Dagobert zo'n vroom Christen was, maar om de Friezen gemakkelijker te kunnen onderwerpen, want wie gekerstend was, onderwierp zich tegelijk aan de enige Christelijke vorst in deze streek: Dagobert, de koning der Franken. 

Twintig jaar later (ca. 650) werden de streken echter weer terug veroverd door de Friezen. De kerk werd hierbij vernietigd. 

Nadat Pippijn Il van Herstal, de hofmeier van Austrasië, de Friese koning Redbad (689) had verslagen en de streken rondom Dorestad en Utrecht weer had terugveroverd op de Friezen, keerde de rust in deze gebieden terug. Redbad was de zuidelijke zeelanden, het land ten zuiden van de (Oude) Rijn en Dorestad kwijtgeraakt aan de Franken, maar behield (U)Trecht en het gebied langs de Vecht. In 695 nodigde Redbad Willibrord, die inmiddels was uitgeroepen tot aartsbisschop der Friezen, uit naar Trecht terug te keren en Redbad toonde zich zelfs zich bereid zich te laten dopen, maar op het laatste moment bedacht Redbad zich. Willibrord vestigde zich n 703 of 704 in Trecht en liet het door de Friezen verwoeste kerkje van Dagobert I herbouwen en stichtte nog een tweede kerk (gewijd aan Sint Salvator). Toen Redbad na de dood van Pippijn ll in 714 in opstand was gekomen en hij zijn verloren gebieden weer terugveroverde op de Franken, week Willibrord uit naar de abdij van Echternach en keerde pas weer terug nadat de nieuwe hofmeier Karel Martel de gebieden weer had terugveroverd (719) Na de dood van Willibrord in 739 werd Bonifatius waarnemer in het bisdom. In 751 wijdde hij Pippijn in tot koning Pippijn lll. ( Frankische Rijk (711 - 768)). 

rechts: Willibrord arriveert in Trecht

(U)trecht (800 - 1100)

Gemaakt: 26 - 03 -05