4321 |
Pruisen (1797-1848) |
![]() |
De kaart van midden Europa zag er tijdens de eerste helft van de negentiende eeuw wel wat anders uit dan nu. Duitsland] bestond eigenlijk alleen in geografische zin; een Duitse staat bestond nog niet. Wel was er een ietwat onduidelijke federatie van 39 grote en kleine Duitse staten: de Duitse Bond. Deze bond werd gedomineerd door twee staten: Oostenrijk en Pruisen. Oostenrijk was destijds een grote mogendheid; het omvatte behalve de tegenwoordige republiek ook Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Kroatië en een deel van Roemenië. Pruisen gold ook als een Europese grootmacht. Het bestond uit de vroegere D.D.R., de westelijke helft van het huidige Polen en de Oostzeekust tot aan het Baltische gebied. De tegenwoordige Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts vormden een grote Pruisische enclave in het westen van Duitsland. Oostenrijk was voorzitter van de Duitse Bond, Pruisen kwam op de tweede plaats. Oostenrijk was een keizerrijk, waar de Habsburgse dynastie al eeuwenlang regeerde. Pruisen was een koninkrijk, onder het huis Hohenzollern. In beide staten hadden de monarchen tot aan het einde van de negentiende eeuw nog tamelijk veel macht, alhoewel men vanaf ± 1850 wel met een grondwet regeerde, en steeds meer bevoegdheden aan de parlementen moest uitbesteden. Behalve de Duitse Bond bestond er vanaf 1836 ook nog een Tolunie tussen de Duitse staten. Dit had een gunstig effect op het handelsverkeer tussen deze landen. Alleen Oostenrijk deed niet met de Tolunie mee.
Het koninkrijk Pruisen werd geregeerd door Franse overheersing In 1799 nam Napoleon Bonaparte in Frankrijk de macht over. In 1801 (Vrede van Lunéville) kwamen alle Duitse gebieden op de linker Rijnoever aan dit land. Als schadeloosstelling voor de onteigende vorsten werden door de bepalingen van de Reichsdeputationshauptschluss (1803) de geestelijke staten geseculariseerd en vele kleine staatjes gemediatiseerd en onder de gegadigden verdeeld. Met name Baden, Beieren, Württemberg en Pruisen ontvingen hierbij aanzienlijke grondgebieden. Napoleon breidde zijn invloed in Duitsland stelselmatig uit en toen in 1806 16 Duitse vorsten de Rijnbond stichtten, legde keizer Frans II onder druk van de Franse keizer de keizerskroon neer. Dit betekende het einde van het Heilige Roomse Rijk. Hij regeerde als Frans I verder als keizer van Oostenrijk, een titel die hij reeds in 1804 had aangenomen. Het tot dan toe neutraal gebleven Pruisen van Frederik Willem III keerde zich kort hierop tegen Frankrijk, maar werd op 16 oktober 1806 in de Slag bij Jena en Auerstedt verslagen. Alleen op voorspraak van tsaar Alexander I bleef na de Vrede van Tilsit (1807) een gehalveerd Pruisen bestaan. De afgestane gebieden kwamen deels aan het napoleontische Koninkrijk Westfalen en het Hertogdom Warschau en werden deels onder de Rijnbondstaten verdeeld. Frankrijk annexeerde in 1810 een groot deel van Noordwest-Duitsland. Behalve Pruisen en Oostenrijk maakten alle resterende Duitse staten inmiddels deel uit van de door Napoleon beheerste Rijnbond. Na Napoleons mislukte Russische veldtocht (1812) vormde Pruisen met Rusland, en later ook met Groot-Brittannië, Zweden en Oostenrijk, een alliantie tegen Frankrijk, dat in de Volkerenslag bij Leipzig (1813) beslissend verslagen werd. Napoleon werd in 1814 tot aftreden gedwongen, keerde Honderd Dagen terug en werd in de Slag bij Waterloo (1815) definitief verslagen. |
|
![]() |
Niet lang daarna (1807) raakte Pruisen in oorlog met Frankrijk (toen Pruisen zich aansloot bij de vierde Coalitie: Engeland, Rusland en Pruisen) en verloor daarbij haar halve grondgebied. Het Pruisische gebied dat overbleef kreeg echter zware materiële lasten opgelegd, en was daardoor met handen en voeten gebonden aan Frankrijk. De vroegere Pruisische gebieden werden verdeeld onder de Rijnbondsstaten. In 1810 werd er een brede kuststrook in Noordwest-Duitsland door de Fransen ingelijfd waar de belangrijke havensteden Bremen, Hamburg en Lübeck lagen. De Rijnbond was intussen, met uitzondering van Pruisen en Oostenrijk, uitgebreid met alle bestaande Duitse staten. Deze bond was echter geheel afhankelijk van Frankrijk en een instrument van Franse politiek. De meeste Duitsers leden niet erg onder het feite dat de Duitse natie min of meer onder Franse heerschappij was geraakt. Alleen in Pruisen was sprake van sterke anti-Duitse sentimenten. Dit leidde zelfs tot een bevrijdingsoorlog van 1813-1815, waarvan de bevolking echter nauwelijks onder de indruk was. Van de Duitse Bond tot de Reichsgründung (1815-1871)Het Congres van Wenen (1814/1815) onder leiding van de Oostenrijkse kanselier Klemens von Metternich stelde zich tot doel het oude politieke systeem te herstellen en een evenwicht tussen de grootmachten te creëren. De 39 resterende Duitse staten verenigden zich in de losse Duitse Bond, waarin Oostenrijk domineerde. Metternich trachtte de opkomende nationaal-liberale beweging (met name bij burgerij en studenten met de besluiten van Karlsbad en de demagogenvervolging de kop in te drukken. Op initiatief van Pruisen kwam in 1834 de Zollverein tot stand, die samen met de Industriële Revolutie voor een economische opleving zorgde. |
![]() |
Pas na het Congres van Wenen in 1815 kwamen de nationale gevoelens weer opborrelen. Duitsland bleef namelijk verdeeld in 39 staten van verschillende grootte en betekenis met vaak een versnipperd grondgebied. Samen vormden deze staten de Duitse Bond. Pruisen was ontevreden omdat het in de Duitse politiek op de tweede plaats terechtkwam. Dit kwam o.a. omdat de Berlijnse bewindslieden samen met de Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken Klemens von Metternich optrokken, die in zijn eentje de koers van de Duitse Bond bepaalde. Hij was een verklaard tegenstander van alle nationale en liberale stromingen en probeerde de ontwikkeling naar het constitutionalisme af te remmen. Ook de Duitse staten die al een grondwet hadden werden belet in hun streven naar een liberaal bewind. De Bond greep steeds vaker in, maar met name in Pruisen werd een steeds hechtere eenheid, vooral uit economisch eigenbelang. Het riep zelfs een “Zollverein” in leven die in 1834 al de meeste Duitse staten omvatte.
Links: Klemens von Metternich (1773-1859) |
Gemaakt: 13-03-04 |