8802 Australië - De komst van de Europeanen (1606 - 1770)

In de 16de en 17de eeuw hadden Portugal, Spanje en Nederland allemaal interesse in de handel met Azië. De vele zeereizen en ontdekkingstochten die in die tijd werden ondernomen hebben geleid tot de ontdekking van Australië door de Europeanen.

In Europa werd al eeuwenlang druk gespeculeerd over het bestaan van een "Zuidland". Al in de 5e eeuw v. C. ging de wiskundige Pythagoras er vanuit dat de landen op het noordelijk halfrond een tegenhanger moeten hebben in het zuiden. Sommige wetenschappers dachten zelfs dat hier tegenvoeters zouden wonen! Pas tijdens de 16e eeuw werden de eerste pogingen gedaan om het onbekende Zuidland, ook wel "Terrae Australis Incognitae" geheten, te vinden. De Portugezen en Spanjaarden waren de eersten die met koopvaardijschepen op zoek gingen. De Portugees Mendez was de eerste die Australië in 1522 zag, maar hij ging niet aan land. Gelukkig maar want bijna een eeuw later kwam de eer van de ontdekking van Australie de Hollanders toe!

In het jaar 1606 zeilde de Spaanse zeevaarder, Luis Vaez de Torres, door de zeestraat tussen Papua Nieuw Guinea en Australië en nog tijdens hetzelfde jaar legde een Nederlands schip aan bij Cape York en betraden voor het eerst in de geschiedenis Europeanen de Australische bodem. Willem Jansz, kapitein van de het schip Duyfken, was in 1606 op zoek naar Nieuw-Guinea en zeilde langs Yorke Peninsula, in het noorden van Australië. Jansz durfde in tegenstelling tot de Portugees Mendez wel aan land en schreef daarmee de Europese ontdekking van Australië op naam van de Hollanders. Echter, hij vond de kust onherbergzaam. Ook het binnenland was niet erg interessant: alleen kale woesstijn, er was geen goud te vinden en de Aboriginals vond hij wel heel erg wild!. Willem Jansz bleef daarom niet lang in dit gebied. De originele journalen en kaarten die gedurende Jansz' reis werden gemaakt zijn verloren gegaan, maar de Nationale Bibliotheek van Oostenrijk beschikt over een kopie van de kaart uit omstreeks 1670.
Tien jaar later op 25 oktober 1616, werd koopvaarder Dirk Hartog uit koers geblazen en belandde voor de kust van West Australië. De eilanden die hij bezocht bleken onbewoond te zijn. Ze werden naar hem de Dirck Hartog eilanden genoemd. Hij nagelde als bewijs van zijn komst een tinnen plaat aan een paal bij Shark Bay. Daarna zeilde hij noordwaarts, de kust in kaart brengend. Op kaarten werd het ontdekte land aangegeven als "Het land van de Eendracht".

Rechts: de kust van Western Australia ten zuiden van Kalbarri.

 

'1616 den 25 october is hier aengecomen het deendracht van Amsterdam de opperkoopman Gilles Mibais van Lvick schipper Dirck Hartichs van Amsterdam de dito te seil geghn na Bantvm de onderkoopman Ian Stins de opperstivierman Pietr Dooke van Bill' Deze tekst is over de gehele breedte aangebracht op een tinnen schotel waarvan de rand is platgeslagen. Het is een bescheiden teken van de kortstondige aanwezigheid van de bemanning van het VOC-schip de Eendracht op een eiland voor de westkust van Australië. Het 'Onbekende Zuidland', zo werd Australië door Europeanen tot ver in de 17de eeuw genoemd. Nog nooit was door Europeanen voet aan wal gezet op de westkust. Dirk Hartogh en zijn bemanning waren de eersten.

De Nederlandse Verenigde Oost-Indische Compagnie werd steeds nieuwsgieriger naar "Het Groote Suytland" en stuurde in 1642 navigator Abel Tasman eropuit om dit land te onderzoeken. Hij bracht grote stukken van Australië en Nieuw-Zeeland in kaart, waaronder Tasmanië dat hij "Van Diemen's Land" noemde naar de gouverneur-generaal van Oost-Indië. Dit eiland werd overigens in 1855 naar Tasman zelf vernoemd. De Hollanders zonden anderhalve eeuw lang verschillende expedities naar Australië. Hoewel hun ontdekkingen van geografisch belang waren, bleef economisch succes uit zodat deze activiteiten uiteindelijk werden stopgezet.

In 1642 stuurde de V.O.C. Abel Tasman er op uit om 'Het Groote Suytland' te onderzoeken. In het jaar 1642 ontdekte hij 'Tasmanië', dat hij 'van Diemen's land' noemde en de westkust van Nieuw Zeeland. 

In de jaren 1671-1676 beijverde de Zeeuwse kaartenmaker Arend Roggeveen zich tevergeefs om een expeditie naar het Zuidland uitgestuurd te krijgen. Ook de Engelsen waren om meer dan een reden in de Terra Australis Incognita geïnteresseerd. 

De eerste Brit in Australië was kaperskapitein William Dampier die in 1688 voet aan wal zette. Hij ontdekte de aboriginals; naakt, donkere ogen die half geopend werden omdat er veel vliegen waren. Maar Dampier respecteerde de aborigines. Net als de Hollanders was hij weinig onder de indruk van wat hij aantrof. Maar hij schreef er wel een boek over: "New voyage round the world". 

In 1699 werd Dampier aangesteld als leider van een wetenschappelijke expeditie van de marine naar Nieuw Holland op de Roebuck. Hij voer rond Kaap de Goede Hoop, en meteen door naar Australië. Hij benoemde Shark Bay en Roebuck Bay, maar slaagde er niet in diep in het land zelf door te dringen. Net als de Hollanders was hij weinig onder de indruk van wat hij aantrof. In de woestijnkust vond hij niets van waarde en vertrok naar Timor om zijn schip te laten herstellen.Daarna onderzocht hij de kusten van Nieuw-Guinea en New Britain (een eiland in Papoea-Nieuw-Guinea. Het is het grootste eiland van de Bismarck-archipel). Hierna keerde hij terug naar Indonesië, en vervolgens terug naar Engeland.

In Engeland werd Dampier niet goed ontvangen. Hij werd bij krijgsraad schuldig bevonden aan misdragingen ten opzichte van zijn 1e luitenant George Fisher, die hij na een poging tot muiterij overboord had gezet in Brazilië. Dampier keerde enige tijd terug naar het piratenleven.

Ook Willem de Vlamingh, die in 1696/1697 met zijn schepen De Geelvink, De Nyptang en Het Wezeltje het nog onbekende stuk van de westkust verkende, slaagde er niet in het Australische binnenland binnen te gaan.

Australië (1770 - 1850)

Gemaakt: 30-03-06

colofon