3742

Arabisch schiereiland (200 - 500)

Volgens de islamitische traditie stammen de Arabieren af van Abraham (Arabisch: Ibrahim). Zijn vrouw Saraï stuurde Hagar (een Egyptische slavin en moeder van Abrahams zoon Ismaël) de woestijn in, omdat Hagar geen respect had getoond toen gebleken was dat Saraï haar echtgenoot geen kinderen kon geven. Mogelijk leefde Abraham in de tijd van koning Amar Sin (Amarsin) (2046 - 2038) van het koninkrijk van Ur.  

Aangekomen in Macoraba (mogelijk afgeleid van het zuid-arabische woord Mikrab of Mikraab = tempel), de huidige stad Mekka) groeide Ismaël op en hielp hij mee met de herbouw van het vervallen heiligdom Ka'aba, waarin twee heilige stenen werden bewaard: de beroemde Zwarte Steen, Hajer al Aswat, en de Hajer al Asat (een gelukssteen)

De Zwarte Steen bestaat nu uit drie delen die door een zilveren band bij elkaar worden gehouden. Soms wordt de steen omschreven als lava, soms als basalt. Vanaf de buitenkant is de werkelijke afkomst moeilijk te bepalen. Dit komt doordat de steen door de vele aanrakingen erg glad is geworden. De diameter van de steen is ongeveer 30 cm. De kleur wordt omschreven als rood-achtig-zwart met kleine gele deeltjes. In de westelijke hoek van het islamitische heiligdom bevindt

De oorspronkelijke Kaaba had geen dak en het was niet hoger dan de lengte van een mens. De drempel van de deur was laag aan de grond waardoor in het verleden de Kaaba gevoelig was voor overstromingen als gevolg van incidentele zware regenbuien. De overstromingen leidde tot de herbouw van de Kaaba waarbij naast hout ook steen werd gebruikt. De hoogte werd verdubbeld en er kwam een dak op de Kaaba. De deur werd op manhoogte ingebouwd zodat het gebouw minder gevoelig werd voor overstromingen. Zonder ladder of trap kan men tegenwoordig het gebouw niet inkomen. Dit heiligdom zou mogelijk door een brand, veroorzaakt door vuur dat gebruikt werd bij een ritueel met wierrook, zijn verwoest. Met het hout van een gestrand byzantijns schip bij de plaats Djidda, zou de Kaaba weer herbouwd zijn.

Over de gebeurtenissen tussen de komst van Ismaël in Macoraba en de geboorte van de profeet Mohammed in deze stad in 570 n. Chr. is nauwelijks iets bekend, althans ik heb dit niet kunnen achterhalen.

In de 5e eeuw n. Chr. bestond de bevolking van het Arabische schiereiland voornamelijk uit woestijnnomaden. Vele Arabieren (de mensen die het Arabisch als voertaal spreken) vereerden toen al Allah als de schepper van hemel en aarde. Verreweg de meeste echter aanbaden allerlei beelden van goden en godinnen, evenals heilige steenblokken van zwarte, witte of roodachtige mineralen of rotsformaties met min of meer menselijke vormen. 
Ook sterren werden door de Arabieren als goddelijk beschouwd en aanbeden. Aan de Morgenster offerde men dieren en mensen, bij voorkeur krijgsgevangenen. Ook kinderoffers kwamen voor. De Arabieren geloofden ook in demonen, die zij djinns noemden. Zij veronderstelden dat die angstaanjagende wezens zich bij voorkeur in de woestijn, te midden van ruïnes en op begraafplaatsen ophielden. Dikwijls namen demonen hun intrek in het lichaam van dieren, vooral slangen. 
Zij veronderstelden dat die angstaanjagende wezens zich bij voorkeur in de woestijn, te midden van ruïnes en op begraafplaatsen ophielden. Dikwijls namen demonen hun intrek in het lichaam van dieren, vooral slangen. 

Arabisch schiereiland (600 - 700)

laatst gewijzigd: 21-07-02