5582 |
Groningen (1400 - 1800) |
![]() |
Met name in de vijftiende eeuw wist Groningen haar positie steeds verder uit te bouwen. De invloed van de bisschop van Utrecht werd steeds geringer, hoewel er nog met enige regelmaat lippendienst werd bewezen aan zijn rechten. Feitelijk beschouwde Groningen zich echter als vrije rijksstad, wat ook is terug te zien in het stadswapen. Bij het uitbreiden van haar macht maakte de stad gebruik van verschillende middelen. Op economisch gebied steunde de positie van de stad op de handel, die zij beschermde middels het stapelrecht. Op bestuurlijk terrein wierp de stad zich op als juridisch centrum, geschillen in de omliggende gebieden konden voorgelegd worden aan de uiteindelijke beslissing van de hoofdmannen die in de stad zetelden. In het Gorecht en de Oldambten verwierf de stad uiteindelijk ook de feitelijke heerschappij. Daarnaast werden verdragen gesloten met de Ommelanden: Hunsingo, Fivelingo en Westerkwartier, maar ook met landschappen in de huidige provincie Friesland. Waar in het huidige Groningen de Stad als sterkste machtsfactor onbedreigd was kende het huidige Friesland 11 steden die er geen van allen in slaagden een dominante positie te bereiken. Bovendien kende Friesland, inclusief de Groninger Ommelanden, geen landsheer. De Stad trachtte dat vacuüm, nog verergerd door de twisten tussen Schieringers en Vetkopers, op te vullen. Op het hoogtepunt van haar macht, in 1492, beheerste de stad de gehele provincie Groningen, en het grootste deel van Friesland waarbij alleen Franeker zich tegen de stad bleef keren. In de twisten tussen Schieringers en Vetkopers steunde de stad eerst de Schieringers omdat de Vetkopers steun zochten bij de graaf van Holland. Later, toen de Schieringers steun zochten buiten Friesland wisselde de stad en steunde de Vetkopers. Voor de stad stond steeds voorop dat er binnen Friesland geen vreemde heerser de macht zou krijgen. In de 15e eeuw werd de stad Groningen nog meer het centrum van Ommelander gouwen. Zuivelproducten van de weilanden mochten alleen op de markt in Groningen te koop worden aangeboden. Nergens anders dan in Groningen mocht industrie worden bedreven. Ook in waterstaatszaken greep Groningen de leiding. Op de kaart is nu nog te zien dat alle kanalen vanuit de stad gegraven zijn. Het steeds groter wordende belang (en ook afhankelijkheid) van de omliggende gebieden van de stad leidde tot aanhoudende conflicten. Met name het stapelrecht was bron van veel ergernis. In Groningen, zowel de stad als de Ommelanden, was de handel en de politieke aandacht in de Middeleeuwen meer naar het oosten gericht dan naar het westen. De stad had wel een formele band gehad met Utrecht, maar de Ommelanden kenden geen enkele relatie met de rest van het huidige Nederland. De Bourgondiërs meenden als graven van Holland rechten te hebben op Friesland. Daarnaast verwierven zij de wereldlijke macht in het bisdom Utrecht en daarmee aanspraken op de stad Groningen. In 1474 stond Karel de Stoute op het punt Friesland te veroveren, maar het beleg van Neuss en de oorlogen met de Zwitsers deden hem besluiten dit voornemen voorlopig uit te stellen. |
In 1488 hielp de succesvolle Bourgondische legerofficier, Albrecht lll van Saksen om Maximiliaan I te bevrijden nadat opstandelingen hem in Brugge gevangen hadden gezet. In 1489 bleef Albrecht achter als diens plaatsvervanger om de oorlog voort te zetten en wist hij voor Maximiliaan de graafschappen Holland, Vlaanderen en Brabant terug te veroveren. Omdat hem echter niet werd toegestaan deze districten te plunderen, betekende dit voor Albrecht een groot financieel verlies.Als compensatie hiervoor benoemde Maximiliaan Albrecht in 1498 tot gouverneur van Friesland, met inbegrip van de Ommelanden. Om de macht van de stad Groningen in te dammen werd Albrecht door sommigen in Friesland met open armen ontvangen en wist hij Friesland voor het grootste gedeelte onder controle te krijgen. Hoewel het Albrecht, en later zijn zoon Georg, niet zou lukken Groningen in te nemen, zag de stad in dat zij niet de macht had om zich tegen Albrecht teweer te stellen.
Rechts: Albrecht lll van Saksen |
![]() |
Toen de gouverneur van Friesland Joris met de Baard in 1514 Groningen belegerde, zocht de stad hulp bij graaf Edzard I van Oost-Friesland, die gretig toehapte. Nadat Joris was teruggedrongen tot in Friesland, verkocht deze het gebied aan Karel V, die vervolgens met troepen uit Holland, Zeeland, Vlaanderen, Henegouwen en Brabant stuurde, om bezit te nemen van Friesland. De Friezen kwamen hiertegen in opstand onder leiding van de piraat Grote Pier, die Hollandse dorpen plunderde. De Hollandse scheepvaart op de Zuiderzee had hier eveneens veel van te lijden. De Friezen werden in hun strijd tegen de Bourgondiërs gesteund door Gelre, Oost-Friesland, het Oversticht, Groningen en de Ommelanden onder leiding van Karel van Gelre, die bovendien een bondgenootschap had gesloten met Tijdens de Italiaanse Oorlog van 1521 - 1526 maakte Karel van Gelre gebruik van zijn bondgenootschap met Frans I van Frankrijk om zich uit te laten roepen tot heer van de Ommelanden en in één moeite door bezette hij het Oversticht (1522). Het jaar daarop werd hij ingehuldigd in de stad Groningen en Drenthe. Dit was mogelijk omdat de macht hier in handen was van hereboeren, hoofdelingen, die nog wel eens wisselden van partij. Karel van Gelre werd gesteund door de hoofdelingen van de Vetkopers. Dit alles bracht hem in conflict met de door Karel V aangestelde Georg Schenck van Toutenburg die in 1524 Friesland onder zijn gezag wist te brengen (dat omgevormd werd tot de Heerlijkheid Friesland). Georg Schenck van Toutenburg |
![]() |
Later bezette Karel van Gelre het Nedersticht. Bisschop Hendrik II zocht steun bij Karel V, die hem wilde helpen indien hij zijn wereldlijke macht zou afstaan. Uiteindelijk stemde Hendrik in en tekende in 1528 het Traktaat van Schoonhoven, dat de overdracht bevestigde. De Gelderse maarschalk Maarten van Rossum viel Den Haag aan en plunderde de stad.; Karel V was nu vastbesloten Karel van Gelre te verslaan. Hetzelfde jaar veroverde van Toutenburg Overijssel op Gelre. Op 3 oktober 1528 zouden Karel V en Karel van Gelre de Vrede van Gorinchem tekenen, waarin werd besloten dat de laatste Groningen, de Ommelanden en Drenthe mocht behouden; het verdrag werd echter nooit ondertekend. In 1536 liet de Gelderse veldheer Meindert van Ham Appingedam innemen voor Christiaan III van Denemarkenen dreigde op te rukken naar Groningen. De Groningers koos daarop de kant van de Habsburgers en liet de Habsburgse veldheer Toutenburg de stad binnentrekken, waarmee Groningen in Habsburgse handen kwam. In 1536 kwam het bij Heiligerlee tot een veldslag, waarbij de Bourgondiërs (Habsburgers) onder leiding van van Toutenburg, een overwinning behaalden op de Geldersen. Hierna moest Karel van Gelre de Vrede van Grave tekenen, waarbij hij afstand deed van de Groningse gebieden en Drenthe (deze werden omgevormd tot de Heerlijkheid Groningen en de Landschap Drenthe). In 1538 stierf Karel van Gelre. Willem V van Kleef volgde hem op als hertog van Gelre en verzette zich ook tegen Karel V. Bij het Traktaat van Venlo in 1543 moest hij echter zijn titel weer afstaan; Gelre viel zo uiteindelijk aan Karel V. Hiermee kwam er een einde aan de Gelderse Oorlogen. Dankzij de overwinning van de Bourgondiërs kwamen alle Nederlanden (Zeven Provinciën) onder één centraal gezag, dat van Karel V van het Heilige Roomse Rijk en werd vorming van een Nedersaksische staat bestaande uit Gelderland, Overijssel, Drenthe, Groningen en Friesland voorkomen. In plaats daarvan ontstond tijdens de Tachtigjarige Oorlog, een halve eeuw later, de splitsing tussen de Habsburgse Nederlanden in noord en zuid. In het begin van de Tachtigjarige Oorlog kozen de Ommelanden vrijwel direct de kant van de opstandelingen, terwijl de stad haar positie beter beschermd achtte aan Spaanse zijde. Na de overwinning bij Heiligerlee probeerde Lodewijk van Nassau nog wel de stad in te nemen, maar hij slaagde hier niet in. Na het verlies bij Jemmingen kwam Groningen vrijwel weer geheel onder Spanje. De Groningse calvinisten weken uit naar Emden. Daarna waren er vele militaire schermutselingen rondom de stad totdat Groningen op 22 juli 1594 capituleerde voor het leger van prins Maurits en Willem Lodewijjk. Na de inname van de stad hoopten de Ommelanden op afschaffing van het stapelrecht, maar de Staten-Generaal hechtten meer waarde aan de positie van de stad als vesting die de toegang tot de noordelijke gewesten beheerste en lieten het stapelrecht daarom intact. Stad en Ommelanden sloten zich samen als zevende provincie aan bij de verenigde Nederlanden. In theorie waren stad en ommelanden gelijkwaardige partners. Omdat de stad echter de beide Oldambten en Westerwolde beheerste lag de doorslaggevende stem bij de stad. Het bestuur van de provincie lag in de handen van de zogenaamde ‘Staten’, waarin Stad en Ommelanden gelijkelijk vertegenwoordigd waren. De Staten kwam een aantal keer per jaar samen. In het algemeen deelde Groningen de stadhouder met Friesland, maar deze had geen feitelijke macht. De stadhouder had weliswaar een residentie in Groningen (de Prinsenhof), maar verbleef meestal in Leeuwarden. Hoewel Stad en Lande formeel wel deel uitmaakte van de Republiek beschouwde met name de stad zich in deze periode nog steeds als een volstrekt zelfstandige staat. De Groningse elite kende ook meer (familie-)banden met Oost-Friesland dan met enige streek in de Nederlandse gewesten. In 1619 zag de stad kans om het leenrecht op te kopen over de heerlijkheid Westerwolde. Hierdoor kwam ook dit gebied onder Groningse heerschappij. De stad haalde het Klooster in Ter Apel leeg en bracht de bezittingen over naar de stad zelf. Sindsdien staat het klooster leeg. In deze periode begon met name de stad met het ontginnen van de grote veengebieden in het zuid-oosten van de provincie. De ontgonnen gebieden werden veenkoloniën van de stad. Het belang van de Stad als militaire macht kwam nogmaals duidelijk aan het licht in het rampjaar 1672. Overijssel, Gelderland en Utrecht vielen zonder veel problemen ten prooi aan de vijand,, maar de vestingstad Groningen wist stand te houden tegen Bernhard van Galen. laatst bijgewerkt: 03-03-09 |