3655 |
Carië (600 - 400 v. Chr.) |
![]() |
In de 6e eeuw v. Chr. werd Carië onderworpen door de Lydische koning Alyattes en nadat de Perzische koning Cyrus de Grote de machtige de machtige Lydische kong Croesus had verslagen door de Perzen (ca. 547 v. Chr. hoewel deze datum niet zeker is). Een jaar later kwamen de de Lydiërs in opstand, maar Cyrus' generaal Harpargus slagde erin deze opstand te onderdrukken. Tegelijkertijd nam deze ook de Griekse steden langs de kust van Klein-Azië in, waarna hij zijn leger naar het zuiden liet oprukken waar hij de Cariërs en Lyciërs onderwierp. De Cariërs boden hun nieuwe heersers hun diensten aan. Toen Alexander de Grote het Achemenidische rijk veroverde trof hij in de buurt van de huidige stad Bagdad een Carische nederzetting aan, waarschijnlijk van Carische huurlingen die op deze strategische plek de zijderoute onder controle moest houden. |
![]() |
Aanvankelijk schijnen de Cariërs een zekere zelfstandigheid hebben gekregen. In de Bethistun inscriptie, die gemaakt werd ca. 520 v. Chr. worden zij niet geboemd bij de door Darius l onderworpen volkeren. terwijl de Cariërs ongeveer vijf jaar later wel in een inscriptie genoemd worden. Na 499 v. Chr. sloten de cariërs zich aan bij de opstand van de Ioniërs tegen de Perzen. Zij werden twee maal verslagen door de Perzen, maar in een derde veldslag brachten zij hun vijanden een vernietigende nederlaag toe, waarbij geen enkele generaal het er levend afbracht. Hoewel Darius en zijn opvolgers zich als heersers op Carië bleven beschouwen schijnt het dat de Cariërs een zekere onafhankelijkheid kenden. De Perzen wisten maar al te goed dat de Cariërs goede soldaten waren en daar Carië geen land was van grote rijkdom, vonden de Perzen het niet nodig het te veroveren. De Perzen waren echter weel aanwezig: In 1974 werd in Xanthus door archeologen een drietalige inscriptie ontdekt uit de tijd van Artaxerxes lV Arses. Eén inscriptie was geschreven in het Aramees (Aramiac), de taal van de Perzische bureaucratie. Het centrum daarvan was Halicarnassus. Na de Perzische verovering van de kustplaatsen werd Carië door een Carische dynastie in het belang van Perzië bestuurd. Daartoe behoorde de beroemde koningin Artemisia l, die in 480 v. Chr. met haar eigen schepen persoonlijk deel aan de slag van Salamis tegen Griekenland met aan haar zijde de Perzische koning Xerxes. Na de verloren zeeslag keerde Xerxes op haar advies terug naar Perzië en vertrouwde haar de kinderen van zijn bijvrouwen toe. De Carische koningin bleef de Perzische koning Xerxes trouw toen deze in 480 Griekenland binnenviel. In 469-466 werden delen van Carië veroverd door de Atheners. De Cariërs bleven deze Grieken meer of minder trouw tot 412 toen zij terugkeerden naar Perzië. Wederom verkregen de Cariërs enige zelfstandigheid. Na de vrede van de koningen in de 4e eeuw v. Chr. kwam Carië weer onder Perzische heerschappij en werd een Satraap met Carische vorsten door de koning aangewezen. |
laatst bijgewerkt: 10-09-08 |