3946 De reizen van Chang Ch'ien (geb. ? - gest. 114 v.Chr.)
Eerste reis (138 - 126)
Toen de Chinese keizer Wu Ti (Han dynastie) in 138 v.Chr. een vrijwilliger zocht voor een diplomatieke missie naar gebieden ten westen van het Chinese rijk om steun te zoeken in de strijd tegen de uit het noorden opdringende nomadenstam der Xiongnu, bood Chang Ch'ien zich aan. Chang was op dat moment commandant van de poortwachters van het keizerlijke paleis in Chang'an (thans: Xi'an).
Chang Ch'ien op weg naar het westen
Het doel van de missie waren de Yüeh-chih, die kort daarvoor door de Xiongnu (Hunnen) waren verslagen, waarbij de koning van de Yüeh-chih was gedood. Men vertelde dat de Xiongnu van zijn schedel een drinkschaal hadden gemaakt. De Yüeh-chih waren vanuit hun woongebied, ten noorden van de plaats waar in 111 v.Chr. Dunhuang zou worden gesticht, gevlucht naar het gebied rondom de Ili rivier. Deze rivier vloeit van het Tien Shan gebergte in westelijke richting naar het huidige Kazakstan.

Voor Chang hen bereiken kon werd hij samen met zijn mannen in de Hexi Corridor (tussen de Gobi woestijn en het Qilian gebergte) door de Xiongnu gevangen genomen. In de tien jaren van z'n gevangenschap werd hij goed behandeld. Men had hem een Xiongnu vrouw gegeven en hij had bij haar een zoon gekregen. Nadat hij met vrouw en zoon ontsnapt was, vervolgde hij z'n reis langs wat later 'de middelste zijderoute' genoemd werd, via Kashgar en over het Pamir gebergte. In Kokand, Fergana (thans: Turkistan) kreeg hij te horen dat de Yüeh-chih inmiddels verder getrokken waren naar het dal van de Oxus (thans: Amu Darya) rivier in Bactria. Daar aangekomen bleek dat de Yüeh-chih geen belangstelling hadden voor een verbond met de Chinezen. Chang verbleef een jaar bij hen voor hij aan de terugreis naar Chang'an begon. Om de Xiongnu te ontlopen nam hij nu de zuidelijke route via het Pamir gebergte, Khotan en Cherchen. Hij werd echter opnieuw gevangen genomen. Een jaar later wist hij in de verwarring die volgde op de dood van de koning van de Xiongnu samen met z'n vrouw en zoon opnieuw te ontsnappen.

In 126 (of 125) v.Chr., dertien jaar na zijn vertrek, kwam Chang Ch'ien terug in Chang'an. Van de honderd mannen die hem bij z'n vertrek vergezelden, keerde er slechts één (een voormalig slaaf met de naam Kanfu) met hem terug.
Hij bracht zeer gedetailleerde verslag uit aan de keizer over alle landen die hij bezocht had en de verhalen die hij daar gehoord had over nog verder naar het westen liggende gebieden. O.a. vertelde hij over sterke 'bloed zwetende' paarden die gefokt werden in Fergana.
Alhoewel zijn opdracht eigenlijk mislukt was werd Chang, voor alles wat hij gedaan had, beloond met geschenken en de titel 'paleis adviseur'. Kanfu kreeg als beloning de toepasselijke titel 'Heer die zijn missie volbrengt'.

Tweede reis (119 - 115)
In 119 werd Chang voor een tweede keer op een missie naar het westen gestuurd. Deze keer om te proberen een verbond te sluiten met de Wu-sun, een nomadenstam die nu in het gebied van de Ili rivier leefde (waar Chang op zijn vorige reis de Yüeh-chih zocht). Deze keer vertrok hij met 300 man en 600 paarden. Verder hadden ze ook vee en schapen bij zich en grote hoeveelheden goud, zijde en andere geschenken.
Welke route het gezelschap genomen heeft is onzeker. De meest waarschijnlijke loopt via Dunhuang, Lou-lan en Kucha naar de Ili rivier. Het lukte ook deze keer niet om een verbond te sluiten. De Wu-sun durfden zich niet openlijk tegen de Xiongnu te keren. Terwijl Chang bij de Wu-sun verbleef stuurde hij ondergeschikten verder naar het zuiden (India) en westen (Parthia) om ook kennis over deze gebieden te verzamelen.

Na terugkeer in China kon Chang wederom een schat aan informatie over de landen die hij bezocht had aan zijn keizer verstrekken. Het gevolg van al deze informatie en de door Chang gemaakte contacten was dat er een regelmatige handel tussen China en deze gebieden op gang kwam en dit wordt traditioneel gezien als het begin van 'de zijderoute'. De zware lange reizen hadden de krachten van Chang gesloopt. Binnen een jaar na terugkeer van z'n tweede reis overleed hij.

In de tekst genoemde plaatsen en gebieden

Gemaakt: 04-08-05

colofon