5861 Dai Viet Quoc (Vietnam) (1010 - 1400)
Vietnam (900 - 1010)
Ly Dynastie (1010-1225)

Ly Cong Uan (Ly Thai To) (1010 - 1028)

Van 1010 af ging de mandarijn Ly Cong Uan regeren onder de naam Ly Thai To. Hij zou achttien jaar op de troon zitten en noemde zijn hoofdstad 'Rijzende draak' of Thang Long (het huidige Hanoi). Vietnam kreeg de naam Dai Viet of Grote Viet.

Ly Thai Tuong (1028 - 1054)

Zijn opvolger Ly Thai Tuong, die in 1028 de troon besteeg en tot 1054 zou regeren, gaf het land een eerste infrastructuur. Hij liet wegen aanleggen en installeerde in 1044 de eerste posterijen. Hij en zijn opvolgers zorgden ervoor dat de landbouw uitbreiding nam.
Ly Thanh Tong organiseerde de eerste centrale administratie. Hij voerde van 1075 af de confuciaanse examens in voor de benoeming van officiële mandarijnen, die de lokale gezagshebbers vervingen. Het daoïsme, confucianisme en boeddhisme genoten de officiële steun en monniken werden ingehuurd als adviseurs. Deze Ly bouwde ook kanalen en dijken.

Het land kende een groeiende welvaart en voorspoed, ondanks een vier jaar durende oorlog met China en aanvallen vanuit Cambodja en Champa. In 1069 veroverden de troepen van Ly noordelijk Champa (de huidige provincie Quang Binh). Het tij zou echter keren en tussen 1138 en 1216 drongen Angkor en Champa tot vijfmaal toe Dai Viet binnen.

Rechts: Bronzen Boeddha uit de 11e eeuw: Vietnamese Museum of History, Hanoi

De Ly behielden zowel de politieke als de sociale instellingen die de Chinezen hadden opgelegd. Ook het Confucianisme bleef bestaan als basis voor de samenleving en ambtenaren konden alleen worden benoemd na het afleggen van de confuciaanse staatsexamens. Desondanks groeide toen een Vietnamese mentaliteit, het gevoelen van Vietnamees te zijn, en dus eigen helden te hebben en een eigen cultuur en tradities. Naast de grote buurman groeide een 'Kleine Draak". Vietnam was toen al een landbouwland. De grond was voor het merendeel in bezit van slechts enkele families. Grootgrondbezitters die slaven bezaten en die de steun genoten van de vorsten. Zo groeiden de Tran onder de Ly-dynastie uit tot een machtige familie.

Toen Ly Cao Tong in 1176 de troon besteeg moest die de hulp van de Tran familie inroepen om opstanden van burgers en boeren in de kiem te smoren. Ly Cao Tong behield zijn kroon tot 1210 en in 1225 zouden de Tran, die alsmaar meer invloed hadden verkregen, een nieuwe dynastie inluiden.
De Ly zijn de enige dynastie geweest met een… keizerin. Niet voor lang echter want Ly Chieu Hoang regeerde slechts van 1224 tot 1225.

Tran Dynastie (1225-1400)

Tran Thai Tong (1125 - 1258)

De clan van de Tran kwam de Ly-dynastie niet alleen te hulp. Tran Canh huwde de dochter van de laatste Ly en kwam zo op de troon in 1125 als Tran Thai Tong. Tran zette de politiek van Ly voort en wist aldus het land te versterken en verder uit te bouwen. Vietnam ging een periode van welvaart tegemoet. Kunst en cultuur bloeiden als nooit tevoren en ook de landbouw ging erop vooruit. Het dijkenstelsel van de Rode Rivier werd vergroot en ging bijna de hele delta bestrijken. Tran Thai Tong zorgde ook voor een wetscode en een in het Vietnamees geschreven geschiedenisboek over het land. Tot het eerste millennium waren alle boeken immers in het Chinees opgesteld.

Links: Pot uit de tijd van de Tran dynastie, Museum of Vetnames History, Hanoi

China had intussen Vietnam niet uit het oog verloren en toen de Mongolen onder leiding van Koeblai Khan in de 13de eeuw het Rijk van het Midden in handen namen, kwam het tot driemaal toe tot een felle strijd. De Mongolen moesten echter bij de rivier Bach Dang het onderspit delven, onder meer tegen de troepen van Tran Hung Dao. Deze Vietnamese veldheer had bamboestaken met scherpe metalen punten in de rivier laten plaatsen en vermits die onderhevig was aan getijden vormde dit een ideale valstrik tegen de Mongoolse vloot en hun schepen vast liepen.

Leeuwenkop, afkomstig van een pagode uit de 12e eeuw. Museum of Art, Hanoi



Tran Hung Dao Het nog jonge land moest niet alleen het noorden in het oog houden, maar ook het zuiden waar het zeevolk van Champa woonde. Herhaaldelijk staken de Cham-legers de grens over en bezetten ze zelfs eenmaal Ha Noi. Het zou duren tot de 15de eeuw eer Vietnam Champa overwon en het rijk ten gronde kon richten. Toen werd ook Da Nang Vietnamees. De delta van de Mekong zou volgen in de 17de eeuw, alsmede de Khmer staat (Cambodja) die toen aan het verbrokkelen was. Die werd zowat een protectoraat van Vietnam.
De hieruit voortvloeiende militaire inspanningen maakten een bloeiende economie ziek. De aanvallen werden echter allen afgeslagen door generaal Tran Quoc Tuan, een man die nog altijd als een nationale held wordt beschouwd. Dat was in 1257, 1284 en 1287.

Van 1341 af ging ook het koninkrijk Champa vervelend doen. De lokale koning Che Bong Nga drong meermaals Vietnam binnen en hij liet zijn troepen zelfs Ha Noi plunderen.

Vietnam (1400 - 1772)

Gemaakt: 17-02-06; laatst bijgewerkt: 21-02-08

colofon