6025

Michelangelo (1475 - 1564)

Michelangelo, voluit: Michelangelo di Lodovico Buonarroti Simoni, werd geboren in Caprese (Toscane) op 6 maart 1475. Zijn vader , Lodovico, stamde af van een ooit welvarende koopmansfamilie uit Florence. Lodovico was burgemeester van Caprese. Michelangelo was zes jaar oud toen zijn moeder stierf. Nadat het gezin naar Florence verhuisde, werd Michelangelo aan een min toevertrouwd. Omdat de min de vrouw van een steenhouwer was, grapte Michelangelo later dat hij de liefde voor de beeldhouwkunst reeds met de melk van zijn min ingegoten had gekregen.

Michelangelo had als jongetje maar weinig belangstelling voor school, Hij bracht zijn tijd liever door met tekenen. Zijn uitzonderlijke talenten bleken reeds op jonge leeftijd. Zijn vader had aanvankelijk weinig begrip voor de plannen van zijn zoon. De sociale status van het kunstenaarsberoep, was niet hoog. Toch zette Michelangelo zijn plannen door. Op zestienjarige leeftijd ging hij in de leer bij Domenico Ghirlandaio. Niet veel later scheen hij zich aan te sluiten bij de beeldhouwer Bertoldo di Giovanni, een voormalige leerling van Donatello.

Van 1490 tot 1492 stond de jonge kunstenaar onder bescherming van de roemruchte Lorenzo I de' Medici, Il Magnifico (de prachtlievende). Zo had hij toegang tot de oudheidkundige verzameling in de tuin bij het klooster San Marco. In die jaren verkeerde Michelangelo in kringen van vooraanstaande geleerden en dichters als Marsilio Ficino en Angelo Poliziano.

Na de dood van Lorenzo de' Medici in 1492 kwam Florence in de greep van de Dominicaanse monnik Girolamo Savonarola, die fel gekant was tegen pracht en praal in de kunst en het culturele klimaat in de stad bepaalde. Michelangelo ontvluchtte zijn stad en vertrok naar Bologna, waar hij voor een jaar introk bij de adellijke Gianfrancesco Aldovrandi. In Bologna schiep de inmiddels twintigjarige Michelangelo de Engel met kandelaar en het beeld van de Heilige Petronius. Niet alleen de liefde voor de beeldende kunst verbond Michelangelo met de edelman, maar ook die voor de literatuur. Michelangelo las Aldovrandi voor uit het werk van de beroemde Toscaanse dichters Dante Alighieri, Giovanni Boccaccio en Francesco Petrarca. Michelangelo's eerste verzen, die een paar jaar later ontstonden, laten met name de invloed van Petrarca zien.

Na een kortstondige terugkeer in Florence vertrok hij naar Rome. De enorme antieke kunstschatten daar oefenden een enorme aantrekkingskracht op Michelangelo uit. In Rome maakte hij zijn eerste Romeinse werken: Bacchus en de beroemde Pietà, die nu staat opgesteld in de rechter zijkapel van de Sint-Pieter in Rome. 

In 1501 keerde hij terug in Florence. Hij trof daar een sterk verbeterd politiek klimaat aan. Voor Michelangelo brak nu een vruchtbare periode aan, waarin hij belangrijke opdrachten kreeg, zoals voor zijn beroemde David. Met Leonardo da Vinci werd hij gevraagd voor de uitvoering van een grote muurschildering.

In 1505 werd Michelangelo door paus Julius II naar Rome gehaald om diens grafmonument te ontwerpen en uit te voeren. Een project dat met verscheidene onderbrekingen en aanpassingen pas in 1545 zou worden voltooid, 32 jaar na het overlijden van de paus. Oorspronkelijk moest het een vrijstaand, groots monument worden met wel meer dan 40 gebeeldhouwde figuren. In sterk afgeslankte vorm is het nu in de kerk van San Pietro in Vincoli te Rome te zien. Het beeld van Mozes (ca. 1516) is daarvan het bekendste onderdeel, maar ook de beroemde zogenaamde Slaven (Galleria dell'Accademia, Florence) waren voor deze tombe bedoeld. De opdracht van de paus voor fresco's op het plafond van de Sixtijnse Kapel in Rome, leidde tot Michelangelo's beroemdste schilderwerken. De Schepping van Adam is het bekendste onderwerp op het plafond.

Boven: de verdrijving van Adam en Eva uit het Paradijs, fresco in de Sixtijnse Kapel in Vaticaanstad.
De eerste architectonische opdracht die Michelangelo kreeg, betrof het decoreren van de onbewerkt gebleven façade van de San Lorenzobasiliek in Florence. Hij werkte in opdracht voor paus Leo X. Lang nadat Michelangelo het eerste ontwerp had ingeleverd, trok de paus zich in 1520 terug uit het project. Beter ging het met de planning van de Biblioteca Medicea Laurenziana in opdracht van paus Clemens VII in 1524. De bibliotheek herbergt de waardevolle handschriftencollectie van de Medici.

In 1534 vestigde Michelangelo zich definitief in Rome, waar hij de laatste dertig jaar van zijn leven doorbracht. Na de dood van Clemens VII nam de nieuwe paus Paulus III Michelangelo onmiddellijk in dienst. Hij bevond zich toen op het toppunt van zijn roem. Hier schilderde hij "Het Laatste Oordeel", het beroemde fresco in de Sixtijnse Kapel, in een van de huidige Vaticaanse musea in Vaticaanstad. In 1535 werd Michelangelo opnieuw benaderd voor een schilderopdracht in de kapel. Deze keer moest de muur achter het altaar beschilderd worden met het Laatste Oordeel. Het fresco werd in 1541 voltooid. Vanwege het grote Westers Schisma in de 14e eeuw, was de pauselijke kerk in vergevorderde staat van verval. Halverwege de 15e eeuw maakte men onder paus Nicolaas V plannen voor uitbreiding van de Sint Pieter. Het is paus Julius II die vijftig jaar later tot nieuwbouw besloot en bij wie ook Michelangelo in dienst was. Hij was intussen al de zevende architect van het project. Hij keerde terug naar het oorspronkelijke plan van Donato Bramante, die een symmetrische ronde koepel voor ogen had. Het project werd pas na Michelangelo's dood voltooid. Ook ontwierp Michelangelo het plein en de trap van Piazza del Campidoglio in Rome ontworpen.

Michelangelo stierf op 18 februari 1564 in Rome, enkele weken voor zijn 89e verjaardag. Zijn laatste woorden werden door Vasari opgetekend:"Ik geef mijn ziel terug in de hand van God, mijn lijf aan de aarde, en mijn bezit aan mijn familie". Zijn kunstwerken brachten hem tijdens zijn leven al zoveel roem, dat men hem met Giorgio Vasari wel Il divino Michelangelo, de goddelijke Michelangelo noemde. Zijn werk werd als groots en uitzonderlijk betiteld en gold als het hoogtepunt van de Renaissancekunst. Michelangelo ligt begraven in een praalgraf in de Basilica di Santa Croce in Florence.

Gemaakt: 18-03-09

colofon