7336

Slag bij Nieuwpoort (1600)

  Republiek (1588 - 1600)


Nieuwpoort is een plaatsje aan de Vlaamse kust. Samen met Duinkerken is het omstreeks 1600 uitvalsbasis voor meedogenloze piraten, die met kaperbrieven van de Spaanse Nederlandse handelsschepen in Het Kanaal plunderen. Raadspensionaris Van Oldenbarneveld ziet de oplossing: het militaire genie Maurits moet de kust piraatvrij maken Maurits ziet vooral de gevaren: hij moet een enorm leger buiten de grenzen van de Republiek brengen.

Dertienduizend man gaan uiteindelijk scheep in Vlissingen. Door ongunstige wind moeten ze alweer aan land bij Fort Philippine in Zeeuws Vlaanderen, vanwaar de legertrein (zestien kilometer lang!) optrekt naar Nieuwpoort. Daar wacht Maurits een grote Spaanse troepenmacht onder leiding van Albrecht. Op het strand raken de legers slaags, de middag van 2 juli. De Spanjaarden vechten met hun gezicht naar de wind en de zon - een vervelend nadeel. Als Maurits het perfecte moment kiest om zijn reserveruiterij in de slag te werpen, slaat de balans definitief naar de Nederlandse kant. (Hoewel, Nederlandse; op gravures is te zien dat Maurits' troepen uit grote contigenten huurlingen bestaan: Engelsen, Walen, Zwitsers en Duitsers).

In 1600 wensten de Staten-Generaal, aangevoerd door Johan van Oldenbarnevelt, dat het Staatse leger een tocht naar Vlaanderen zou ondernemen om Nieuwpoort en Duinkerken te veroveren. Hollandse en Zeeuwse schepen leden onder de kaapvaart uit deze plaatsen. Bovendien zou het Spaanse gezag afgesloten raken van zee, daar Oostende en de Vlaamse noordkust (nu Zeeuws-Vlaanderen) al in Staatse handen waren.

Stadhouder en legeraanvoerder Maurits achtte het plan te riskant, maar de Staten kregen hun zin. Bij Vlissingen verzamelden zich 1300 schepen met 13.000 man voetvolk en 3000 ruiters. Maurtits werd vergezeld van zijn halfbroer Frederik Hendrik (1584-1647) en zijn neven Ernst Casimir (1573-1632) en Lodewijk Gunther (1575-1604). Op 21 juni landde het leger te Philippine. Drie dagen later begon de mars naar Nieuwpoort, via Eeklo, Maldegem, Brugge en Oostende, waarheen de vloot werd verplaatst en waar een afvaardiging van de Staten-Generaal de afloop afwachtte. Ook het geschut werd hier ontscheept. Maurits liet het terrein niet verkennen en had geen goede kaarten bij de hand, waardoor verkeerde en onbegaanbare wegen werden ingeslagen. Pas op 2 juli kwam hij voor de IJzer bij Nieuwpoort aan en begon hij aan de oversteek van die rivier.

Intussen had het Spaanse gezag niet stilgezeten. Aartshertog Abertus van Oostenrijk, landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden, had een leger verzameld in Langerbrugge bij Gent. Met zijn vrouw Isabella, die van haar vader Filips II de soevereiniteit over de Nederlanden had gekregen, verzekerde hij zich van de trouw van de troepen. Hij vertrok op 30 juni naar de kust waar hij al op 2 juli aankwam, Maurits' leger van het bruggenhoofd te Oostende afsnijdend. Maurits gaf Ernst Casimir opdracht met de 1800 Staatse troepen die de IJzer nog niet over waren, Albertus tegen te houden bij Leffinge. Dat mislukte jammerlijk en 800 manschappen stierven.
Maurits liet zijn leger over de IJzer terugkeren en stelling nemen in de duinen. Terwijl hij nog bezig was, tegen half vier in de middag, begon het gevecht. De tumultueuze strijd duurde tot omstreeks zeven uur. Maurits won, wellicht dankzij zijn grote strategische inzicht en zijn geavanceerde krijgstechnieken: zo hield hij zijn reserves langer achter de hand, werkte hij met kleinere en beter wendbare troepenformaties en liet hij zijn kanonnen over houten matten vervoeren over het duinzand. Na de slag steeg Maurits van zijn paard om God te danken (dit werd later dikwijls afgebeeld). Aan Staatse kant waren 1800 doden gevallen, aan Spaanse kant bijna 4000. Albertus was gevlucht met achterlating van zijn paard, de Spaanse generaal Francisco de Mendoza werd krijgsgevangen gemaakt.

Maurits liet zijn leger enkele dagen rusten en sloeg op 6 juli het beleg voor Nieuwpoort. Vanwege het slechte weer, de sterke tegenstand en een verwachte Spaanse tegenaanval brak hij op 17 juli op, waarna het leger huiswaarts keerde. De gewonnen slag leverde dus uiteindelijk niets op, afgezien van een groot internationaal prestige voor Maurits als veldheer. Bovendien was vermoedelijk een beslissende stap gezet in de verwijdering tussen Maurits en Oldenbarnevelt. De eerste was misnoegd over het risico en de vele doden, de laatste over het onbenut laten van de krijgskansen. Een legende wil dat Maurits na de slag Oldenbarnevelt een oorvijg gaf. In het historisch bewustzijn van de Nederlanders kreeg de Slag bij Nieuwpoort niettemin een vaste plaats als een groots moment in de vaderlandse geschiedenis. Zozeer zelfs dat de frase '1600: Slag bij Nieuwpoort' model is komen te staan voor oubollige historische feitenkennis.

Boven: Triomfantelijke intrede in Rotterdam van Prins Maurits na de slag bij Nieuwpoort, schilderij van Lucien Alphonse Gros (1845 - 1913)

Republiek (1600-1647)

laatst bijgewerkt: 31-07-02