In de 12de eeuw vestigden de Zweden de heerschappij over Finland, bekeerden met geweld de Finnen tot het christendom en maakten Finland tot een Zweedse provincie (1362).  

Vanaf de twaalfde eeuw werden de relaties tussen de inwoners van Finland en hun buren overheerst door de strijd tussen de twee belangrijkste noordelijke machten van de periode, Zweden en Novgorod, een strijd die in intensiteit toenam aan het eind van de 13e eeuw.
Het conflict werd verhoogd door de parallelle concurrentie tussen Rooms Katholicisme, dat in het westen van Finland een voedingsbodem had gevonden, en het oostelijk Orthodoxe geloof, dat zich in Karelië had verspreid.

Het Verdrag van Pähkinäsaari in 1323 verdeelde Fins grondgebied tussen Zweden en Novgorod, waarbij Zweden Kasteel Viipuri innam en het westelijke gedeelte van de Karelische landengte. Novgorod kreeg het gezag over oostelijk deel van de landengte en het Käkisalmi kasteel. Dit duurde de volgende 300 jaar. De grens die door het Verdrag van Pähkinäsaari werd bepaald moest verreikende culturele effecten hebben.

Turku Castle is Finland's oudste middeleeuwse kasteel. Het werd gebouw in het begin van de 13e eeuw en werd pas voltooid aan het eind van de 16e eeuw.

Door de banden met Zweden, dat bij de Unie van Kalmar in 1397 met Denemarken en Noorwegen verenigd was, kwam Finland geleidelijk onder invloed van de Westerse beschaving, maar daarvoor werd het land ook tot betwist gebied in de oorlogen tussen Zweden en Rusland. Die oorlogen waren voor de Finnen een zware beproeving. Ze vertraagden de ontwikkeling van het platteland en decimeerden de bevolking. Pas rond 1750 begon het land zich te herstellen; de nieuwe welvaart en het verzet tegen de Zweedse overheersers vergrootten de Russische belangstelling voor Finland.

Finland (1800 - heden)

Gemaakt 31- 07- 06

colofon