2616

Frankische rijk (496 - 500)

Salische Franken (481 - 496); West-Romeinse Rijk (467 - 493)

 

In 496 bond Clovis de strijd aan met de Alamannen, nadat de koning van de Ripuarische Franken de hulp van Clovis had in geroepen om zijn rijk tegen de via de Rijn naar het noorden oprukkende Alamannen te beschermen. Bij Tolbiac of Zülpich (in de buurt van Keulen) kwam het tot een veldslag, maar deze verliep niet volgens plan en Clovis beloofde plechtig - zo vertelt de kroniek van bisschop Gregorius van Tours (539 - 594) - zich te bekeren mocht Christus hem de overwinning gunnen. Clovis won en de Alamannen werden verslagen.  Clovis hield woord en daarmee kwam de kerstening van Gallië in een stroomversnelling. Deze bekering is een van de belangrijkste feiten uit de geschiedenis van de middeleeuwen. Hierdoor overbrugde hij de tegenstelling tussen de heidense Franken en de Christelijke Gallo-Romeinen en verzekerde hij de toekomst en het behoud van zijn veroveringen. Meer door politieke dan Christelijke motieven, ging Clovis over tot het Christendom. Door zijn bekering kreeg hij de steun van de Kerk van Rome en daarmee van de vurig katholieke geromaniseerde bevolking van Midden- en Zuid-Gallië en de Rooms-katholieke geestelijken (vrijwel de enigen in zijn rijk die konden lezen en schrijven) én van de Kerk van Rome. 

Om de opkomende Ariaanse vloed tegen te gaan moest de Kerk een Germaanse kampioen uitzoeken en opleiden; er moest een keuze worden gemaakt een schraal assortiment van heidense stammen. De enige serieuze kandidaten waren de woeste Franken uit Noord-Oost-Gallië.  Dientengevolge legden de katholieke bisschoppen een levendige belangstelling aan de dag voor de persoon en ontwikkeling van een 15-jarige, heidense krijger, die in 481 koning der Franken werd: Clovis.

Gregorius van Tours laat Chlodowech zich samen met nog 300 andere edelen hetzelfde jaar (496) nog dopen in Reims (op kerstdag), maar volgens de laatste inzichten gebeurde dat pas in 508. In dat jaar koos hij ook Parijs als residentie.

rechts: Chlotilde in gebed

Het Arianisme is de leer van Arius van Alexandrië. In 325 werd tijdens het concilie van Nicea de drieëenheid (God, Zoon en Heilige Geest) tot dogma verheven. De Ariaanse Christenen geloofden echter niet dat Vader en Zoon één en dezelfde waren. De bekering van Clovis tot de Katholieke Kerk was politiek gezien een slimme zet. Hierdoor kreeg hij namelijk de Gallo-Romeinen op zijn hand. 

Chlodowechs bekering tot het Christendom verzekerde hem van de sympathie van de bisschoppen en de Gallo-Romeinse bevolking van Zuid-Gallië, toen hij, nu de bedreiging uit het oosten was opgeheven, het plan smeedde de Loire over te steken om de strijd aan te binden met de Ariaanse Visigoten. Volgens bisschop Gregorius van Tours (538 - 594), die zijn kroniek (Historiën) in de laatste helft van de 6e eeuw schreef,  werd de plechtigheid voltrokken door bisschop Remi van Reims. Tussen een oogverblindend vertoon van christelijke praal en heidense militaire macht werd Clovis door niet minder dan 3000 soldaten gevolgd naar het doopvont. Het koninklijke voorbeeld vormde het begin van een grootscheepse bekering van het gehele Frankische volk en versnelde de versmelting met de Romeinse burgers van Gallië. De onmiddellijke resultaten van Clovis' doop waren echter nog dramatischer. 

De bisschoppen van Gallië haalden Clovis binnen als een zoon en hun eerst zo moeizame samenwerking met de Franken bloeide eensklaps op tot enthousiaste ondersteuning. Sterker nog, de gevoelens jegens de Franken werden plots veel vriendelijker en dit had tot gevolgd dat de Ariaanse vorstendommen werden ondermijnd.

Met Clovis' overwinningen op de Thüringers en de Alamannen (496) begon de tijd van de Frankische overheersing over de Germaanse stammen ten oosten van de Rijn.

Zijn bekering gaf Clovis een uitstekend voorwendsel in handen om krachtdadig op te treden tegen de heidense buurvolkeren en hun stamhoofden of koningen, die hij meestal vooraf door gehuurde sluipmoordenaars uit de weg liet ruimen. Clovis was in wezen een gewetenloze schurk, die door middel van list, bedrog, woordbreuk en sluipmoord zijn macht wist te vergroten en  zijn gebied steeds verder wist uit te breiden. Uiteindelijk regeerde hij over het grootste deel van Gallië en grote stukken van Germanië. 

Teneinde elk ongenoegen over de verdeling van de buit te voorkomen liet hij daarna op sluwe wijze zijn familieleden - de stamleiders van de andere Frankische rijkjes, door sluipmoordenaars uit de weg ruimen en hun gebieden bij het zijne inlijven zodat Clovis' rijk zich uiteindelijk uitstrekte tot aan de Loire. Clovis' voorgangers waren eigenlijk niet meer dan stamhoofden geweest. Clovis echter, werd een échte koning, met een groot gebied en een heuse hofhouding. Als koning kreeg hij grote macht. Hij stond buiten de wet, d.w.z. dat de rechtsregels niet op hem van toepassing waren. Hij kon dan ook zonder proces, naar eigen verkiezen, onderdanen ter dood laten brengen, lijfstraffen of boeten opleggen. Ook kon hij iemands bezittingen afnemen als hij dat wil. Niet alleen de schatkist, het hele rijk was zijn eigendom. Het koningsschap was bovendien erfelijk. 

Links: Clovis, Chlotilde en haar zonen Theuderik (geboren ca. 485), Chlodomer (geboren 495), Childebert (geboren 496) en Chlotarius (geboren 497)

Frankische Rijk (500 - 511)

laatst bijgewerkt: 18-10-08

colofon