3184

Goden van de Bataven

Donar (Magusanus) was de Bataafse hoofdgod en over hem is het meest bekend. Het centrum van zijn cultus lag in het huidige Nijmegen (mogelijk afgeleid van Novio Magusanus), waar twee tempels aan hem waren gewijd. 
Volgens de Romeinse geschiedschrijver  Tacitus zongen de Bataven krijgsliederen in zijn naam en werd hij in openlucht tempels aanbeden. Deze tempels waren meer heilige plekken met slechts een kleine omheining: de Bataven vonden het niet passend hun goden door muren en plafonds te beperken. De naam Magusanus betekent: de Vermogende en hij was een beschermer van de mensen. 

± 75 werd nabij een oud Eburoons heiligdom bij Empel (aan de Maas bij 's Hertogenbosch) een imposante Gallo-Romeinse tempel gebouwd, gewijd aan deze god. Bij de in 1989 begonnen opgraving van deze tempel kwamen honderden offergaven tevoorschijn. Er zijn kleine voorwerpen onder, zoals munten, fibulae (mantelspelden), wapen, schilden en delen van paardentuig. Uit die vondsten heeft men vrij nauwkeurig kunnen afleiden hoe de Bataafse soldaten eruit zagen. Ze droegen Romeinse uitrustingstukken en hun paarden waren opgetuigd als die van de Romeinen. Tot de vondsten behoren ook een goed bewaard gebleven cavaleriehelm van ijzer met bronsbeslag.

De bouw van de tempel in Empel moest niet alleen de positie van de Bataafse adel die dit financierde, onder de eigen bevolking verstevigen, maar diende tegelijkertijd als geste naar de Romeinse autoriteiten. Romeinse soldaten zouden hier hun beloften inlossen die zij hadden gedaan aan de Romeinse mythologische held Hercules die de Bataven identificeerden met Magusanus in de vorm van beelden, wapenrustingen of munten. Bataafse veteranen offerden aan deze god delen van hun wapenrusting. De naam Hercules Magusanus is op armringen, munten en altaren zoals in Houten, Tiellandt en Ubbergen teruggevonden. Inscripties met zijn naam zijn gevonden bij Ruimel (waar Willibrord een heiligdom dat aan Magusanus was gewijd, vernielde om er een kerk op te zetten), Westkapelle, maar ook in Rome, Xanten, Bonn, Deutz en de Hadrianusmuur in Engeland. De reden voor het grote verspreidingsgebied  van zijn naam is dat er veel Bataven in het Romeinse leger zaten en over het Romeinse rijk verspreid waren. Omdat Magusanus een god van de strijd was, was hij in het bijzonder bij de Bataafse krijgers in trek. In Empel is de inscriptie gevonden van een Bataafse voormalige legionair, die als volgt luidt: "Voor Hercules Magusanus. Door Julius Genialis, veteraan van het Tiende legioen bijgenaamd het Dubbele, Het Rechtvaardige en het Trouwe, is een gelofte gaarne, met genoegen en met reden ingelost." Naast Hercules Magusanus is ook de naam Hercules Deusonianus gevonden. de naam Deusonianus wordt verklaard als "Afkomstig uit Doesburg". 

Ook in Elst werd een tempel gebouw gewijd aan de god Magusanus.
De Bataven vereerden ook de god Wodan. Zijn Latijnse naam is Mercurius Friausius (of Eriasus). Friausius kan men terugvoeren tot "vrij lief"en lijkt eerder van toepassing op Wodans gemalin Frigga. 
In Ubbergen is een altaar gevonden dat aan hem is gewijd. In Nijmegen is de naam Mercurius Rex (=koning) teruggevonden. 

De Bataven vereerden ook veel godinnen. In het Rijngebied van Nijmegen tot Keulen werden de zogenaamde Matronen vereerd. Dit waren groepen van doorgaans drie godinnen, wier functies varieerden van genezen tot rechtspraak en hulp bij oorlogsvoering. Er zijn overeenkomsten met de Nornen, de Germaanse lotsgodinnen. De Matronencultus was ongemeen populair en werd door de Germaanse legionairs in het Romeinse rijk geïntroduceerd. De drie-eenheid van godinnen werd later vervangen door Tiwaz, Wodan en Donar. Tijdens de kerstening bleek de verering zo diepgeworteld te zijn, dat ze niet uit te roeien was. Vandaar dat we nu gekerstende varianten als "vader, zoon en heilige geest"en "geloof, hoop en liefde" kennen. Enkele voorbeelden van Bataafse godinnen zijn: Vagdavercustis, Exomna, Isecaeneuga, Herstrge en Hludana / Hel. Hel, de godin van de onderwereld, wordt in verband gebracht met de plaatsnaam Elst. op een inscriptie in Wijk bij Duurstede is de naam Haeva aangetroffen. Vermoed wordt dat het hier gaat om de vrouw van Donar (Magusanus).

Naast godinnen stonden ook zieneressen in hoog aanzien. De bekendste is Veleda, die samen met de Bataafse hoofdman Julius Civilis de hoofdrol speelde tijdens de opstand tegen de Romeinen in het jaar 69. De Bataven vereerde Veleda als een godin. In het jaar 77 werd ze gevangen genomen en afgevoerd door de Romeinen.

Behalve de gewijde bossen, stenen, zuilen en heuvels hadden ook de dieren een plaats in hun godsdienstig leven. Tacitus maakt bijvoorbeeld melding van het gebruik van wilde dierenafbeeldingen uit het bos mee te dragen in de strijd. 

laatst bijgewerkt: 22-06-02

colofon