5228 De Occitaanse Reconquista (1217 - 1218)
 De Occitaanse Reconquista (1216)

Nu in Toulouse en Foix orde op zaken was gesteld, besloot Montfort voorgoed af te rekenen met de jonge graaf Raymond in de Provence. Die was op dat ogenblik in Avignon van waaruit hij met vaste hand de opstand dirigeerde. Zijn vader zocht ondertussen volop steun aan de andere zijde van de Pyreneeën en leek daar nu enig succes te boeken. Hij kwam voor een paar weken over naar de Provence voor overleg met zijn zoon. Wat zij zo dringend te bespreken hadden zou spoedig blijken.

Intussen was Montfort in de buurt gekomen. Met een snelle campagne, zoals we dat van hem gewoon waren, had hij de rechteroever van de Rhône in handen gekregen, met uitzondering van enkele versterkte plaatsen waaronder uiteraard Beaucaire. Dat betekende niet dat hij er zich veilig kon voelen. Zijn veroveringen leverden hem dan wel kastelen en steden op maar niet de sympathie van de bevolking. In Pont-Saint-Esprit ontsnapte hij ternauwernood aan een aanslag.

De kruisvaarders staken de Rhône over in de buurt van Viviers en rukten op naar Montélimar. Vervolgens ging de campagne naar de gebieden van Adhémar de Poitiers, éen van de belangrijkste vazallen van Raymond VI. Als Montfort hem kon uitschakelen verloor de jonge graaf zijn belangrijkste steunpunt in het noorden. De Fransen vernielden een aantal dorpen (Montgrenier, februari - maart 1217) en belegeren Crest. De prins van Orange, Guillaume des Baux, vervoegde hen hier bij hen met versterkingen en zette dus een punt achter de met Raymond VI overeengekomen neutraliteit. Eens te meer was Montfort aan een succesvolle campagne bezig, vastbesloten voor goed af te rekenen met een opstandige Provence. 

Waarom had de jonge Raymond niet ingegrepen? Waarom had hij Montfort bijna ongehinderd zo ver naar het noorden laten trekken? Het antwoord liet niet lang op zich wachten... De overwinningssfeer in het Franse kamp sloeg vlug om toen een koerier uit Toulouse opdaagde. Die was gestuurd door Montfort's echtgenote Alix en het nieuws dat hij bracht kwam aan als een mokerslag: Raymond VI was met een leger uit Aragon over de Pyreneeën getrokken, opgerukt naar Toulouse en had binnen de kortste keren de stad terug onder zijn controle gebracht. Toulouse vierde weer feest... (12 september 1217)

In 1217 onderwierp Guillaume de Peyrepertuse zich aan Simon de Montfort. Later zal Guillaume de strijd weer opnemen en het naburige kasteel van Puilaurens bezetten.

Peyrepertuse (betekent 'doorboorde steen'). Een strategische plaats, die door de Romeinen werd gebruikt. De naam duikt voor het eerst in de 8e eeuw na Chr. op. Drie eeuwen later wordt in de boeken gesproken over een 'castrum', een versterkt dorp. Het is in handen van de Catalaanse Graaf van Besalu. Bij het uitbreken van de kruistocht tegen de Katharen was de familie Peyrepertuse eigenaar, vazallen van de burggraaf van Narbonne. Montfort stond opnieuw schaakmat. Hij was het slachtoffer geworden van de nieuwe strategie van de Raymonds. De jonge graaf in de Provence en zijn vader in Toulouse kaatsten hem over en weer als een ping-pongbal, hij was verplicht op twee fronten te vechten en had het initiatief verloren. Het was helemaal geen toeval dat de jonge Raymond de kruisvaarders zo ver liet doorstoten zonder in te grijpen, precies op het ogenblik dat Raymond VI over de Pyreneeën trok!

Paus Honorius III ging zich nu op aandringen van de kruisvaarders met het conflict bemoeien. Hij maande de koning van Aragon (de 10-jarige Jaime) en zijn regent, graaf Sancho van Roussillon, aan onmiddellijk elke hulp aan de graaf van Toulouse stop te zetten. De graaf van Foix kreeg het bevel onmiddellijk Toulouse dat sinds 13 september 1217 weer door de kruisvaarders werd belegerd) te verlaten, zoniet zou hij zijn kasteel nooit terugkrijgen. Feitelijk had hij zijn burcht al opnieuw in bezit moeten hebben, alle afspraken waren daarvoor gemaakt. 
Raymond-Roger van Foix gehoorzaamde de paus en vertrok uit Toulouse, maar liet er zijn leger en zijn vazallen achter onder bevel van zijn beide zoons Loup en Roger-Bernard. Het was zeer twijfelachtig of dàt de bedoeling van de paus geweest was. Waar de graaf van Foix nog de schijn ophield aan de paus te gehoorzamen trok de jonge Raymond zich helemaal niets van diens bevelen aan. Terwijl Montfort zich noodgedwongen op Toulouse moest concentreren, nam hij in de Provence de ene plaats na de andere in.  

Ondertussen sleepte de belegering van Toulouse zich voort door de winter en de lente... Op 5 of 6 juni 1218 was de stad opnieuw in feeststemming. De jonge graaf Raymond trok met zijn zegevierend leger de stad binnen. Op deze 21-jarige opperbevelhebber was alle hoop van de occitanen gevestigd.

Montfort koos intussen voor de grote middelen. Met belegeringstoestellen en alle effectieven zou een bestorming ondernomen worden. De grote slag om Toulouse begon op zondag 24 juni 1218. Raymond VI riep onmiddellijk zijn generale staf bijeen, want een andere aanpak van de vijand vroeg een andere aanpak van de verdediging. Aangezien de "muren" nog bestonden uit een verzameling snel opgebouwde barricades moest de vijand zo lang mogelijk op afstand gehouden worden. Met man en macht werd aan de omwalling gewerkt, de vrouwen bedienden ondertussen de katapulten. 

Op de avond van de eerste dag was de strijd nog onbeslist, maar de volgende ochtend (25 juni 1218) werd in alle hevigheid verder gevochten, zowel rond de stad als vanaf de schepen op de Garonne. Toen het leger van Toulouse een nieuwe uitval waagde, kon alleen de verschijning van Simon de Montfort zelf de kruisvaarders aansporen om stand te houden. Ondertussen bleef de artillerie uit de stad de Fransen met projectielen bekogelen. En toen gebeurde het... Het paard van Guy de Montfort werd door een boogschutter getroffen. Toen Guy zelf ook wordt geraakt, kwam Simon zijn broer ter hulp en werd hij aan het hoofd getroffen door een steen uit een katapult. Zijn schedel was verbrijzeld. Twee ridders trachtten zijn lichaam nog te bedekken maar het was te laat. Vanaf de muren was het voorval opgemerkt en het bericht ging als lopend vuur door de stad. Het lichaam van Montfort werd naar het Château Narbonnais gebracht, waar de pauselijke legaat en bisschop Foulques de trieste stoet opwachtten.

Het kruisvaardersleger was totaal ontredderd. Terwijl in Toulouse een vreugdegehuil opsteeg, de stadstrompetten bliezen en alle klokken werden geluid, werd de strijd gestaakt. De gehate onderdrukker was dood! Bij de kruisvaarders was het allesbehalve feest. Op de linkeroever brak er zelfs regelrechte paniek uit. 

Tenten, voedselvoorraden, wapens, geld, alles werd achtergelaten en viel zo in handen van de troepen uit Toulouse. Amaury de Montfort, de zoon van Simon, werd aangewezen als opvolger en erfgenaam. Hij kreeg alle titels van zijn vader én het opperbevel over de kruistocht. Hij was nauwelijks 20 jaar en de toekomst zou moeten uitwijzen of hij ook de militaire eigenschappen van zijn vader geërfd had. De nieuwe opperbevelhebber was een generatiegenoot van de occitaanse aanvoerder maar de jonge graaf Raymond beschikte over een dynamisme en een charisma waaraan het Amaury duidelijk ontbrak.

Als een soort wanhoopspoging ondernamen de kruisvaarders op 1 juli 1215 nog een nieuwe aanval, maar toen ook die werd afgeslagen was de fut er definitief uit, op 25 juli werd het beleg opgeheven. Eens te meer was het niet gelukt Toulouse op de knieën te krijgen. Amaury de Montfort trok met zijn leger naar Carcassonne waar zijn vader werd begraven in de nieuwe, nog niet geheelvoltooide St.-Nazaire kathedraal. 

In de westelijke muur van het dwarsschip van de kathedraal bevindt zich een fragment van een bas-reliëf waarop een beleg wordt afgebeeld. De steen dateert uit de eerste helft van de 13de eeuw; waarop te zien is hoe aanvallers proberen een versterkte stad binnen de dringen. Er bestaan verschillende hypotheses over afbeelding op dit bas-reliëf, zoals die van de dood van Simon de Montfort, die omkwam voor de muren van Toulouse. Daarnaast bevindt zich een grafsteen die deel zou uitmaken van het graf van Simon de Montfort. 

De jonge Raymond trok naar de Agenais waar een aantal steden hem als held en bevrijder verwelkomden. Ook zijn bondgenoten zaten niet stil. Het relatief veilige graafschap Foix was de voorbije jaren een waar toevluchtsoord geworden voor talrijke "faidits" en met deze geroutineerde legermacht bereidde de graaf van Foix een grote inval in de Lauragais voor. 

Ook in de Provence ging het niet zo goed voor Amaury de Montfort. Zijn bondgenoot, Guillaume des Baux, prins van Orange, wou van Raymond's afwezigheid profiteren om Avignon in te palmen maar het was hem slecht bekomen. Hij werd door de stedelingen gevangen genomen en als verrader opgeknoopt. Daarmee verdween de laatste bondgenoot van de kruisvaarders in de Provence.

Les Baux-de-Provence
Quercy en Rouergue sloten zich bij de jonge graaf aan. Zijn vader was naar Catalonië getrokken en onderhandelde met Nuno-Sancho, graaf van Rousssillon, regent van het koninkrijk Aragon én een geducht tegenstander van de familie Montfort. Hij slaagde erin om de machtige heren van Anduze, stevige bondgenoten van de kruisvaarders, van kamp te laten veranderen. De invloed van Aragon wist hij ook aan te wenden. De toen 10-jarige koning Jaime I was suzerein van Montpellier, een stad die steeds haar steun aan de kruisvaarders had gegeven. Maar na de dood van Jaime vader, Pedro II, in Muret was die steun niet meer zo zeker en begon de stad naar het occitaanse kamp over te hellen. 

Raymond VI stuurde zijn schoondochter, Sancie van Aragon, naar Nîmes, een stad die tot het kruisvaarderskamp behoorde en daarvoor van Montfort talrijke voordelen en privileges had losgekregen. In naam van beide Raymonds, haar echtgenoot en haar schoonvader, bevestigde zij alle privileges van Montfort en deed er nog een schep bovenop, waarna de stad de zijde koos van Toulouse. Meteen waren de kruisvaarders al hun steunpunten op de weg naar de Provence kwijt...

In oktober 1218 begon Amaury de Montfort met de belegering van Marmande maar zijn troepen liepen storm tegen de zich hevig verwerende verdediging. Precies hierop had de graaf van Foix gewacht. Terwijl Amaury in het noorden geblokkeerd zat, ontketende Raymond-Roger een tweede front in het zuiden, omdat de kruisvaarders die zich nog in Carcassonne bevonden van daaruit systematisch raids uitvoerden in de streek, waarbij zij niets of niemand ontzagen. De troepen uit de Ariège, aangevoerd door Raymond-Roger en zijn beide zoons Roger-Bernard en Loup, namen Baziège, op zo'n vier uur van Toulouse in.Zij wisten dat er kruisvaarders in de buurt waren en hoopten dat die niet aan de verleiding zouden kunnen weerstaan. De kruisvaarders, onder leiding van de overmoedige en wrede Foucaud de Berzy, liepen in de val. 

Toen het kruisvaardersleger voor Baziège verscheen, wapperden niet alleen de banieren van Foix boven de stad, maar stonden zij tegenover het leger van de jonge graaf Raymond, én de militie van Toulouse, én grote groepen Spaanse routiers, én het leger van Bernard de Commingues. Foucaud de Berzy zou nog wel naar Carcassonne kunnen ontkomen, maar dan moest hij de rijke buit die hij meevoerde achterlaten. Hij besloot te vechten. Toen de kruisvaarders de troepen van Foix tegenover zich zagen wachtte hen nog een nieuwe verrassing. In plaats van de zware onwendbare cavalerie zagen zij een lichtbewapende en snel wendbare ruiterij, uitgerust met bogen, slingers en werpsperen, tegenover zich verschijnen. De Fransen, die met hun zwaarbewapende ruiters in de eerste aanvalslijn stonden, werden bestookt met allerlei projectielen, konden hierop niet voldoende snel reageren en de verwarring was totaal. Pas toen ging de zware ruiterij van Foix in de aanval. Het Franse leger was in geen tijd volledig omsingeld. Vluchten was onmogelijk. Slechts enkele kruisvaarders (waaronder Alain de Roucy die koning Pedro II doodde in Muret) konden zich redden. Het commando van de kruisvaarders werd gevangen genomen. Verraders en overlopers werden ter plaatse gevonnist en opgehangen. Voor de eerste keer in het conflict hadden de occitanen een geregelde veldslag gewonnen.

De Occitaanse Reconquista (1219 - 1224)

Gemaakt: 12-08-05

colofon