|
1850 Met de aankoop van de laatste Portugese vestigingen kwam Flores onder Nederlands gezag. Het cultuurstelsel verstoorde de balans tussen voedselproductie en commerciële productie. Hongersnood op Centraal-Java was het gevolg.~~~ Missiegebieden van katholieken en protestanten werden door de overheid streng gescheiden gehouden. Protestantse zendelingen begonnen hun werk onder de Bataks van Noord-Sumatra.

Boven: I. Israels (1865 - 1934), Gamelanorkest
1851 Mr. A.J. Duymaer van Twist (1809-1887) werd benoemd tot gouverneur-generaal. Ter exploitatie van de tinmijnen op Billiton werd de Billiton Maatschappij opgericht. In Surakarta kwam de eerste kweekschool voor de opleiding van inheemse onderwijzers voor de Javaanse scholen. Batavia kreeg de eerste Dokter Djawa-school waar inheemse leerlingen opgeleid werden om te kunnen worden ingeschakeld bij het vaccinatieprograma van de overheid.
1852 Een afgezant uit Atjeh bezocht de Franse keizer Napoleon III. Nederland vreesde voor buitenlandse invloeden in Atjeh, dat steeds machtiger en welvarender werd onder Tuanku Ibrahim die de locale vorsten in de pepergebieden tegen elkaar uitspeelde. Op Billiton ging de tinexploitatie van start.
1853 Noord-Bali kwam onder Nederlands bestuur. De botanicus Karl Justus Hasskarl kreeg opdracht van het gouvernement in Peru kinaplanten te verzamelen. De kinateelt zou eind jaren tachtig in de Preanger ontwikkeld worden door theeplanter K.A.R. Bosscha.
1854 Nieuw Regeringsreglement voor Indië bij wet vastgesteld. De liberale Baron van Hoëvell bracht in het parlement het debat op gang over de afschaffing van het cultuurstelsel. Daarop besloot de regering de uitbreiding van cultures stop te zetten, de cultuurprocenten te verlagen en de herendiensten te beperken. Terwijl de Nederlandse expansie op Noord-Sumatra was opgeschort, breidde Atjeh zijn invloed uit in Langkat, Deli en Serdang op de oostkust van Sumatra.
1855 In Jogyakarta besteeg Hamengkubuwono VI de troon. Nederland breidde zijn invloed uit op Borneo (Kalimantan), dat meer economische waarde kreeg door de exploitatie van kolenmijnen. Militaire expeditie naar het eiland Nias.
1856 C.F. Pahud de Mortanges (1803-1873) werd benoemd tot gouverneur-generaal. Eduard Douwes Dekker beschuldigde lokale regenten (bupati's) op West-Java van corruptie en werd ontslagen uit zijn gouvernementsbetrekking. Militaire expeditie naar Flores. Door de invoering van het Drukpersreglement kon in Indië een kritische pers tot stand komen waarin bestuursmisbruik aan de kaak werden gesteld.
1857 In Banjermasin (Borneo)greep het gouvernement in bij conflicten over de troonsbestijging van sultan Tamjid Illah hetgeen rebellie en uiteindelijk oorlog tot gevolg had. Met Atjeh werd een verdrag gesloten van handel, vrede en vriendschap. Er kwam een telegraafverbinding tussen Batavia en Buitenzorg.

A.J. Majeur de Merpres (1880 - 1958), Balinese vrouwen aan een weefgetouw
1858 akubuwono VIII werd susuhunan van Surakarta. Als antwoord op de Atjeese expansie breidde Nederland zijn invloed op Sumatra uit. De nieuwe sultan van Jambi, Ratu Taha Saifuddin, weigerde een verdrag te tekenen en vluchtte het binnenland in met medeneming van de regalia (pusaka). Zijn opvolgers erkenden de Nederlandse soevereiniteit wèl maar de sultan bleef met zijn aanhangers het gouvernement bevechten tot zijn dood in 1904. Het sultanaat Siak op Oost-Sumatra kwam onder Nederlandse souvereiniteit, waarbij de grenzen van Siak zover noordelijk werden opgerekt dat de peperhavens erbinnen vielen. Deze havens behoorden tot het rechtsgebied van Atjeh en waren van belang voor de Engelsen. Militaire expeditie tegen Bone dat zich verzette tegen het Nederlands gezag.
1859 De Portugezen hielden vast aan hun bezit van Oost-Timor. De grenzen tussen Oost- en West-Timor werden vastgelegd. Pangeran Antasari leidde het rebellenleger van Banjermasin. Na hevige gevechten en het aanvoeren van versterkingen kreeg het Nederlands-Indische leger de overhand. Tot ergernis van de Engelsen en de Atjeeërs verhoogde het gouvernement de douanerechten in Siak.
1860 Banjermasin kwam rechtstreeks onder Nederlands bestuur, de sultan werd verbannen naar Bogor. De Europese bevolking van Indië nam snel toe door het groeiend aantal militairen in koloniale dienst. Het Indische leger bestond nu uit 13.700 militairen op een totaal van ongeveer 42.800 Europeanen. Multatuli (Eduard Douwes Dekker) publiceerde Max Havelaar, een boek dat de uitwassen van het cultuurstelsel en met name de 'hoofdenkwestie' tot onderwerp had. De dorpshoofden maakten misbruik van hun positie om de bevolking uit te buiten en de Nederlandse bestuursambtenaren verzuimden daar tegen op te treden.
1861 Mr. L.A.J.W. Baron Sloet van de Beele (1806-1890) werd benoemd tot gouverneur-generaal. In Surakarta kwam Pakubuwono IX op de troon.
1862 Nederland probeerde de kleine vorstendommen in het grensgebied tussen Atjeh en Siak (Deli, Asahan en Serdang)onder Nederlands gezag te brengen. Alleen de sultan van Deli erkende de Nederlandse souvereiniteit. Guerrilla-acties in Banjermasin duurden voort. Op Java gaf het gouvernement de theecultuur vrij. Daarmee begon de opkomst van de grote theeondernemingen in de Preanger. Er kwam een einde aan de verplichte pepercultuur.
1863 Engeland stuurde kanonneerboten naar Langkat en andere peperhavens op Sumatra. Er kwam officieel een einde aan de slavernij in de koloniën. De Nederlandse regering gebruikte de Indische baten om voormalige slavenhouders in Suriname schadeloos te stellen. De liberale I.D. Fransen van de Putte (1822-1902) werd minister van Koloniën en wilde het cultuurstelsel afschaffen en Indië openen voor particulier kapitaal. Op Noord-Sumatra werd tabak aangeplant. Er kwam een eind aan de gedwongen kruidnagel- en muskaatnootcultuur. Militaire expeditie naar Nias.
1864 Nederland eiste de Mentawai eilanden, ten westen van Sumatra, op. De laatste sultan van Siak trad af. Op Java werd een proef gedaan met rubbercultuur. In april verscheen de eerste postzegel van Nederlands-Indië.
1865 Het sultanaat Asahan in Noord-Sumatra kwam onder Nederlands bestuur, de sultan werd verbannen naar Riau. In Rotterdam werd een zending van 189 balen Deli-tabak geveild. De tabak bleek van uitstekende kwaliteit en leverde een zeer hoge prijs op. De verplichte verbouwing van indigo en kaneel werd beëindigd. Het gouvernement contracteerde de Nederlands-Indische Stoomvaartmaatschappij (van origine Engels) om een netwerk van pakketdiensten op te zetten dat de belangrijkste havens op Java en Sumatra en in de buitengewesten met elkaar verbond.
1866 Mr. P. Mijer (1812-1881) werd benoemd tot gouverneur-generaal. Het eiland Sumba kwam onder Nederlands bestuur. De verplichte aanplant van tabak hield op.
1867 Oprichting van Nederlands-Indisch Ministerie van Onderwijs. Aan het Willem III Gymnasium in Batavia kwam een speciale opleiding voor Indische ambtenaren. Het opleidingsmonopolie van de Delftse Academie werd opgeheven. Op Java werd de eerste spoorweg aangelegd. Bij een uitbarsting van de Merapi vielen 1000 doden.
1868 Het gouvernement haalde de teugels aan in Benkulen.
1869 De opening van het Suezkanaal - Verdi componeerde speciaal voor deze gelegenheid de opera Aïda - en de ontwikkeling van de stoomscheepvaart bekortte de reis van Europa naar Indië tot vijf weken. De route naar Nederlands-Indië werd verlegd van Straat Sunda naar Straat Malakka en liep nu langs de kust van Atjeh, dat militair-strategisch belangrijker werd. Het toegenomen scheepvaartverkeer maakte de vanouds gebruikelijke piraterij aantrekkelijker voor zeerovers die vanuit Atjeh opereerden. De tabaksdeskundige J. Nienhuys (1836-1927) richtte met een aantal vennoten de Deli Maatschappij op.
1870 De Minahassa kwam onder Nederlands bestuur. In Atjeh kwam sultan Mahmud Syah aan de macht. Het cultuurstelsel werd officieel afgeschaft. De Agrarische wet en de Suikerwet zorgden voor een afbouw van de koffie- en suikercultuur en verhuur van land aan particuliere ondernemers. Daarmee kwam een eind aan het feodaal-agrarische systeem waarin de Pamong Pradja een centrale economische rol had gespeeld. Via het Suezkanaal ging de Stoomvaart Maatschappij Nederland een regelmatige scheepvaartverbinding met Nederland onderhouden. Op Bali werkte, in opdracht van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, de taalgeleerde H. Neubronner van der Tuuk (*1824) aan een Balinees woordenboek. Eerder stelde hij in de Bataklanden van Sumatra een Bataks woordenboek samen.
1871 Engeland hield niet langer vast aan een onafhankelijk Atjeh. In november sloten Nederland en Engeland het Verdrag van Sumatra (Tweede Sumatra-traktaat) waarbij een uitruil van koloniën plaatsvond en Nederland de vrije hand kreeg op Sumatra. Beide landen kregen handelsrechten in Atjeh.~~~ Op Java kwam een telegraafverbinding tot stand met Australië.~~~Op Bali heerste een pokkenepidemie die 18.000 slachtoffers eiste.
|