5657

Grote Pier (Grutte Pier)

Onder den naam Grote Pier (Fries: Grutte Pier, ook wel Lange Pier) (1480? - 28 oktober 1520) maakte Pier Gerlofs Donia, een boer uit Kimswerd grote bekendheid als piraat en Fries vrijheidsstrijder bekendheid. Over grote Pier werden vele sterke verhalen verteld en heeft zich een uitgebreide legendevorming voorgedaan. Het is moeilijk te zeggen wat er van al die verhalen over op waarheid berust en wat niet. Grote Pier bedeelde zich allerlei titels toe als Koning van Friesland, hertog van Sneek, graaf van Sloten, vrijheer van Hindelopen en kapitein-generaal van de Zuiderzee had een enorme haat tegen alles wat Hollands was. Onder zijn leiding opereerde een kapervloot op de Zuiderzee die Hollandse schepen en steden plunderde. Aan Pier worden een reusachtige gestalte en een bovenmenselijke kracht toegeschreven. Zo word van hem gezegd dat hij o.a. munten tussen duim en wijsvinger kon buigen. Ook kon hij een paard van ongeveer 1000 pond (500 kg) op de schouders nemen. Bronnen schrijven hem veelal een lengte van zeven voet (2 meter 15) toe. 
Hij bleek het vooral te hebben voorzien op het stadje Medemblik, omdat de Medemblikkers verschrikkelijk te keer waren gegaan toen Hollandse troepen van Karel V zijn geboortedorp hadden verwoest. Op 24 juni 1517 voerde Grote Pier met zijn bende "De Zwarte Hoop", een ongeregelde bende van 4000 Gelderse en Friese soldaten naar West-Friesland, om bij Wervershoop aan land te gaan In een mum van tijd werd Medemblik overrompeld. Vele inwoners werden gedood en enkele gevangen genomen en weer tegen een hoge losprijs vrijgelaten. Een gedeelte van de inwoners zocht een veilig toevlucht in het kasteel van Medemblik: kasteel Radboud. Slotvoogd Joost van Buren wist de overvallers buiten de poort en de muren van het kasteel te houden, maar kon niet verhinderen dat Piers bende de stad plunderderden en daarna in brand staken. Omdat de meeste huizen van hout waren, brandde het stadje als een fakkel. kerk, kloosters en raadhuis gingen in vlammen op, inclusief het stadsarchief.

Grote Pier en zijn mannen zouden volgens de legende hun buit hebben afgedragen aan hertog Karel van Gelre, die steun in de strijd tegen de Hollanders had toegezegd. Toen bleek dat Karel in 1517 zelf een machtspositie in Friesland probeerde te verwerven, was Grote Pier zo teleurgesteld, dat hij zich uit de strijd terugtrok. Zijn laatste jaren bracht hij door in Sneek, waar hij op 28 oktober 1520 overleed en werd begraven in de Martini Kerk. 

Gemaakt: 14-12-08 

colofon