2407 |
Lage landen (1000 - 1100) 2 |
![]() In 1000 vielen de Lage Landen officieel nog steeds onder het Duitse keizerrijk, dat geregeerd werd door keizer Aan het begin van de 11e eeuw werden de Lage Landen, net als in een groot deel van Europa, geteisterd door hongersnood. Een monnik, Aan het begin van de 11e eeuw trokken de Noormannen nog plunderend en brandschattend door de Lage landen, maar deze plunderingen waren een afnemend verschijnsel. Alpertus van Metz zag in 1006 waarschijnlijk één van de laatste Scandinavische veroveringstochten. "Met een talrijke vloot verschenen plotseling zeerovers van veraf gelegen eilanden in de oceaan. Met grote snelheid waren zij de Merwede opgevaren tot voor de handelsplaats Tiel." De bevolking zette het op een lopen en liet al het bezit na aan de "barbaarse vreemdelingen". De Noormannen trokken in Tiel ongehinderd de Sint-Walburgskerk binnen en roofden de misgewaden. Ook plinderden zij het altaar. "De nederzetting Tiel werd platgebrand en alleen de kerk bleef gespaard." In de Tielse kroniek staat ook 1007 vermeld als een jaar waarin de stad "andermaal in brand werd gestoken en geplunderd." Alpertus van Metz weet zich in Tiel omringd door "ruwe lieden" die "geen enkele tucht gewend zijn. (...) Vroeg in de morgen houden ze drinkgelagen, en wie daar dan met de luidste stem smerige praatjes uitslaat om het domme volk aan het lachen te maken en aan te sporen om wijn te drinken, oogst grote lof bij hen." Ruw was ook de lichaamsgeur. Een bad nemen werd gezien als een decadente bezigheid. In een niet nader aangeduid klooster in Engeland waren de monniken verplicht vijf keer per jaar en bad te nemen. Een voorschrift dat beschouwd werd als een wel erg fanatieke hygiënische maatregel. De mensen namen het toen niet zo nauw met de persoonlijke verzorging. Opgravingen van de ontlasting suggereren dat mensen - die mos gebruikten als toiletpapier - permanent aan de diarree waren. Vliegen hadden vrij spel: ze vlogen van de latrine die bij de achterdeur stond naar de keuken en terug. Viel voedsel tijdens de maaltijd op de grond, dan werd het rustig weer opgepakt. Vervolgens sloeg de, sterk bijgelovige middeleeuwer een kruis over het eten om het risico van eventuele infecties met behulp van de Heer tot een minimum te beperken. Het leven had in die tijd de overzichtelijkheid van dat van een dierenbestaan. Mensen werden geboren, leefden veelal op dezelfde plek, jaagden op voedsel, plantten zich voort en gingen dood. Mannen haalden als ze mazzel hadden een leeftijd van zo'n 47 jaar, een paar jaar meer dan vrouwen. laatst bijgewerkt: 26-07-02 |