6037 |
Frankrijk (1350-1380) |
![]() |
In 1350 volgde In 1355 leidde Eduard van Woodstock (de Zwarte Prins) een Engelse invasie in Zuid-West-Frankrijk. |
![]() |
De oudste zoon van Jan ll werd tijdens zijn gevangenschap in Engeland van 1356 tot 1360 waargenomen door zijn oudste zoon Charles (Karel). In 1357 werd de Staten-Generaal bijeengeroepen om te stemmen over de invoering van nieuwe oorlogsbelastingen. Tijdens de zitting wist Etienne Marcel, de leider van de Parijse koopliedengilden, de burgerij op te zetten tegen de regent Charles, die onder grote druk de koninklijke administratie grondig moest hervormen. Toen deze concessies (vastgelegd in de Grande Ordonnance) grotendeels fictief bleken, brak in februari 1358 een algemene opstand uit (de Jacquerie), die Karel spoedig wist te bedwingen. |
|
Bij de Vrede van Bretigny (1360) kwam Edward lll van Engeland in het bezit van Aquitanië en de stad Calais. Vanaf juli 1362 regeerde zijn oudste zoon, Eduard van Woodstock, de Zwarte Prins, als hertog van Aquitanië over de Engelse bezittingen in Zuid-Frankrijk. In 1363 volgde de jongste zoon van Jan ll, Filips de Stoute, hem op als hertog van Bourgondië. |
In 1364 werd Het opleggen van een bijzonder belasting in Aquitanië bracht de baronnen van het land in verzet. Eduard, die zijn gebied als een Engels leen beschouwde, ontstak hierover in woede hervatte de oorlog tegen Frankrijk (1369). In de loop daarvan vond de inneming van Limoges plaats, waar Eduard de bevolking op gruwelijke wijze liet uitmoorden (1370). In 1371 keerde Eduard naar Engeland terug. |
![]() |
Filips de Stoute (Philippe le Hardi), de jongere broer van Charles V, die sinds de slag bij Poitiers, wegens zijn heldhaftig gedrag de bijnaam de Stoute (Le Hardi) gekregen, was als jongste koningszoon niet in aanmerking gekomen voor de troonopvolging. Ter compensatie werd hij beleend met het Franse hertogdom Bourgondië. |
![]() |
Tijdens zijn regering wist Het Louvre tijdens |
laatst bijgewerkt: 01-08-06 |