10083 |
Vuilnisophaaldienst en riolering |
![]() |
![]() |
De meeste tekeningen, prenten en schilderijen tonen ons een rustig, fraai en schoon Amsterdam. Alle storende elementen werden zorgvuldig weggelaten. Wie zou ook een schilderijtje van een vies, smerig straatje aan de wand willen hebben ? Amsterdam was vuil, tot in alle hoeken en gaten. Overal, vooral bij de bruggen lagen puinhopen en mestbelten. Dat mocht zomaar. |
Op sommige plaatsen waren boven de gracht grote vuilnisbakken aangebracht, maar meestal ging het vuil niet erin, maar ernaast of in de gracht. Zoveel, dat het vuil op sommige plaatsen boven het water uitstak. De grachten stonden toen nog in open verbinding met het IJ. Op het ritme van eb en vloed werden de grachten schoongespoeld, maar maar dat was volstrekt onvoldoende om de grachten echt schoon te maken. In de grachten van de dichtbevolkte Jordaan kwam nooit vers water. Daar loosden de vele fabriekjes bovendien hun afvalwater ook nog op de grachten.
Hierin kwam enige verandering door de oprichting van een vuilnisophaaldienst door Dr. Sarphati. Deze reinigingsdienst zorgde echter alleen voor het ophalen van het huisvuil en niet voor het schoonmaken van de straten. Dat wordt nog steeds aan de bewoners overgelaten. Het bleef dus op straat een vieze bende. Wel werden er de meest smerige grachten gedempt. Maar dat was natuurlijk niet voldoende. Dat bleek wel in 1866, toen er opnieuw een cholera-epidemie uitbrak, waaraan meer dan 1100 Amsterdammers stierven. Het was iedereen duidelijk dat ook in Amsterdam een betere riolering moest komen. De deftige grachtenpanden waren voorzien van beerputten. Die werden via riolen op de grachten geloosd. Veel huizen hadden echter geen degelijk gemetselde beerput. Deze waren letterlijk op mestkuilen gebouwd. |
|
In andere buurten hadden heel wat huizen geen afvoer op een beerput. De bewoners hiervan moeten zich behelpen met een emmer of een tonnetje. 's Avonds reed de "beerkar" (de mensen zeiden "de boldootwagen") door de straten om de volle emmers te legen. Waar die kar niet kon komen gooide men het vuil gewoon in de gracht of in de goot. laatst bijgewerkt: 05-08-02 |