8103 |
Republiek der Verenigde Nederlanden (1647-1650) |
![]() In 1647 werd Willem ll, de zoon van Frederik Hendrik, stadhouder van alle gewesten, behalve van Friesland. Willem wilde, net als zijn vader en oom Maurits de oorlog tegen Spanje weer gaan beginnen en de zuidelijke Nederlanden heroveren. Maar het belangrijkste gewest Holland en vooral de stad Amsterdam voelden niets voor voortzetting van de strijd. Het voeren van een oorlog kostte alleen maar veel geld en was nadelig voor de handel. Als Antwerpen veroverd zou worden, zou de Schelde weer opengaan voor de scheepvaart en kreeg Amsterdam er een gevaarlijke concurrent bij. Hoewel Willem ll op allerlei manieren had geprobeerd de vredesonderhandelingen te dwarsbomen, werd er tenslotte toch een vredesverdrag met Spanje gesloten (Vrede van Munster, 1648). Spanje erkende de "Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden" als een zelfstandige staat, maar behield de zuidelijke Nederlanden. Na de vrede met Spanje wilde Holland bezuinigen op de omvang van het leger. Prins Willem ll was ertegen, omdat hij hierdoor een deel van zijn macht zou verliezen. De prins probeerde nu Amsterdam bij verrassing te bezetten, maar zijn troepen verdwaalden in het Gooi. Een postbode waarschuwde de stad, die haar poorten sloot. De aanslag bij verrassing was mislukt. |
![]() |
Op een bekend dubbelportret van Anthonie van Dijck staan ze afgebeeld: de jonge Willem ll en zijn kindbruidje Mary Stuart, dochter van de ongelukkige Engelse koning Karel l. Een paar maanden na de totstandkoming van dit schilderij, in maart 1642, werd de "princes royaal" door haar moeder officieel overgedragen aan het Oranjehuis. Daar was vel touwtrekkerij aan voorafgegaan. Koning Karel beschouwde de verbintenis eigenlijk als een méssalliance, waar hij zich niet zonder vorstelijke tegenprestaties in wenste te schikken. En waarlijk, het Haagse Oranjehof was ook maar een platte bedoening in vergelijking met de verfijnde cultuur van Whitehall. Des te eervoller was het engagement voor de Oranjes: stadhouder Frederik Hendrik zag zijn dynastie eindelijk gekoppeld aan een echt koningsgeslacht. Maar ook de Staten Generaal en de gewestelijke statenvergaderingen konden zich vergenoegd in de handen wrijven: de kans op een levensgevaarlijk bondgenootschap tussen Engeland en erfvijand Spanje was nu wel verkeken. |
laatst bijgewerkt: 18-07-01 |