4243 |
Friesland (Frisia) (600 - 679) |
![]() In de 7e eeuw ontwikkelde Frisia zich tot een belangrijk gebied, waarover legendarische koningen als In het noordelijke deel van Westergo, in de huidige provincie Friesland, zetelden in de eerste helft van de zevende eeuw Friese koningen en hun gevolg. Dit concludeert Johan Nicolay aan de hand van de vondstdichtheid van gouden voorwerpen in de provincies Friesland en Groningen. In Westergo is namelijk een duidelijke concentratie waar te nemen van goudvondsten die in Friesland en Groningen gedaan zijn. Het merendeel van de sierraden die gevonden zijn, dateren uit een periode die ligt tussen 600 en 650. |
Naast de hoeveelheid gouden voorwerpen, zijn enkele in Friesland gevonden sieraden zo uitzonderlijk dat ze alleen aan koningen toebehoord kunnen hebben. De fibula die in Wijnaldum gevonden is, is zo’n uitzonderlijk voorwerp. In de vroege middeleeuwen ruilde men geschenken uit om relaties (netwerken) te krijgen en te behouden. Des te groter de waarde van zo’n geschenk, des te groter de status van de gever. Aan de top van het geschenkennetwerk stond de koning.
In Westergo zijn drie plaatsen die door hun naam in aanmerking kunnen komen voor de woonplaats van een Koning: Wijnaldum, Sexbierum en Franeker. De plaatsnaam Wijnaldum kan verklaard worden als “winiwaldahaim”. In het Oudfries kan “win” stam of familie betekenen; “walda” heerser of stamhoofd; en “haim” woonplaats. Wijnaldum zou dan de woonplaats van het stamhoofd betekenen. Het tweede deel van de naam Sexbierum betekent huis of burg (“bere”; “burum”). Volgens de Friese kroniekschrijvers (Winsemius 1622) zou Sexbierum gesticht zijn door een Fries koningsgeslacht. De naam Franeker bestaat uit twee delen “fra” en “akker”, wat zoveel betekent als gebied van de heer. Rechts Gebieden met Friese nederzettingen voor ca. 650 (rood) en gebieden waar Friezen zich vestigden na 650 (paars) |
![]() |
![]() |
Zilveren gesp verguld met almandijn; Rijnsburg, Zuid-Holland (630-640) |
In de zevende eeuw raakten de Friezen in een langdurige strijd verwikkeld met de Frankische koning ![]() Rond 670 regeerde |
![]() |
![]() |
Vermoedelijk is de machtsbasis van het Friese koningschap van Aldgisl en Redbad ontstaan in het Rijnmondgebied ontstaan. In de eerste helft van de 7e eeuw zijn Dorestad en Utrecht nog Frankisch. De Delta van de Rijn, Maas en Schelde werden rond 650 veroverd op de Franken. Dit gebeurde door de voorgangers van koning Aldgisl. De expansiedrift van de Friezen door kolonisatie en verovering leidde er toe, dat in 690 n.o.j. Koning Redbad heerst over een gebied dat reikt van de Schelde tot aan de Weser, het bekende Frisia Magna uit de Lex Frisionum. |
![]() |
Reconstructie van de gouden mantelspeld van Wijnaldum (640-650) Bron: Zijlstra, J. Friese Bodemvondsten deel 5, 1994
|
![]() gemaakt: 17-09-03, laatst bijgewerkt: 28-05-10 |