2881 |
De Germaanse volksverhuizing (ca. 1400 - 1 v. Chr.) |
Al eeuwen lang waren de Germaanse stammen in beweging geweest op zoek naar nieuwe woonplaatsen. Al omstreeks 1400 v. Chr. trokken de eerste stammen vanuit hun oorspronkelijke woongebieden in Zuid-Scandinavië, Denemarken en het gebied rond de Oder en de Weser naar het zuiden . Ca. 800 v. Chr. vond er een splitsing plaats in Westgermanen, Oostgermanen en Noord-Germanen. Omstreeks 700 v. Chr. trokken de West-Germanen naar het gebied rond de monding van de Eems en de Weser in Noord-West Duitsland en tussen 700 en 600 v. Chr. vestigden zij zich in het noordelijke kustgebied van de Lage Landen. Verdreven door overstromingen trokken de Westgermaanse Kimbren en Teutonen ca. 120 v. Chr. uit hun woongebieden in Jutland en Sleeswijk Holstein. Samen met de Ambrones trokken zij dwars door Germanië naar het zuiden en bereikten zij ca. 110 v. Chr. Zuidoost-Gallië. Uiteindelijk werden zij door de Romeinen bij Aurasio (Orange) verslagen (105 v. Chr.) en door de Iberiërs van het Iberisch schiereiland verdreven (103 v. Chr.). ( De Sueben bewoonden in de eerste eeuw voor Chr. een groot gebied in midden Duitsland en breidden hun gebied tussen 71-59 v. Chr. uit naar Oost- en Midden Gallië.
laatst bijgewerkt: 31-08-02 |