|
3616 |
Marco Polo in China |
 Marco Polo; Oost-Azië (1260 - 1368: Yuan-dynastie)
Van het Pamirgebergte naar Shangdu Langzaam afdalend volgde Marco Polo en zijn metgezellen de zuidelijke tak van de zijderoute. Ze kwamen in de oude stad Khotan waar Marco prachtig gekleurde stenen zag waar men allerlei decoratieve spulletjes van maakte. Vervolgens moesten de reizigers de Takla Makan woestijn door. |
 |
Er waren twintig rustplaatsen in deze woestijn, maar water was erg zeldzaam en lang niet altijd te drinken. Na dertig dagen door deze woestijn gereisd te hebben kwam Marco Polo uiteindelijk in China aan. De reis werd nu vervolgd richting Karakoram. Toen de reizigers aankwamen op een punt dat nog veertig dagreizen van het paleis van |
 |
Links: de restanten van Shangdu Het zomerpaleis lag in een enorm park, omringd door een muur van twintig kilometer. Koeblai Khan was zeer onder de indruk van Marco's wijsheid en vroeg hem in andere provincies te gaan kijken en alles wat hij zag te vertellen als hij terug kwam. Marco was verbaasd te zien hoe ver de Chinezen al waren met landbouw en organisatie. De Chinezen leefden bovendien niet in een standenmaatschappij zoals in Europa en ook Marco begon in te zien dat het beter was dat iedereen gelijk behandeld werd. |
De reis naar Mongolië en Koeblai Khan heeft meer dan drie jaar geduurd. Bij aankomst hadden de Polo's maar liefst 5.600 kilometer gereisd. Van tijd tot tijd waren Nicolo en Maffeo Polo en ook de jonge Marco weken- of maanden lang in een stad gebleven waar ze zaken konden doen. Marco was nu een jonge man van 20 jaar. De mannen kwamen in dienst bij de grote  Koeblai Khan en vooral Marco viel erg in de smaak bij de vorst. Hij verbleef een paar maanden op het zomer paleis en ging vaak mee op jacht. Hij stond hoog in de gunst bij de keizer die als snel begreep dat hij eerlijk en betrouwbaar was. Hij was ook ijverig, werkte hard en legde er zich op toe de vier belangrijkste talen van China te leren. Drie jaar lang regeerde Marco Polo in de naam des keizers. Na drie jaar gouverneur van Yan-qui te zijn geweest, werd Marco Polo door de keizer zo vertrouwd, dat hij voor belangrijke zaken naar andere delen van China gestuurd. |
 |
| In 1287 vergezelde Marco de Khan en zijn leger op een veldtocht tegen Koeblai's oom en rivaal Nayan. Nayan had een leger van 300.000 man verzameld met de bedoeling de macht van zijn neef wat in te perken. Gealarmeerd door deze dreiging marcheerde Kublai zeer snel naar het noorden aan het hoofd van een troepenmacht van 460.000 soldaten om zijn rivaal bij verrassing te verslaan, terwijl deze zich in een ondiepe vallei. Het leger van de Khan was - zo vertelt Marco Polo - ingedeeld in slagorden van 30.000 man, waarvan een groot deel ruiters te paard, elk vergezeld van een soldaat te voet, gewapend met een lans. De khan was gezeten in een houten gevechtstoren (bartizan), gedragen door vier goed gedresseerde krijgsolifanten. Hoog boven hem verheven hief zich zich standaard. Nayan was volkomen verrast maar desondanks slaagde hij erin zijn gelederen op te stellen. Na een lange en hevige strijd die duurde behaalde Koeblai Khan de overwinning. |
 |
De eerste zakenreis - naar Karakoram
Tijdens de eerste zakenreis voor Koeblai Khan bezocht Marco Polo onder andere de Mongoolse hoofdstad Karakoram, die lag omsloten door een enorme aarden wal. De Mongolen waren van nature geen stadsmensen. Karakoram was dan ook meer gebouwd als een symbool van de macht der Mongolen dan als een stad waar gewerkt werd. De stad lag op grote afstand van de handelsroutes en er was ook geen vruchtbare grond in de omgeving. Per dag moesten ruim vijfhonderd karrenvrachten met goederen worden aangevoerd om de stad te bevoorraden. |
|
De tweede zakenreis - dwars door China Tijdens deze reis bezocht Marco Polo grote delen van China, Birma en Tibet. Alles wat hij zag moest hij later vertellen aan Koeblai Khan, zodat deze wist wat er in zijn rijk gebeurde. Iets wat Marco Polo meteen opviel was het gebruik van papiergeld. In de meer afgelegen gebieden van China werd nog een primitief soort geld gebruikt, bijvoorbeeld blokken zout of slakkenhuisjes. Ook was Marco Polo blij te zien dat de Mongoolse strijders niets van de Chinese cultuur vernield hadden tijdens de oorlog. Wat Marco verder nog opviel was dat de Chinese "zwarte brandende stenen" gebruikten om een kamer te verwarmen. Deze zwarte stenen bleken steenkool te zijn. Hij had nog nooit een kolenvuur gezien. Dat kwam natuurlijk omdat hij uit Venetië kwam, een stad met een warm, mediterraan klimaat. Was hij uit Londen afkomstig geweest, dan had hij een kolenvuur heel normaal gevonden. Van zijn vele reizen in dienst van Koeblai Khan en zijn verblijf aan het hof maakte Marco Polo een nauwkeurig verslag. Gemaakt: 13-10-04 |
 |
