10.331 Finland (1800 - heden)
Finland (1100 - 1800)

Bij de vrede van Hamina (Frederiksham) in 1809 moest Zweden zijn gezag opgeven en gedurende meer dan een eeuw was Finland een constitutioneel geregeerd grootvorstendom binnen het Russische keizerrijk. 

De 19de-eeuwse veranderingen in de economie en de samenleving deden het nationalisme ontwaken en zorgden voor binnenlands onrust, die in het kielzog van de Russische Revolutie culmineerde in een korte, maar bloedige burgeroorlog tussen de burgerlijke ('witte') en linkse ('rode') politieke partijen die aan 100.000 roden het leven kostte (zie ook onderaan de pagina m.b.t. het volkslied). Nadat al in 1917 de onafhankelijkheid was uitgeroepen, werd in 1919 de Finse Grondwet aangenomen en na langdurige onderhandelingen met de Geallieerden werd de republiek in 1920 erkend.

Rechts: Gezicht op Helsinki aan het eind van de 19e eeuw geschilderd door Oscar Kleineh (1846 - 1919).

Een bekend componist uit het begin van de 20e eeuw was Johan Julius Christian Sibelius (1865 - 1957). Hij was niet alleen de bekendste Finse componist, maar wordt ook beschouwd als de componist die de Finse identiteit het meest karakteriseert. Zijn bekendste werken zijn Finlandia, Valse Triste, het vioolconcert, de Karelia-suite en de Zwaan van Tuonela, een deel uit zijn Lemminkäinen-suite, Maar hij schreef veel meer: zeven symfonieën, meer dan honderd liederen en geestelijke muziek.
1918 - 1939

In de periode tussen de beide wereldoorlogen versnelde de opkomst van een Finssprekende middenklasse het ontstaan van een taalstrijd op de universiteiten met als kernpunt het gebruik van het Zweeds als onderwijstaal. Het geschil groeide uit tot een politiek twistpunt van de eerste orde, dat gedeeltelijk werd opgelost door wettelijke regelingen, maar veel meer door vergroting van economische kansen.
Gedurende heel hun geschiedenis zijn de Finnen zich bewust geweest van de strategische betekenis van het door hen bewoonde gebied en wel heel speciaal in de jaren die voorafgingen aan en onmiddellijk volgden op de Tweede Wereldoorlog. Opnieuw zag Finland zijn verworven vrijheden en zijn onafhankelijkheid bedreigd. Genoodzaakt de zijde te kiezen van ofwel de traditionele vijand (de Russen) of die van de weinig aanlokkelijke, maar machtige Duitsers, kozen ze voor een aanval op de traditionele vijand. Toen de vijandelijkheden beëindigd waren, had Finland van beide zijden zware klappen moeten incasseren. 

 

De Winteroorlog (1939 - 1940)

Nadat het Duits-Russische verdrag, het beruchte Molotov-Ribbentroppact, van 28 september 1939 was gesloten, legde Rusland ‘overeenkomsten voor wederkerige verdediging’ op aan Estland, Letland en Litouwen. Moskou stelde toen soortgelijke eisen aan Finland. Op 14 oktober 1939 ging de Finse delegatie naar Moskou, waar Stalin, minister van Buitenlandse Zaken Molotov en Potemkin (de plaatsvervangende commissaris van Buitenlandse Zaken) de eisen aan hen meedeelden. Deze eisen waren:

1. Finland zou haar eilanden in de Finse Golf afstaan.
2. de Finse grens zou opschuiven tot in de Karelische landengte tussen de Oostzee en het Ladogameer.
3. de marine- en luchtmachtbasis bij Hangö zou voor dertig jaar van de Sovjet-Unie zijn.
4. Finland zou Rybachiy in Lapland afstaan.
5. er zou een verdrag worden gesloten ter verdediging van de Finse Golf.

 

 

Als vergoeding voor deze offers bood Moskou een ‘rechttrekking’ van de grens bij Karelië aan. Na overleg tussen de Finse president Cajander en de Finse maarschalk Mannerheim was Finland bereid om een ander voorstel te doen, maar dit werd afgewezen.
Op 30 november 1939 begonnen de Russische strijdkrachten zonder enige oorlogsverklaring een aanval op Finland. Een land van 170 miljoen was een oorlog begonnen tegen een land van 3.5 miljoen, omdat het beweerde door het laatste te worden bedreigd!
Toen de aanval begon, waren de strijdkrachten ongelijk verdeeld: 120.000 Finse soldaten moesten het opnemen tegen 300.000 goed bewapende en door 800 vliegtuigen gesteunde Russische soldaten. De Finse luchtmacht had maar ongeveer 100 vliegtuigen. Hun wapens waren ook niet modern, het Suomi-machinepistool werkte goed bij temperaturen onder nul, maar het was geen goed wapen voor de oorlog in het woud. De handgranaten van de Finnen al evenmin.
Naast de gewone soldaten, maakten ook 90.000 vrouwen als hulptroepen deel uit van het Finse leger. Zij waren bekend als ‘Lotta’s’. In de officiële Russische ‘geschiedenis van de Grote Patriottische Oorlog’ staat er weinig informatie over het begin van de Winteroorlog of over de strijdkrachten waarover het Russische leger toen beschikte.
Dankzij een aantal voordelen en technieken, zoals de strenge winter, de bossen die goede dekking boden, de tactiek van de verschroeide aarde, slaagden de Finnen erin om stand te houden tegen Russen. De officiële geschiedschrijving geeft de schuld echter aan de troepen; er was een gebrek aan ervaring. Maar eigenlijk lag de schuld eerder bij Molotov, Stalin en hun militaire raadgevers. Zij hadden de vaderlandsliefde, het weerstandsvermogen en de beweeglijkheid van het Finse leger onderschat. Er waren ook blunders gemaakt door het Russische opperbevel.

De tweede aanval werd het Finse leger fataal. De Russen hadden toen veel meer troepen dan tijdens de eerste. De tweede aanval stond onder leiding van de Russische maarschalk Timoshenko (die het bevel overnam op 7 januari 1940) en begon op 1 februari 1940 in de Summasector. De Russen hadden een nieuwe aanvalsmethode ontwikkeld, die voor hen goede resultaten opleverde. Op 11 februari 1940 hadden Timoshenko en zijn troepen de eerste doorbraak door de Mannerheimlinie gerealiseerd. Daarna veroverden de Russische troepen steeds meer, onder andere het eiland Koivisto, Viipuri, …

Finland werd door sympathie van zowel de As als de Geallieerden overspoeld. Italiaanse hulp werd echter door de Duitsers tegengehouden: ze hadden Finland al aan Stalin beloofd en wilden hem niet ergeren. Groot-Brittannië zond humanitaire hulp, o.a. in de vorm van brandweerlieden, terwijl de Verenigde Staten vrachtwagens stuurden. Concrete militaire hulp kwam vooral uit Zweden in de vorm van vliegtuigen en een aantal eenheden vrijwilligers. Soortgelijke vrijwilligers uit met name Denemarken en de Verenigde Staten (meest Amerikanen van Finse afkomst) en, in mindere mate, Hongarije en Spanje, arriveerden te laat om nog in actie te komen. Op voorstel van Argentinië werd de Sovjet-Unie geroyeerd uit de Volkenbond, maar deze maatregel was louter formeel. De Volkenbond werd tegen deze tijd niet meer serieus genomen en zowel de Sovjet-Unie als andere landen hadden hier geen enkele boodschap aan. Finland moest dus in zijn eentje de strijd aangaan.

Op 12 maart 1940 werd in Moskou het Russisch-Fins verdrag getekend met de voorwaarden die de Russische afvaardiging had gesteld en op 13 maart 1940 kwam er een staakt-het-vuren. De Russen hadden gekregen wat ze wilden, maar tegen een hoge prijs. Duitse waarnemers zouden mede naar aanleiding hiervan het Rode Leger gevaarlijk onderschatten.

De focus van de strijd werd door de Winteroorlog op Scandinavië gericht. Duitsland vond dat de Sovjet-Unie maar al te gretig zijn deel opeiste, en de Duits-Russische vriendschap begon te kraken. Angst dat Zweden het volgende land zou zijn, bracht zowel Duitsers als Geallieerden ertoe dit land onder druk te zetten. Zweden leverde immers ijzererts aan Duitsland. Uiteindelijk zou deze situatie tot de inval in Denemarken en Noorwegen leiden. De Finnen zonnen op wraak, en namen een Duits aanbod voor een bondgenootschap met beide handen aan. Dit leidde tot de zgn. Vervolgoorlog. Hierdoor zou Finland, als enige democratie, de Tweede Wereldoorlog ingaan als As-mogendheid.

Hoewel Finland zich tijdens de winteroorlog met de Sovjet-Unie in 1939-1940 blijvende roem verwierf, vroeg de voortzetting van die oorlog vanaf 1941 enorme offers. Toen de Duitse bondgenoten zich eind 1944 van hun basis op Fins grondgebied terugtrokken, pasten te op grote schaal de tactiek der verschroeide aarde toe. Finland kwam uit de Tweede Wereldoorlog te voorschijn als een verslagen land met een geplunderde industrie en minder natuurlijk hulpbronnen. Meer dan 80.000 burgers waren gesneuveld en bijna 60.000 blijvend invalide geworden. Er waren een half miljoen vluchtelingen uit de vroegere provincies en de door de Duitsers aangerichte vernielingen moesten hersteld worden. Deze enorme problemen werden nog vergroot door de Russische eisen tot herstelbetalingen.

De Vervolgoorlog of Jatkosota is de Finse deelname aan de Tweede Wereldoorlog, als bondgenoot van Duitsland, tegen de Sovjet-Unie. Doel was de herovering van de in de Winteroorlog verloren gegane gebieden. De oorlog vond plaats van 25 juni 1941 tot 5 september 1944.
In de Winteroorlog was de Sovjet-Unie, na eerst zware diplomatieke druk te hebben uitgeoefend, Finland binnengevallen. Ondanks een golf van sympathie bij zowel de geallieerden als de As (Italië), wilde niemand de machtige neutrale Sovjet-Unie irriteren, en moest Finland de strijd alleen voeren. Ondanks spectaculaire overwinningen moesten de Finnen uiteindelijk voor de numerieke Russische overmacht zwichten, grote delen van het grensgebied afstaan, en de militaire basis Hanko/Hangö verpachten. De Finnen waren diep teleurgesteld, en werden zo in de armen van de Duitse diplomatie gedreven. De Duitsers sloten een bijstandspact met Finland, en beloofden teruggave van de verloren gebieden als Finland deel zou nemen aan Operatie Barbarossa, de veldtocht tegen de Sovjet-Unie.

Op 25 juni 1941 vielen de Finnen de Sovjet-Unie binnen, tegelijkertijd met de Duitsers, en gesteund door een Duits leger uit het bezette Noorwegen. De verloren gebieden werden snel heroverd, doordat de Sovjet-Unie haar verdediging moest concentreren op de aanval van de Duitsers. De Finnen stootten echter door en bezetten heel Oost-Karelië, een gebied dat tot dan toe nog nooit tot het Finse of Zweeds/Finse grondgebied had behoord. Hierdoor verloor Finland de sympathie van de Geallieerden, die de Sovjet-Unie steunden in de strijd tegen Duitsland. Het Verenigd Koninkrijk verklaarde Finland uiteindelijk zelfs de oorlog, zonder overigens tot daadwerkelijke gevechtshandelingen over te gaan.
De precieze redenen voor de bezetting van Oost-Karelië zijn nog altijd onduidelijk. Volgens historici wilde de politieke en militaire top het 'extra' gebied enerzijds gebruiken als onderhandelingsruimte, omdat men er van overtuigd was dat er vroeg of laat weer met de Sovjets moest worden onderhandeld. Anderzijds speelden nationalistische ideeën over een 'Groot-Finland' een rol, waarbij de Karelische bevolking – die ook een Finoegrische taal sprak en als broedervolk werd beschouwd – van de Sovjet-overheersing bevrijd zou moeten worden.

De Finnen probeerden hun strijd zoveel mogelijk los te zien van de Duitse aanval op de Sovjet-Unie, iets waar ze naar de buitenwereld toe steeds minder goed in slaagden. Desalniettemin gaven de Finnen niet toe aan alle wensen van Duitsland. Ze namen deel aan de omsingeling van Leningrad aan de noordzijde; maar ondanks verzoeken van de Duitsers tot assistentie in de aanval op de stad wilden de Finnen niet actief aan deze strijd deelnemen. Misschien heeft deze houding van de Finnen Leningrad wel gered van de Duitse bezetting. Nadat de Sovjets de Duitsers tot de terugtocht hadden gedwongen kon in 1944 een grote troepenmacht worden vrijgemaakt voor het terugdrijven van de Finse bezettingsmacht. De tegenaanval op de Finnen werd op 9 juni van dat jaar ingezet, synchroon met de Geallieerde landing in Normandië. Net als in de Winteroorlog konden de Finnen niet standhouden tegenover het enorme numerieke overwicht. Van onderhandelingsruimte bleek geen sprake meer. De Finse troepen werden gestaag de grens overgedreven.

Finland probeerde koortsachtig onder een Sovjet-bezetting uit te komen en de schade zoveel mogelijk te beperken. De Finse president Ryti werd vervangen door maarschalk en ex-regent Mannerheim, die via Zweden de onderhandelingen heropende. Finland slaagde erin onafhankelijk te blijven. De nieuwe vredesvoorwaarden herbevestigden echter de vrede van 1940, waarbij Finland grote gebiedsdelen van Karelië in het zuidoosten moest afstaan. Daarnaast legden de Sovjets Finland zware herstelbetalingen op.

Tot slot werden de Finnen door de Sovjets gedwongen om in kort tijdsbestek de Duitse troepen uit hun land te verdrijven. Dit leidde tot de zogenaamde Laplandoorlog. Mannerheim probeerde het met de Duitsers op een akkoord te gooien, maar deze voelden zich verraden. Ze trokken zich wel terug, via Lapland naar Noorwegen, maar niet vreedzaam. Het kwam tot schermutselingen met de Finse achtervolgers, waarna de Duitsers zich van de "tactiek van de verschroeide aarde" bedienden. Veel plaatsen in Lapland (die voornamelijk uit houten huizen bestonden) werden compleet in de as gelegd, waaronder de Lapse hoofdstad Rovaniemi.

Al met al kwam Finland er, vergeleken met Centraal-Europese landen als Polen, Hongarije, Tsjechoslowakije en Roemenië vrij genadig van af. Het bleef bij het verlies van Zuid-Karelië, inclusief Vyborg, en Petsjenga (Petsamo). Buiten het afstaan van de marinebasis Porkkala (bij Helsinki) tot 1955 werden er geen Russische troepen in Finland gelegerd. De Finnen werd het vergund een eigen koers te varen, zolang ze hun grote buurman in het oosten niet in de wielen reden. Finland moest zware herstelbetalingen doen, maar deze dienden voornamelijk in natura, als zware industriegoederen, te worden voldaan. Op wrange wijze werd zo de Finse naoorlogse machine-industrie, vandaag de dag een van de pijlers van de economie, ontwikkeld.

Juho Kusti Paasikivi, die in 1918 korte tijd minister-president was, aanvaardde dat ambt opnieuw in 1944, waarna hij in 1946 tot president verkozen werd. Met Urho Kekkonen in zijn kabinet begon hij met de aanpak van de binnenlandse problemen. Deze moesten worden opgelost binnen het kader van de buitenlandse en de herstelbetalingen. Voor de regering ging het nationale belang boven alle partijpolitiek doelstellingen. De ernstige financiële moeilijkheden leidden echter tot inflatie en tot het uitbreken van stakingen. Het in 1948 gesloten Fins-Russische vriendschapsverdrag had als gevolg dat Finland de Marhsallhulp moest afwijzen. De Finse buitenlandse politiek heeft na WOII altijd moeten schipperen tussen enerzijds het volgen van een eigen, onafhankelijk koers, vooral gericht op het Westen, en anderzijds het handhaven van goede betrekkingen met de machtige buren uit het oosten. Dit vereiste een neutrale opstelling in veel internationale kwesties.

Door alle inspanningen was het volume van de buitenlandse handel niettemin aanzienlijk vergroot en die handel kreeg een forse injectie toen Finland in 1961 geassocieerd lid werd van de EVA. Het associatieverdrag vormde ook de inleiding tot intensievere internationale samenwerking, toen later in dat decennium de Koude Oorlog in hevigheid afnam en de Sovjet-Unie meer gewend raakte aan de Finse politiek van 'actieve neutraliteit'.

Veelvuldige kabinetswisselingen waren een opvallend kenmerk van de jaren zeventig. In oktober 1981 legde de 81-jarige Kekkonen (overleed in 1986) zijn ambt neer. Hij werd opgevolgd door Mauno Koivisto. In 1983 werd het van 1948 daterende vriendschapsverdrag met de SU vernieuwd.

De zuivering van Moskougezinden uit de top van de Finse communistische partij in 1985 leidde tot problemen met Moskou. Na parlementsverkiezingen in 1987 kwamen de conservatieven voor het eerst sinds 20 jaar in de regering. President Koivisto werd in 1988 herkozen. Finland werd in 1989 het 23ste lid van de Raad van Europa.

De economische ontwikkeling in de jaren tachtig verliep voorspoedig, beter dan in veel andere Europese landen. Door het ineenstorten van de Sovjet-Unie in 1991 viel een belangrijke afzetmarkt voor exportproducten weg. Samen met de internationale crisis van het begin van de jaren negentig leidde dit tot een diepe recessie in Finland. Het einde van de wereldmacht van de Sovjet-Unie betekende dat Finland makkelijker betrekkingen aan kon gaan met West-Europa. In 1992 werd het EG-lidmaatschap aangevraagd, en in 1995 trad Finland toe tot de Europese Unie. Met het oog op de politieke instabiliteit in Rusland werd begin jaren negentig besloten de defensie-uitgaven te verhogen. Met de NAVO werd in 1994 een Partnerschap voor Vrede aangegaan.

Gemaakt: 31-07-07