630 Slurfdieren of Olifantachtigen (Proboscidea)
  Placentale Zoogdieren Afrotheria Proboscidea (Slurfdieren)
Voorheen werden de Slurfdieren tezamen met de Onevenhoevigen, Varkenachtigen en Klipdasachtigen gerekend tot de orde "dikhuidigen". Deze naam kom je soms nog wel eens tegen.

Toen Afrika wegdreef van Zuid-Amerika (ca. 110 miljoen jaar geleden), voerde het deze dieren mee, waardoor deze zich tientallen miljoenen jaren in afzondering verder konden ontwikkelen. Er zijn helaas in Afrika nauwelijks fossielen uit deze periode gevonden. Een van de soorten uit deze periode die in Afrika zijn gevonden, is de Phosphatherium, het oudste en primitiefste lid van Proboscidea, de orde der Olifantachtigen.
Het 55 miljoen jaar oude fossiel van Phosphatherium escuilliei werd ontdekt in Marokko. Het dier was zo groot als een vos, en hoewel de slurf ontbrak, vertoonden het gebit en de schedel opmerkelijk veel overeenkomsten met de moderne olifant. Lang werden olifanten door paleontologen gerekend tot de jongere, moderne groepen, die afstammen van de hoefdieren van Aziatische herkomst. Maar overeenkomstig de uitkomsten van genetisch onderzoek blijken de Proboscidea tot de oudste moderne gehoefde zoogdieren te behoren. 

De Palaeomastodons leefden in het Eoceen (ca. 50 miljoen jaar geleden). 

Hieruit ontwikkelden zich in hetzelfde tijdvak de families Moeritheridae (Moeritherium) en Deinotheriidae (Deinotherium). 

Links: Palaemastodon

In nog niet zo erg lang vervlogen tijden leefden er over de gehele wereld, met uitzondering van Australië en Antarctica veel olifantensoorten, behorend tot verschillende families:
  • Familie Numidotheriidae
    Tot de Numidotheriidae behoren de meest primitieve slurfdieren: Phosphatherium en Daouitherium. Beide soorten zijn gevonden in het Ouled Adboun Bassin, Marokko en leefden in het Vroeg-Eoceen, ongeveer 53 miljoen jaar geleden. Phosphatherium was slechts 15 kg zwaar en 60 cm hoog en dit dier was vermoedelijk de voorouder van de latere olifanten. Net als hun verwant Moeritherium uit Egypte waren het moerasbewoners die waterplanten aten.
  • Familie Deinotheriidae
    Een familie van zeer grote twee miljoen jaar geleden uitgestorven slurfdieren met naar beneden gebogen slagtanden in de onderkaak welke hun oorsprong hebben in het Vroeg-Mioceen van Afrika en zich vandaar verspreidden over Centraal- en Zuid-Europa en zuidelijk Azië. In het Plioceen beperkte zij hen verspreidingsgebied weer tot Afrika.
  • Familie Gomphotheriidae
    Deze familie is er een van de drie die behoren tot de suborde elephantoidae die de mammoeten en echte olifanten herbergt. De andere twee families zijn de grazende mastodonten en de meer ontwikkelde mammutiden. De elephantoidae ontwikkelde zich in een kort tijdsbestek tijdens het Vroeg-Mioceen de verscheidende groepen stierven alle uit tijdens het Pliosceen en Pleistoceen. Mastodonten verschenen 35 miljoen jaar geleden tijdens het Vroeg-Oligoceen. Gomphotheriën waren de grote dieren van het Mioceen, ze verspiedden zich vanaf het Vroeg-Mioceen vanuit Afrika naar Zuid-Europa en het Indische subcontinent. Gedurende het Midden-Mioceen verspreidden ze zich ook over Noord-Amerika. Ze stierven twee miljoen jaar geleden uit net nadat ze ook het Zuid-Amerikaanse continent hadden bereikt.
  • Familie Mammutidae
    In het Oligoceen leefden de Mammutidae. Dit waren geen mammoeten maar de voorouders van de Amerikaanse Mastodonten en de Gomphotheriidae (Gomphoterium). De kiezen van deze dieren hadden een eenvoudig patroon van lage afgeplatte knobbels die gerangschikt waren in dwarsrijen. De Gomphotheriën bezaten een veel ingewikkelder patroon van knobbels in dwarsrijen.
  • Familie Gomphotheriidae
    Deze groep waartoe ook moderne olifanten behoren onderscheid zich van de mastodonten in de vorm van hun tanden. Echte olifanten bezitten geen slagtanden op hun onderkaak en daardoor vermalen zij hun voedsel op een andere wijze. Mastodonten kauwen hun voedsel olifanten verknippen het. Verschillende vertegenwoordigers van deze familie overleefden de IJstijd maar stierven kort daarna mogelijk door overbejaging van mensen toch uit. Onder de uitgestorven soorten bevinden zich de Europese woudolifant (Elephas antiquus), de dwergvormen zoals E. falconeri, de toendramammoet (Mammuthus primigenius) en (Mammuthus jeffersoni) en de Amerikaanse mastodont Mammut emaricanum

Nog later - in het Mioceen - splitsten de Stegodonten en Elephantidae zich van de stam der Proboscidae af.  
De Mammoets en de nu nog levende Olifantensoorten (Indische Olifant en Afrikaanse Olifant) behoren tot deze laatste Familie.

Elephas falconeri

Deze uitgestorven Dwergolifant zou bij zijn moderne tegenhanger niet verder komen dan de knie. Hij werd zo klein toen hij op de eilanden in de Middellandse Zee leefde. Mogelijk was het foeragegebied te beperkt. Het dier leefde in het Pleistoceen. Zijn fossielen zijn gevonden op verschillende eilanden in de Middellandse Zee: Malta, Sicilië, Kreta en meerdere Griekse eilanden. De dieren waren veel kleiner dan de soorten van het vasteland. Er zijn zelfs fossielen op Sicilië en Malta gevonden die aantonen dat het volwassen dier niet groter was dan 1 meter. De stamvader van deze soort was de Pleistocene bosolifant, Elephas antiquus. Hij kwam voor in bosrijke omgevingen van geheel Europa en delen van Azië. In tegenstelling tot de dwergolifant (Elephas falconeri) had deze olifant een schofthoogte van wel 3 meter. Olifanten zijn en waren goede zwemmers. In de periode van ijstijden was het zeeoppervlak lager dan tegenwoordig. De afstanden tussen de eilanden waren toen dus kleiner of er ontstonden landbruggen. De dieren zwommen simpelweg van eiland naar eiland. Maar toen de ijstijd voorbij was en het water smolt en dus de zeespiegel steeg, konden de dieren de oversteken niet meer maken. En omdat de vegetatie op een eiland niet onbeperkt was, konden de olifanten niets anders doen dan te evolueren tot een veel kleiner ras.

Elephas falconeri - Wikipedia

Gemaakt: 23-12-04

colofon

Links: Afrikaanse Olifant