5677 Stadswallen en -poorten (Rotterdam)
Stadswallen en -poorten
Boven: kaart van Rotterdam uit omstreeks 1550. 

Rechtsonder de ingang van de (Oude) Haven met op de kade de waarschijnlijk eerste Hoofdpoort van Rotterdam, want de vijand kwam immers meestal over het water, het land was nog op veel plaatsen verraderlijk, te moerassig. Rechts van de St. Laurenskerk, ten noorden van de Hoogstraat, stroomt de Rotte, langs de Hofpoort, uit in de reeds toen al aanwezige stadsvest. Links van de Hofpoort de eerste St. Jorispoort, maar beter bekend onder de naam Delftsche Poort. Rechts van de Hofpoort zien we de Oostelijke Stadsmuur versterkt en bewaakt door torens.

Bij gebrek aan gegevens kan moeilijk vastgesteld worden, wanneer de middeleeuwse poorten verrezen. Ze moeten evenals de muurtorens dateren uit de 14de eeuw, ook al worden ze pas in de 15de eeuw vermeld. Ze waren toen nog terdege verdedigingswerken, die door aanvallers geramd konden worden : in 1426 - de roerige tijd van Jacoba van Beieren - en in 1488 / 89 - toen jonker Frans van Brederode zich in en om Rotterdam uitleefde.

Delfsche Poort of St. Jorispoort

Rotterdams meest bekende poort was de Delftsche Poort of St. Jorispoort aan het begin van de Schie. De poort werd in 1545 gebouwd. In plaats van de oorspronkelijke verwulfde bruggen werden ter wille van de scheepvaart in de 17de eeuw houten bruggen aangelegd. Op de kantelen aan de binnenzijde stond het beeld van St. Joris en de draak. Omdat de poort geheel bouwvallig geworden was, is in de jaren zestig / zeventig van de 18de eeuw een nieuwe Delftsche Poort gebouwd door de hofarchitect Pieter de Swart, een statussymbool, dat het uitgehouden heeft tot 1940. De poort was iets naar het noord-westen verplaatst opdat deze zelfde poort een fraaije parade zoude maken van de kant aan de Schie en van binnen de stad door het verkrijgen van een plein veel inconvenienten zouden worden weggenomen. Na de oprichting van de nieuwe Delftsche Poort (1768-1772) werd in 1778 ook een nieuwe Hofpoort gebouwd.

Goudsche Poort
In de tijd dat de stad zich in noordoostelijke richting uitstrekte tot de plaats van de latere Lange Waranda moeten er twee Goudsche Poorten geweest zijn. In 1563 leed de Goudsche Poort ernstige brandschade. Zij werd in 1643 vervangen door een nieuwe poort, die in 1842 is afgebroken. 

Westpoort of Schiedamse Poort
Op de dijk ter hoogte van het tegenwoordige Historisch Museum heeft tot 1613 de middeleeuwse West- of Schiedamsche Poort gestaan. Toen had de grote stadsuitbreiding naar het zuiden reeds plaatsgehad. Om dit belangrijk gebeuren te markeren was er in 1599 voorbij Coolhoek op het Vasteland een houten roodgeverfde poort opgezet : de Rode- of Nieuwe Schiedamsche Poort. Van 1647 tot 1827 stond hier een stenen poortgebouw.

Oostpoort
De restanten van de Oostpoort werden in 1912 afgebroken. Poorten waren uiteraard nogal kwetsbaar. Daaruit is het te verklaren dat er verscheidene keren een nieuwe Oostpoort is gebouwd.
De grote brand van 1563 legde de Oostpoort in de as. Hoewel ze hersteld werd, stortte ze in 1574 in. Intussen was ze op 9 april 1572 getuige geweest van een bijzondere gebeurtenis: de bloedige intocht van de Spanjaarden onder Bossu. In de laatst gebouwde Oostpoort (van 1613) was een inscriptie aangebracht, die aan de intocht van Bossu herinnerde. De Oostpoort was in 1795 nog eens het toneel van een invasie van vreemde Franse troepen, in een van de prenten te zien.

Binnenwegsche- of Coolsewegpoort  
Van ca. 1618 tot 1828 stond de Binnenwegsche- of Coolsewegpoort in de onmiddellijke nabijheid van de oude Schiedamsche Poort, maar dan frontaal gekeerd naar het westen (Binnenweg). Deze poort werd ook wel de Delfshavensche Poort genoemd.

Oude Hoofdpoort en St. Laurenspoort
Er werden in de eerste jaren van de 17e eeuw ook houten poorten geplaatst aan de hoofden langs Oudehaven en Leuvehaven. 

De (Oosterse) Oude Hoofdpoort verrees in 1598, een sierlijk renaissancegebouw in blauw arduin, dat in 1856 verdwijnen moest. Voorgangster van deze Oude Hoofdpoort was de oude Hoofdpoort of St. Laurenspoort op de grens van de oude stad aan het zuideinde van de Hoofdsteeg bij de Draaibrug. De St. Laurenspoort werd in 1578 afgebroken, toen de stadsuitleg op gang was gekomen. 

In de jaren 1662-1666 werden de drie overige hoofdpoorten in steen opgetrokken; de twee middelste, Westerse Oude Hoofdpoort en Oosterse Nieuwe Hoofdpoort, werden wat lager gehouden om de twee buitenste poorten te doen domineren. Ze werden afgebroken respectievelijk in 1827 en 1832. De Westerse Nieuwe Hoofdpoort of Witte Poort wist haar bestaan te rekken tot 1854.

Van de middeleeuwse Noordpoort is bekend dat ze een voorpoort had. 

Vesttorens
Van de vesttorens waren vooral bekend aan de westzijde Treurenburg en de Jan Vettentoren, aan de noord-oostzijde Pompenburg en Paddenburg, aan de rivierzijde de Blauwe toren en Havestein.

De Blauwe Toren, die ten westen van de Draaibrug bij de Kolk een schakel is geweest in de oude verdedigingslinie, is in de 16de eeuw gebruikt als gevangenis. Toen de Britse Merchants Adventurers in 1635 hun Court overgebracht hadden naar Rotterdam, werd in de Blauwe toren de Wisselbank ingericht. Hier lag toen het economisch hart van de stad. Tegenover de Wisselbank kwam in hetzelfde jaar 1635 de Beurs. Naast de Wisselbank stond de grote Stadskraan.

Laatst bijgewerkt: 24-02-09

colofon