2868
Pertinax (193)
|
2868 |
Pertinax (193) |
|
  Commodus (180-193 n. Chr,)Nadat keizer Commodus in de nacht van 31 december op 1 januari 192 na 12 jaar wanbestuur door zijn minnares, zijn kamerheer en het hoofd van de keizerlijke garde was vermoord, spoedde het hoofd van de keizerlijke garde zich nog diezelfde nacht naar het huis van de oude, maar vooraanstaande senator Pertinax en deelde hem mee dat de pretorianen Pertinax hadden uitverkoren om het keizerschap over te nemen.
Een groter contrast dan tussen Commodus en Pertinax leek nauwelijks denkbaar. Na de jonge, verwende, verkwistende, bloeddorstige en aan allerlei wanen lijdende tiran kwam nu een oude, sober levende, nuchtere en ordelievende regent. Dezelfde dag nog begaf Pertinax zich naar het pretorianenkamp, want hij besefte dat hun steun nog belangrijker was dan die van de senaat. Het was de eerste dag van het jaar en dus een feestdag. Weinig soldaten waren in het kamp aanwezig en Pertinax ging van een grote menigte burgers vergezeld, die opgetogen waren over de dood van de tiran Commodus. Op 1 januari 193 werd de 66-jarige Links: senator Pertinax |
 |
 |
De pretorianen waren even geïntimideerd en juichten de nieuwe keizer plichtsgetrouw toe. Bovendien beloofde de oude man hen een mooie som geld: 12.000 sestertiën voor elke soldaat en naar ratio méér voor hun officieren. Zulke beloningen smaakten naar meer. Sinds de regering van links: Pertinax |
|
De goedwillende nieuwe keizer had echter één groot probleem: in de schatkist van zijn vermoorde voorganger trof hij slechts 1 miljoen sestertiën aan, een fractie van het bedrag dat hij nodig had om zijn beloftes te kunnen inlossen. Pertinax ging er nu toe over allerlei goederen en kostbaarheden, slaven en slavinnen van Commodus bij opbod te verkopen, maar kon de vereiste sommen voorlopig niet bijeenschrapen. Weken gingen voorbij en de pretorianen morden openlijk. De uitbarsting kwam toch nog onverwacht, toen op 28 maart 193 een paar honderd pretorianen het keizerlijk paleis binnendrongen. Zij stuitten nauwelijks op verzet van van de aanwezige lijfwachten. Pertinax probeerde de muiters nog toe te spreken. Tot de opstandige soldaten sprak hij zijn laatste woorden: "Mijn dood stelt niets voor, want ik ben al een oude man, die lang genoeg geleefd heeft." Daarop stormde één hunner naar voren en boorde zijn zwaard in het lichaam van de oude man. Met het afgehakte hoofd van de keizer op een speer haastte de troep zich vervolgens terug naar het kamp.
laatst gewijzigd: 28-08-02 |
