4154 Ierland - Hoge koningen (900 - 1155)

Ierland - Het Viking Tijdperk (795 - 900)

Na verloop van tijd vermengden de Vikingen zich met de Ierse bevolking en waren ze even Iers als de Kelten. Ierland was op dat moment verdeeld in 7 provincies (Munster, Leinster, Connacht, Meath, Ailech, Airgialla en Ulster) en in ongeveer 100 tot 200 kleine koninkrijkjes die nogal in grootte en macht verschilden. Het land bereikte een soort van eenheid onder een Hoge Koning (Iers: Ard Rí) die theoretisch de macht had over de andere provinciale koningen. Er was sprake van steeds wisselende coalities tussen inheemse koningen en Vikingen. In 1002 zag koning  Brian Boru, koning van Munster, zijn kans schoon om als 'opperkoning' over bijna het hele eiland te heersen. In tegenstelling tot zijn voorgangers was hij een politiek opperhoofd die leek op de feodale koningen zoals die zich op het Europese vasteland begonnen te manifesteren. Hij bouwde scholen, wegen en bruggen en zorgde voor een rechtspraak.

In de slag bij Clontarf in 1014 versloeg koning Brian Boru de Vikingen. Brian Boru kwam in deze slag zelf om het leven. Deze slag maakte een einde aan de invloed van de Vikingen maar het wegvallen van koning Brian Boru had tot gevolg dat het land steeds meer verdeeld raakte en ten prooi viel aan onderlinge twisten. De provinciale koningen twistten om het hoge koningschap en bestreden elkaar uit vrees hun macht te verliezen.

Paus Gregorius VII zette een hervorming in gang. Dit hield de stichting van aartsbisdommen in, waaraan de Ierse kloosters, die tot dan toe een grote mate van zelfstandigheid hadden genoten, zich moesten onderwerpen. In 1152 kreeg de Ierse kerk tijdens de synode in het Schotse Kells haar eerste constitutie. Het eiland werd verdeeld in vier bisdommen. De aartsbisschop van Armagh werd de primaat. Deze situatie duurt voort tot op de dag van vandaag.

Ierland - Anglo-Normandiërs en Heerlijkheid Ierland (1155 - 1500)

gemaakt: 12-06-08

colofon