6761 | Lan Xang (1477 - 1707) |
![]() |
![]() |
In het jaar 1477 brak er oorlog uit met Vietnam. De Vietnamese keizer had gevraagd om haren van een witte olifant, die de koning van Lan Xang, Sao Tia Kaphat had. In plaats van haren stuurde de koning echter de uitwerpselen van de olifant. Na een Vietnamese invasie werd de stad Luang Prabang door de Vietnamezen veroverd. Koning Sao Tia Kaphat ontvluchtte daarop het land. Het was zijn oudste overlevende zoon, Souvanna Banlang, die de troepen hergroepeerde en het land vervolgens bevrijdde. De Vietnamezen leden daarbij een dermate grote nederlaag, dat zij in de hierop volgende twee eeuwen Lan Xang niet meer zouden aanvallen. Hierna brak er weer een periode van rust aan, die tot 1520 zou duren. Toen kwam koning |
![]() |
Boven: Wat Xieng Thong in Luang Prabang (foto: Bert Woudstra, 2007). Deze tempel werd in 1560 gesticht door ![]() |
Sai Setthatirat zou niet lang in Chiang Mai blijven, 13 maanden later stierf zijn vader, koning Photisarat I, en ontbrandde er een machtsstrijd tussen zijn twee broers om de troon van Lan Xang. Zijn broer prins Tharau regeerde van Luang Prabang naar het noorden. Zijn andere broer prins Lanjarnkaya regeerde van Vientianne naar het zuiden. Ze waren echter beiden vastbesloten om het hele Lan Xang te regeren en dit uit te vechten. Sai Setthatirat wilde echter ook zijn recht als oudste zoon van de koning claimen. Hij haastte zich daarom vanuit Chiang Mai in 1550 om zijn troon in Lan Xang te claimen. Hij nam alle beroemde Boeddha beelden uit Chiang Mai mee bij zijn vertrek, waaronder de Pha Kaew (de Boeddha van smaragd, het Lanna-equivalent van de Pha Bang van Lan Xang. Hij bouwde de Wat Pha Kaew in Vientianne om deze Boeddha te huisvesten. In Luang Prabang onderwierp hij zijn beide broers en besteeg de troon. Hij stuurde een bericht naar Chiang Mai dat hij niet meer terug zou komen en vroeg Chiraprabha in zijn naam te regeren. Zij weigerde en uiteindelijk werd Mekuti de koning van Lanna. Door al deze twisten waren zowel Lanna als Lan Xang ernstig verzwakt. Lanna zou spoedig vallen aan de Birmezen die net herenigd waren onder koning Voor zover bekend was zijn net geboren enige zoon vier keer getrouwd. Zijn eerste vrouw was prinses Dharmadevi (Tontip). Zij was een dochter van koning Ketklao (de zus van zijn moeder). Zijn tweede vrouw was prinses Dharmakami (Tonkam). Ook zij was een dochter van koning Ketklao. Hij trouwde met hun beiden in 1548 in Chiang Mai. Zijn derde vrouw was prinses Devisra Kshatryi (Tepsakatri) een dochter van koning Prajairaja van Ayutthaya en de legendarische koningin Suriyothai. Hij trouwde met haar in 1563. Zijn vierde vrouw was de dochter van Sensulinthara. In totaal vielen de Birmezen drie keer Lan Xang binnen, namelijk in 1563, 1568 en 1569. De naam van Muang Sawa veranderde tijdens het bewind van Lan Xang in Luang Prabang. In 1571 kwam Sai Setthatirat om het leven bij een campagne tegen Cambodja in het zuiden. Men is het niet eens of dit gebeurd is in Muang Ong Kan of op de terugweg daarvan in zuid Laos. In de daaropvolgende 60 jaar tot aan de komst van koning
In 1571 volgde
In 1575 namen de Birmezen hem gevangen.
In 1580 installeerden ze
De bevolking van Lan Xang accepteerde echter niet nog een koning zonder koninklijk bloed. Hij had een zeer kortstondig en wreed bewind en was alom gahaat. De Birmezen namen hem hierop gevangen in hetzelfde jaar en voerden hem af naar Birma. Er zou nu een interregnum volgen dat duurde tot 1591 toen koning Nokkeo Kumman hem opvolgde. Hij had voor zover bekend geen kinderen.
Na een verbanning naar Birma in 1575 en vele woelige jaren werd er door de inwoners van Lan Xang een petitie georganiseerd om Nokkeo Kumman terug te te laten keren. Toen hij in 1591 meerderjarig werd, werd hij door de Birmezen teruggestuurd naar Vientianne en daar gekroond. In 1593 riep hij de onafhankelijkheid uit van Lan Xang en begon prompt een nieuwe oorlog met Birma. Dit zou hem fataal worden en hij stierf in 1596 kinderloos.
Nokkeo Kumman werd in 1596 opgevolgd door zijn neef Vorawongs ll was nog maar 11 jaar toen hij zijn neef Nokkeo Kumman in 1596 opvolgde. Vanwege zijn jonge leeftijd trad zijn vader op als regent. In 1599 namen rebellen hem echter gevangen en proclameerden hem tot koning. In 1602 deed zijn vader afstand van het regentschap en ging de tempel in. In 1603 werd Vorawongse II officieel gekroond en verklaarde meteen dat Lan Xang geen tribuut meer zou betalen aan de Birmezen. In 1621 werd hij afgezet door zijn zoon Uponyuvarat I en in diens opdracht in 1622 vermoord.
Zijn eigennaam en zijn heersnaam zijn niet bekend, de naam is een Franse verbastering van het woord Upayuvaraja dat grote koning betekent. Hij was slechts koning voor 9 maanden. Hij stierf onder onbekende omstandigheden en werd in 1623 opgevolgd door Pothisarat II Voor zover bekend had hij geen kinderen.
De komst van koning Sulinya Vongsa leidde een Gouden Eeuw in. Hij breidde de macht van Lan Xang verder uit dan welke koning dan ook. Ook was hij met 57 jaar op de troon de langste heerser van Lan Xang. Na zijn dood in 1694 viel Lan Xang uit elkaar door interne twisten. Een neef van de koning wist de troon te veroveren met behulp van de Vietnamese keizer
Gemaakt: 24-02-06; laatst gewijzigd: 17-08-07) |