10.702 Nederlands-Indië (1813 - 1825)
Nederlands-Indië (1800 - 1813)

Toen de Nederlanders na de val van Napoleon terugkeerden in Indonesië was de situatie totaal veranderd. De tijd van grote winsten op specerijen was voorbij. De handel in Chinees porselein en Indiase stoffen bracht te weinig op. De tijd van plantages was aangebroken. Producten als koffie, thee, suiker, tabak en later rubber en aardolie werden gevraagd op de wereldmarkt. Het binnenland werd opengelegd. Er kwamen wegen en spoorlijnen. Op gezag van Koning Willem I trokken schilders en tekenaars het immense rijk door en legden alles vast wat ze tegen kwamen in prenten en schilderijen en later foto's. In de tijd van de VOC werd het bezit verdedigd vanuit forten langs de kust op strategische plaatsen bij rivieren en havens. Nu moest het binnenland worden beheerst met bentengs (fortjes) op de kruisingen van wegen. Er waren ook veel meer ambtenaren nodig want het te beheren gebied was veel groter. Terwijl de macht van de inlandse vorsten werd beknot. Dat leidde tot grote botsingen zoals bij de opvolging van de sultan van Djokjakarta. De Nederlanders wezen een andere heerser aan dan de verwachte Dipo Negoro, broer van de overleden sultan. De Java oorlog was het gevolg. Het verzet van Atjeh leidde tot een bloedige oorlog (Atjeh-Oorlog) die jaren duurde. 
De inwoners van Nederlands-Indie werd ook belasting opgelegd. Dat ging op listige wijze via het zogenaamde Cultuurstelsel. De Nederlanders bepaalden welke producten nodig waren voor de handel en de inlandse boeren werden gedwongen om een deel van hun akker te bebouwen met de gewenste producten ter waarde van vijf gulden per jaar per hoofd van de bevolking. Op dat moment een forse ingreep in het bestaan van de Indonesiërs, achteraf gezien het begin van een ommezwaai in de landbouw waarmee de basis werd gelegd voor latere welvaart. Net als in de tijd van de VOC werd er naar gestreefd de concurrentie uit te schakelen. De Nederlandse Handel Maatschappij werd opgericht en deze instelling kreeg het monopolie in "koloniale waren" uit Indië. Het bestuur van de immens grote kolonie was in handen van een beperkt aantal ambtenaren. Hetzelfde gold voor de handhaving van de orde. Er waren te weinig militairen en politieagenten. De Nederlandse overheid in Indië zocht dan ook opnieuw contact met gezagsgetrouwe inlandse vorsten ter ondersteuning van het bewind. Het gevolg was dat veel Indonesiërs twee heren moesten dienen, dubbel belasting betalen en aan veel willekeur werden onderworpen. Een situatie waar de ambtenaar-schrijver Multatuli zo verontwaardigd over was. Daarnaast zocht men naar inlandse militairen en ambtenaren. Geen eenvoudige zaak omdat de VOC zich nooit had bekommerd om de scholing van de bewoners in de Compagniesgewesten. Met uitzondering van de Molukken. Als gevolg van het kruidnagelmonopolie was dat gebied al eeuwen als echte kolonie in bezit genomen. Veel Molukkers spraken Nederlands, waren Christen en hadden een schoolopleiding gevolgd. Omdat de specerijenhandel vrijwel tot stilstand was gekomen, met als gevolg werkloosheid op de Molukken, lag het voor de hand dat zij de aangewezen personen waren om overal in Indonesië vertrouwensposities in te nemen op kantoren en in kazernes, waarmee de basis werd gelegd voor de latere problematiek van de Molukkers. Decennia lang vormden producten uit Indonesië een belangrijk onderdeel van de inkomsten in Nederland. Het ging nu om plantageproducten zoals koffie, thee, suiker en tabak, tegen het eind van de 19de eeuw aangevuld met aardolie en rubber. In de jaren '20 en '30 kwamen de eerste barsten in het koloniaal bestel met een aarzelend op gang komende bewustwording van de Indonesiërs. De inval van de Japanners bracht niet alleen schrik teweeg, maar vooral ook ontzetting dat een Aziatisch land tot zo grote macht was gekomen. Na de Tweede Wereldoorlog werd met geweld geprobeerd de oude kolonie te behouden. Maar de "politiële acties" eindigden op 27 december 1949 met de soevereiniteitsoverdracht. In de jaren 1960 werd een deel van de vroegere NHM activiteiten voortgezet door de ABN, een bank die in Indonesië spreekwoordelijk vertrouwen genoot, maar niettemin zich rond 2000 grotendeels uit Indonesië en de rest van Azie terug trok. Daarmee kwam een eind aan 400 jaar zaken doen met Indonesië. Maar de band tussen Indonesië en Nederland, hoe men daar ook tegenaan kijkt, bleef bestaan.

In 1813 voerde Raffles bestuurshervormingen door, liberaliseerde de markt en voerde met beperkt succes een landrentestelsel in. Dorpshoofden kregen land in huur van de overheid en moesten van de opbrengst van de daarop geteelde produkten 2/5 aan landrente betalen. 

In 1814 werd een plan uit Surakarta om samen met ontevreden Indiase soldaten een aanval te doen op het Europese bestuur en op Jogyakarta voortijdig ontdekt. De Indiërs werden bestraft, de leider verbannen, maar Pakubuwono IV mocht blijven.~~~ Engelse militaire acties tegen de vorsten van Buleleng en Karangasem moesten een einde maken aan de slavenhandel op Bali. Buginese troepen uit Bone op Celebes (Sulawesi) deden een aanval op de Engelsen.

In 1815 werd Willem Frederik van Oranje-Nassau (1772-1843) koning Willem I van Nederland en België. In de Minangkabau wilden de Padri's een striktere naleving van de islam afdwingen. De conflicten ontaardden in een burgeroorlog en bijna de hele koninklijke familie werd vermoord.~~~ De bevolking van Java bedroeg 4,5 miljoen.

De terugkomst van de Nederlanders in de jaren 1816 - 1820 ging met veel strubbelingen gepaard. Want de Nederlanders wilden een aantal "hervormingen" weer terugdraaien.

Financieel was de teruggave van Oost-Indië voor het nieuwe verarmde koninkrijk onder Willem I een ramp. De Britten hadden gewild dat het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden ( verenigd, officieel tot 1839, met België ) als evenwicht t.o.v. het gevreesde Frankrijk ook weer enkele koloniën moest hebben. De Britten waren zelfs zo vriendelijk om een lening te verstrekken om het ( financiële ) hoofd boven water te houden. Monopolisering van de opium handel en verkoop leverde uiteindelijk pas rond 1828 het begin voor de benodigde winsten op oftewel het begin van het Indisch Batig Saldo.

Een verarmd Nederland moest, met nauwelijks geld in kas, weer proberen om het "oude" gezag in Oost-Indië terug te krijgen. Tot overmaat van ramp braken er echter, vanaf de terugkomst in Oost-Indië, grote opstanden uit : bijvoorbeeld die geleid door Pattimura op de Molukken. Niemand wilde graag die Nederlanders terug die zonder enige takt probeerden de klok terug te zetten naar die goeie ouwe VOC tijd .

In 1816 vieren weer vielen uit Bone de Engelse stellingen aan op Celebes. Op 19 augustus 1816 werd Java weer aan Nederland overgedragen door de Engelsen. Koning Willem I benoemde baron G.A.G.Ph. van der Capellen (1778-1848) tot de nieuwe gouverneur-generaal. Hij moest samen met de commissarissen-generaal C.Th. Elout (1767-1841) en A. Buyskes (1771-1838) het bestuur van de Engelsen overnemen en een nieuw koloniaal bewind opzetten. 

In Ambon kwamen rebellen in 1817 in opstand tegen de teruggekeerde Nederlanders. Onder aanvoerderschap van Thomas Matulessy (?1783-1817), ook wel Pattimura genoemd, werd op Saparua het Nederlandse fort ingenomen. Met versterking vanuit Batavia werd het fort heroverd; Matulessy werd geëxecuteerd.~~~ Professor C.G.C. Reinwardt (1773-1854) werd benoemd tot directeur van Landbouw, Kunsten en Wetenschappen op Java. Hij legde een botanische tuin aan in Buitenzorg, "s'Lands Plantentuin' (Kebun Raya). Hij was ook verantwoordelijk voor inenting van de inheemse bevolking tegen pokken en voor de organisatie van de medische dienst.

Raffles bleef vanuit Benkulen invloed uitoefenen in Palembang. In 1818 nam Sultan Badaruddin zijn troon terug, Najamuddin werd naar Batavia verbannen. Raffles stichtte Singapore (1819) dat hij wilde uitbouwen tot een belangrijke vrijhaven. Een Nederlandse aanval op Palembang werd door sultan Badaruddin afgeslagen. De Nederlanders keerden terug in Padang (Noord-Sumatra). 

Onvrede onder de Javaanse bevolking leidde in 1820 hier en daar tot rellen Koning Willem I benoemde een Natuurkundige Commissie die het leven in de archipel moest gaan bestuderen.

Met een expeditieleger van meer dan 4000 man wisten de Nederlanders in 1821 Palembang te veroveren. De sultan werd verbannen naar Ternate. De oudste zoon van Najamuddin werd nu sultan, eveneens onder de naam Ahmad Najamuddin. De resterende leden van het vorstenhuis van Minangkabau vroegen de Nederlanders om steun bij hun strijd tegen de Padri's. In ruil droegen zij de soevereiniteit aan Nederland over. Met de eerste Nederlandse aanval begon de Padri Oorlog (1821-1838). De rijstoogst mislukte en op Java heerste cholera. 

In 1822 overleed Hamengkubuwono IV en er deden geruchten de ronde als zou hij zijn vergiftigd. Een uitbarsting van de Merapi werd gezien als een slecht voorteken. 

In 1823 schafte gouverneur-generaal van der Capellen op Centraal-Java de verpachting van privé-land aan Europeanen af (Landhuurstelsel). De Javaanse adel verloor hiermee niet alleen een bron van inkomsten maar moest ook vooruitbetaalde pacht restitueren en compensatie betalen aan pachters die verbeteringen hadden aangebracht. De adel raakte hierdoor in ernstige financiële problemen. Palembang kwam onder Nederlands bestuur, de sultan kreeg een toelage.~~~ De Nederlanders leden een gevoelige nederlaag tegen de Padris bij Lintau.

In 1824 werd het Verdrag van Londen (Eerste Sumatra-traktaat) gesloten met Engeland. De Nederlandse bezittingen in Voor-Indië kwamen aan Engeland. De invloedssferen in de Indische Archipel werden afgebakend: Engeland heerste in Malakka en op Singapore, Nederland op Sumatra. Benkulen werd aan Nederland overgedragen. De Engelse handel op Sumatra bleef vrij van restricties en Atjeh bleef onafhankelijk.~~~ Bij een bezoek aan Celebes drong Van der Capellen aan op hernieuwing van het Verdrag van Bongaja uit 1667 maar de koningin van Bone weigerde. Na het vertrek van de gouverneur-generaal veroverden Buginese troepen uit Bone door Nederland bestuurde gebieden en werden twee garnizoenen afgeslacht.~~~ In Nederland werd de Nederlandsche Handel Maatschappij opgericht. De prijs van koffie op de wereldmarkt daalde voortdurend.

Nederlands-Indië (1825 - 1850)

Gemaakt: 06-11-05

colofon