3936 |
Periode van de Drie Koninkrijken (221 - 280) |
![]() |
Aan het einde van de Han-dynastie was de centrale macht verzwakt door paleisintriges. De keizers, die al generaties lang als kind op de troon waren gekomen, waren vaak marionetten. In het ontstane machtsvacuüm opereerden krijgsheren. Na verloop van tijd tekenden zich binnen het Chinese keizerrijk drie rijken af: Wei in het noorden, Wu in het zuiden en Shu Han in het westen. Geen van deze rijken was in staat om de beide andere te verslaan en zo de macht over het gehele rijk in handen te krijgen.
De vorsten van het Shu Han-koninkrijk beweerden van een tak van de familie van de Han-keizers af te stammen. Chinese historici zijn echter nooit in staat geweest rechtmatige troonopvolgers aan te wijzen voor de Han-dynastie. Men spreekt daarom simpelweg van het tijdperk van de drie koninkrijken. De tijd van de Drie Koninkrijken is een van de bloedigste perioden in de geschiedenis van China. Volgens een volkstelling tijdens de late Oostelijke Han-dynastie telde het rijk ca. 56 miljoen inwoners; bij een volkstelling aan het begin van de Westelijke Jin-dynastie waren het slechts 16 miljoen. De nauwkeurigheid van de tellingen valt te betwisten, maar het is aannemelijk dat een groot deel van de Chinese bevolking tijdens de voortdurende oorlogen is omgekomen. Strikt genomen begint dit tijdperk met de afzetting van de laatste Han-Keizer door de eerste Wei-koning |
In 221 benoemde In hetzelfde jaar werd In Xiating werd Na de dood van Liu Bei hervatten Shu en Wu vriendschappelijke betrekkingen, ten koste van Wei. Het noorden van het rijk behoorde nu geheel toe aan Wei, terwijl Shu het zuidwesten en Wu het centrale zuidelijke deel en de oostelijke gebieden beheerst. De buitengrenzen van het rijk worden bepaald door de grenzen van de Chinese beschaving. Zo wordt de de politieke invloed aan de zuidgrens begrensd door de Thaise stammen in het huidige Yunnan en Myanmar. |
![]() |
Wat bevolking betreft was Wei veruit het grootst. Hier woonden met 4.400.000 inwoners. Wu kwam op de tweede plaats met 2.300.000 inwoners. Shu had een bevolking van 940.000 inwoners. Wei had dus meer dan 58% van de totale bevolking binnen zijn grenzen en een oppervlakte van ca. 40% van het vroegere keizerrijk. Naar schatting kon het koninkrijk een leger van 400.000 man onderhouden, terwijl Shu en Wu 100.000 resp. 230.000 man. De Wu-Shu alliantie bleek in militair opzicht in evenwicht met het koninkrijk Wei. De buitengrenzen van de Drie Koninkrijken veranderden gedurende veertig jaar nauwelijks.
Nadat in 222 Tegelijkertijd had ook Shu problemen met opstandige stammen in het zuiden van het land. De zuidwestelijke Yi-volken waren in opstand gekomen en hadden de stad Yizhou ingenomen en geplunderd. |
Na de campagne in het zuiden was Ten tijde van Zhuge Liangs grote noordelijke offensieven stond de staat Wu constant onder druk door invasies vanuit het noorden (Wei). Het gebied rond Hefei was na de slag bij de Rode Klippen regelmatig het decor van een zware veldslag. Het strijdgeweld was zo groot dat veel inwoners ervoor kozen om naar een gebied te trekken ten zuiden van de Yangze. Na de dood van Zhuge Liang werden de aanvallen op het gebied Huainan heviger, maar desondanks slaagde het leger van Wei er niet in langs de rij rivierversterkingen van Wu, waaronder het fort Ruxu, te komen. Rechts:
|
![]() |
In 229 verklaarde ![]() Ondergang van de Drie Koninkrijken Kort voor 240 werden de spanningen tussen de keizerlijke Cao clan en de Sima clan merkbaar. Na de dood van Cao Zhen ontstond er een tweespalt tussen De verovering van Shu (263) De afnemende macht van de Cao clan werd weerspiegeld in de neergang van Shu. Na de dood van De verovering van Wu (280)
|
In 269 begon Rechts: Sima Yan, eerste keizer van de nieuwe Jin-dynastie (280 - 420) Drie Koninkrijken (China) - Wikipedia Laatst bijgewerkt: 21-02-08 |
![]() |