4705

Koninkrijk Songhai (ca. 1100 - 1600) - Arma - Ségou

Koninkrijk Mali (1200 - 1500)

Tegelijk met Mali bestond het West-Afrikaanse koninkrijk Songhai, dat  verder naar het oosten reikte, in de richting van het Tchaad-meer. De Songhaï leefden ten zuiden van Gao langs de Niger. Ze verhandelden voedsel tegen zout en stoffen met Islamitische handelaren. Het was dan ook niet vreemd dat alle leiders van de Songhaï in de 11e eeuw al waren bekeerd tot de Islam. De oorspronkelijke hoofdstad Kukiya was vervangen door Gao, dat in de 14e eeuw werd ingelijfd bij het koninkrijk Mali. Alleen het gebied ten zuiden van Gao bleef Songhai gebied. In de 15e eeuw raakte Mali in verval en werd het rijk onder de voet gelopen door de Toeareg koning Sulayman Dandi en zijn opvolger Sonni Ali. In 1468 werd Tombuctou veroverd op de Toeareg en ook de zoutmijnen van Taghaza, diep in de Sahara, werden onderdeel van het nieuwe rijk.

De Songhaï werden steeds machtiger. Hun grootste bloeitijd duurde van ongeveer 1350 tot 1600. De Songhaï beschikten over een goed georganiseerd beroepsleger en ambtenarencorps. Geleidelijk breidden de Songhaï hun macht uit over de Sahel. 

Onder Askia Muhammed Touré, Askia de Grote, die in de 16e eeuw over Songhai regeerde, volgde een bloeiperiode op economisch en cultureel gebied. De handel en de controle op de handel over de goud- en zouthandel en de opbrengsten uit de landbouw en de visserij, zorgden voor de economische bloei. Een voorbeeld van culturele bloei was de Sankoré moskee in Tombouctoe, tevens universiteit, waar tienduizenden studenten de islam, geneeskunde en rechten studeerden. Ook de goud- en zouthandel door de Sahara werd doorTombouctoe gecontroleerd.

Door de concurrentie van de Portugezen en andere rijken in Centraal-Afrika met betrekking tot de goudhandel, werd het verval van de Songhai ingezet. De Portugezen bouwden in het huidige land Ghana het fort Elmina en omzeilden van daaruit de tussenhandel, waar Songhai een groot deel van de welvaart aan te danken had. De oude handelsroutes dwars door de woestijn verloren aan betekenis. De stad Tombouctou geraakte in verval. Het leger van de Songhai was te klein en te zwak om met name de Marokkanen onder leiding van Ahmed el Mansoer teten te houden. 

 

In 1591 verloren de Songhai de slag bij Tondibi, waarmee er een einde kwam aan het Songhairijk van West-Afrika. De aandacht vanuit Marokko verslapte echter al snel na de dood van El Mansoer als gevolg van de guerilla-oorlog met de Songhai en de constant binnenvallende nomadische volken als de peul en de Toeareg. De Marokkanen die achterbleven namen echter het heft in handen, huwden met Songhai-vrouwen en noemden zichzelf "Arma". 

In 1737 werd Tombouctou door de Toeareg veroverd en was het afgelopen met met de heerschappij van de Arma.
Er ontstonden verschillende rijken langs de Niger, waarvan Ségou de belangrijkste was.

 

West-Afrika (1800 - 1900)

Gemaakt: 28-04-03; laatst bijgewerkt: 01-05-03

colofon