2526 Cuicul (Djemila)

Cuicul (Djemila) is een Romeinse stad in Algerije gelegen op 900 meter boven zeeniveau en is een goed voorbeeld van een stad die aangepast is aan een bergachtige omgeving. 

De stad staat sinds 1982 op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO, vanwege het Romeinse forum, de tempels, basilieken, triomfbogen en de huizen van historische waarde. De stad was Timgad in een dambordpatroon. 

e.
.

De stad werd gesticht in 98 n. Chr op het kruispunt van twee belangrijke handelsroutes door keizer Nerva in 96 of 97 of keizer Trajanus (98 - 117). Dank zij de handel en de landbouw en de veeteelt kwam de stad tot grote welvaart. Weldra was de behoefte aan uitbreiding zo groot dat onder keizer Caracalla (211 - 217) de zuidmuur van de ommuring werd afgebroken om een nieuw Forum te bouwen, aan de voet van de heuvel, waar toen een triomfboog en een tempel ter ere van de familie Severius werden gebouwd. Caracalla schonk in 212 n.C. aan alle vrije provinciebewoners van het rijk het volledig Romeins burgerrecht. Voor hem richtte de gemeente Cuicul deze boog op in 216 n.C. De enige boog wordt gedragen door twee vierhoekige pijlers, versierd met Corinthische zuilen. De tweede etage bestaat uit kleinere zuilen die aan weerskanten een fronton dragen; ze omkaderen een inschrift voor de keizer.

In de 4e eeuw werd de stad opnieuw uitgebouwd tot een echte stad met geplaveide straten, gebouwen van openbaar nut, zoals een basilica, een marktplaats, een theater voor 3.000 toeschouwers alsook thermen. De thermen zijn zeer goed bewaard gebleven en beslaan een oppervlakte van 26.000 m2 en bestaan uit verschillende zalen, vestiaires, warme en koude baden. Een van de verwarmde zalen toont nog de dubbele muur waar de warme lucht van de hypocaustes in circuleerde. Aan een van de hoofdstraten staan de zuilen nog overeind van een winkelgalerij. Aan weerszijden van de ingang staan nog de rechthoekige sokkels; de beelden die eens hierop stonden zijn niet meer. Een prachtige boog gaf toegang tot een rechthoekige marktplaats, aan vier zijden begrensd door zuilengalerijen, waar bewoners beschut tegen zon of regen inkopen konden doen. In de maar liefst achttien winkels, die er waren gehuisvest, werden o.a. graan, olijfolie, wijn en vis verkocht.  In het midden van de open hof stond een zeshoekig paviljoentje met een altaar gewijd aan Mercurius, de god van de handel. Vlakbij de winkelgalerij stond de belangrijkste tempel van de stad: het Capitool, waar de capitolijnse trias werd vereerd: Jupiter, Juno en Minerva. Daarnaast lagen de basilica Julia, waar recht werd gesproken en de Curia, waar de bestuurders van de stad bijeenkwamen..

Gemaakt: 20-04-07

colofon