2905

Rome (534 - 509 v. Chr.)

Rome (600 - 534 v. Chr.)

Omdat Tarquinius Superbus (534 - 509 v. Chr.) zo met geweld aan de macht was gekomen, moest Tarquinius wel een waar schrikbewind voeren om zich te handhaven. Onder zijn bewind heerste dan ook slechts vrees en haat. Ook bleek Tarquinius over grote militaire bekwaamheden te beschikken. Maar hij was geen ridderlijk en grootmoedig tegenstander. Nee, zijn tactiek was gebaseerd op sluwheid en wreedheid

Tarquinius Superbus ('de Tirannieke, "Trotse' of "de Overmoedige") was de derde Etruskische koning die regeerde over Rome. Hij verwierf de reputatie van een wrede tiran en kreeg de bijnaam "de Meedogenloze". Zijn onderdrukkingspolitiek ten opzichte van de Latijnse steden wekte veel verbittering en zelfs in Rome achtte hij het zich geboden zich te laten beschermen door een lijfwacht. 

Rome rustte zich met inspanning van alle kracht ten oorlog tegen de Rutuli en hun hoofdstad Ardea. De Rutuli waren voor die streek en die tijd een rijk en machtig volk en dit was nu juist de reden van deze oorlog. Tarquinius, wiens geldmiddelen waren uitgeput door de bouw van prachtige tempels, wilde zich opnieuw verrijken en de vijandige stemming van het volk door oorlogsbuit verzachten. Eerst probeerde hij Ardea stormenderhand te nemen. Toen dat mislukte, bouwde hij verschansingen om de stad en begon hij een belegering.

De haat tegen de Etruskische koning kwam tot een uitbarsting toen Tarquinius Sextus, de oudste zoon van Tarquinius, zich ruw vergreep aan de schone en deugdzame Lucretia, de vrouw van de Romeinse aristocraat Collatinus. Alvorens zich een dolk door het hart te drijven, vroeg zij haar vader en echtgenoot te beloven wraak te nemen. In de opstand die daarop uitbrak stelden Lucius Brutus en Valerius zich aan het hoofd van een troepenmacht van burgers en werd Tarquinius van het koningschap vervallen verklaard en werd hij met heel zijn familie voor eeuwig uit Rome verbannen. Tullia had zich inmiddels al ijlings uit de voeten gemaakt. Tarquinius en zijn zonen, haastten zich naar Rome, maar de poorten van Rome bleven voor hen gesloten. Ondertussen waren de Brutus en zijn mannen op weg naar Ardea en keerden terug naar Rome met de soldaten die daar hadden deelgenomen aan het beleg. De Tarquiniërs dropen af naar de Etruskische steden. 

Titiaan: Lucrezia

Volgens de overlevering leefde er onder de Romeinse burgers grote verontwaardiging omtrent Tarquinius' bestuur. Hij probeerde de Senaat in een hulpeloze positie te brengen door enkele senatoren te laten executeren en door te weigeren diegenen te vervangen die een natuurlijke dood waren gestorven. Bovendien eiste hij van de burgers bovennormale oorlogsarbeid en hand- en spandiensten. Hij verzamelde een gewapende garde om zich heen en regeerde als een despoot. Het feit dat de Etrusken in die periode op het toppunt van hun macht stonden (ze hadden net een verbond gesloten met Carthago en Corsica veroverd op de Grieken), zou kunnen verklaren waarom Tarquinius Superbus Rome kon tiranniseren. Hij was ook afgestapt van de vreedzame politiek van Servius Tullius tov de Latijnse steden en dwong de dichtstbijzijnde zich te onderwerpen. Tijdens een oorlog met de Volsci kwam het tot een opstand onder leiding van Tarquinius Collatinus en Lucius Junius Brutus. Deze laatste had alle redenen op Superbus te haten: zijn vader en oudere broer waren door hem vermoord en zelf ontsnapte hij door slechts door zich als zwakzinnige voor te wenden (brutus betekent dom). Toen Superbus terugkwam van de veldslag vond hij de stadspoorten gesloten, en moest in ballingschap gaan. Na het verdrijven van Superbus (en de verbanning van het hele geslacht van de Tarquinii) legde de Romeinse bevolking de gelofte af voortaan geen koning meer te dulden. De blinde haat tegen het koningschap zou 5 eeuwen later leiden tot de moord op Caesar. De val van Tarquinius Superbus (509 v. Chr.) betekende het einde van de monarchie, en luidde het begin in van de Romeinse Republiek.

De gehate koning werd vervangen door twee consuls. Deze zouden jaarlijks worden gekozen (later zouden ze door de keizer worden benoemd). Het land zou worden bestuurd door de Senaat, een college dat bestond uit de vaders (patres) van de voorname families, de patriciërs van Rome. Later zouden ook (enkele) plebejers (mannen die niet van adellijke afkomst waren) worden toegelaten. De taak van de senaat was het verklaren van oorlog en het ontvangen van gezantschappen uit het buitenland. Uit de leden van de Senaat (de senatoren) zouden de gouverneurs van de provincies worden gekozen. Als eerste consul werden gekozen Brutus en Collatinus, vanwege hun leidende rol in de verdrijving van de gehate Tarquniërs. Omdat bij de totstandkoming van de nieuwe staatsvorm het volk zo'n belangrijke rol had gespeeld, werd deze "res publica" (= "zaak van het volk") genoemd. Hiervan is het woord "republiek" afgeleid. 

Niet lang na de verdrijving van de Tarquiniërs verscheen er een gezantschap van de Tarquiniërs in Rome. Tot opluchting van de Romeinen wilden zij alleen maar praten over de teruggave van de bezittingen van de koninklijke familie en niet over een eventuele terugkeer. de senaat besloot dat er eerst beraadslaagd moest worden en in afwachting van het besluit werden de gezanten ondergebracht bij enkele voorname families. Maar de gezanten hadden toch ook nog een andere opdracht van Tarquinius meegekregen, namelijk om te onderzoeken of er nog Romeinen waren die de koning graag zagen zien terugkeren. De gezanten ontdekten tijdens hun verblijf dat er onder de voorname families velen waren die terugverlangden naar de goede oude tijd en konden maar moeilijk wennen aan de inperking van hun vroegere vrijheden. Voorzichten zochten de gezanten toenadering tot deze ontevreden families. Juist toen dit contact was gelegd, bereikte hen het bericht dat de senaat had ingestemd met Tarquinius' verzoek om teruggave van zijn bezittingen. De gezanten vroegen of zij een dagen langer mochten blijven in de stad om het vervoer te kunnen regelen. Dat mocht. Op de avond voor hun vertrek belegden de gezanten een bijeenkomst met de koningsgezinden. Ze legden uit dat zij - om Tarquinius te overtuigen van hun loyaliteit - een schriftelijke verklaring moesten ondertekenen. De slaaf die de wijn inschonk, zag echter wat er gaande was en lichtte Brutus is. Deze zond onmiddellijk een groep soldaten om alle betrokkenen in hechtenis te nemen. De brief namen zij als bewijsmateriaal mee. De goedkeuring van de senaat werd ingetrokken en de samenzweerders, waaronder twee zoons van Brutus, werden gegeseld en onthoofd. 

Rome (509 - 400 v. Chr.)

gemaakt: 24-03-03; laatst bijgewerkt: 24-03-03

colofon