5313

Pisa

Steden in de Middeleeuwen
Er bestaan twee theorieën over hoe Pisa ontstaan is. Een eerste theorie luidt dat de Grieken de stad gesticht zouden hebben in de 6de of 7de eeuw voor Christus. het gebied dat ze kozen werd  bewoond door Liguriërs. Een andere therorie luidt dat de Liguriërs zelf een nederzetting bouwden.

Vanaf de 5de eeuw voor Christus vestigden de Etrusken zich er. De naam Pisa is afgeleid van een Etruskisch woord voor ‘mond’. De stad lag aan de monding van de rivieren Arno en Serchio. De Etrusken gebruikten Pisa als haven voor de machtige stad Velathri, wat nu Volterra is.

Onder de heerschappij van de Romeinen groeide Pisa uit tot een belangrijke havenstad. Keizer Augustus liet er een grote haven aanleggen, Portius Pisanus, de thuishaven van de vloot die over de westelijke Middellandse Zee vaarde.

Ook na de val van het Romeinse Rijk bleef Pisa zijn status als belangrijke haven- en handelstad behouden. Begin 10de eeuw kwam de stad tot bloei.

Pisa en Genua legden nieuwe handelsroutes aan in het westelijke Middellandse Zeegebied. Daaruit kwamen regelmatig aanvallen voort van de Saracenen die Spanje, Sicilië en Noord-Afrika in handen hadden.

Uiteindelijk kon de vloot van Pisa, in 1063, bij Palermo de Saracenen verslaan. Van de schat die toen werd buitgemaakt zou het Piazza dei Miracoli ("Plein van de wonderen") worden aangelegd, het ommuurde gebied waar de Dom (gebouwd vanaf 1064) met zijn beroemde scheefstaande campanile (vrijstaande klokkentoren) (gebouwd in 1173), het Baptisterium (gebouwd ca. 1050) en het Camposanto (een ommuurde begraafplaats).

 In de periode hierna kwam Pisa tot bloei. De stad nam ook deel aan de kruistochten en kregen uiteindelijk ook toegang toe het oostelijke Middellandse- zeegebied. Overal verrezen nieuwe gebouwen. Ook de beroemde Dom stamt uit deze tijd.

De vloot van Pisa vaarde regelmatig naar het koninkrijk Jeruzalem, niet alleen om kruisvaarders af te zetten, maar ook om een nieuwe voorraad materiaal af te leveren. Pisa kreeg in ruil voor die bewezen diensten toegang tot de markten van het nieuwe koninkrijk. Daardoor kreeg de stad toegang tot luxeproducten zoals zijde en specerijen, die voordien alleen via Venetië het land binnenkwamen.

In 1077 verkreeg paus Gregorius VII rechten op Corsica van de Franse koning Filips l. Hij gaf deze rechten aan Pisa, en deze bezette het eiland dan ook. Voor de Corsicanen was dit zeer gunstig want steden werden herbouwd, wegen en bruggen werden aangelegd, en er werden ook veel kerken gebouwd. Ook bouwden de Pisanen veel wachttorens om de dreiging van de Republiek Genua tegen te gaan.

In het jaar 1217 veroverden de Genuanen het strategische Bonifacio en stichtten op Corsica een handelskolonie. Met behulp van Corsicaanse verzetsstrijders wisten de Pisanen de Genuanen te verjagen, maar toen de Genuanen in 1221 opnieuw aanvielen, werden de Pisanen verslagen en bleef het eiland in het bezit van de Republiek Genua.

Eind 11de eeuw werd Pisa een commune, een verbond van vrije burgers. Twee consuls kregen de macht en werden gecontroleerd door de ‘Raad van Ouden’. Zo werd Pisa in de 12de eeuw één van de eerste onafhankelijke stadstaten met een eigen grondwet. In Italië waren er toen veel interne conflicten tussen de keizergezinden en de aanhangers van de paus. Pisa koos de kant van de Ghibelleinen, de keizersgezinde kant. De keizer had de stad namelijk verschillende privileges verleend.

In de 12e en 13e eeuw beleefde Pisa zijn glorietijd en veroverde de stadstaat onder andere Sardinië

De stad Pisa was ondertussen erg uitgebreid. De strijd met Genua, Lucca en Firenze laaide hoog op. In 1284 versloeg de Genuaanse vloot de vloot van Pisa in de zeeslag bij Meloria. Deze zou de boeken ingaan als de grootste zeeslag ten tijde van de middeleeuwen. Die nederlaag betekende meteen het einde van de zelfstandigheid van Pisa en van de bloei van de stad.

Vervolgens kwamen de pausgezinde Welfen aan de macht, onder leiding van graaf Ugolino della Gherardesca. Na vier jaar werd hij echter al, samen met zijn familie, in een toren opgesloten, waar ze allen verhongerden. Niet alleen de militaire maar ook de economische macht van Pisa verminderde. In 1406 werd de stad ingenomen door Florence.en was het definitief gedaan met de zelfstandigheid. 

Onder het bewind van de hertogen van Florence en groothertogen van Toscane (Cosimo de Medici) kwamen veel bouwwerken tot stand en werden er bruggen en kanalen aangelegd. Ook de universiteit van Pisa kreeg terug het respect dat de instelling verdiende. In deze tijd doceerde zelfs de wereldberoemde natuurkundige Galileo Galilei, zelf een Pisaan, aan de universiteit.

Na het tijdperk van de Medici die eindigde in 1737 was de macht in handen van de groothertogen van Lotharingen. 

In 1860 stemde Pisa ermee in voortaan tot het koninkrijk Sardinië te behoren. Vanaf toen ontwikkelde de stad zich in een snel tempo. In 1944, tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd Pisa getroffen door zware bombardementen. Er vielen veel slachtoffers. Gelukkig bleven de belangrijkste gebouwen gespaard.

Gemaakt: 21-12-08

colofon