330

Eoraptor, Herrerasaurus, Staurikosaurus en Pisanosaurus

Trias (245 - 208 miljoen jaar geleden); Dinosauromorpha

In de Ischigualasto-vallei in Argentinië werd in 1993 een 1 meter lang skelet gevonden van de primitiefste dinosauriër tot nu toe bekend: de Eoraptor. Het dier moet ± 229 - 225 miljoen jaar geleden (Laat-Trias) hebben geleefd.

De Eoraptor behoort tot de oudst bekende Dinosauriërs. Tot dezelfde groep horen ook de Herrerasaurus, de Staurikosaurus en de Pisanosaurus, allemaal kleine, tweevoetige dieren, die worden ingedeeld bij de Dinosauromorpha. Hun voorpoten, die nu niet langer nodig waren voor de voortbeweging, hadden zich ontwikkeld tot grijpklauwen om prooidieren de grijpen en vast te houden en soms tot vleugels. De tweevoetige vormen waren dan ook hoofdzakelijk roofdieren, zoals de Lagosuchuidae

De Eoraptor heeft al de typische Theropodenbouw, zoals de drie vingers aan de voorste ledematen, maar mist nog wel enkele van de kenmerken die Dinosauriërs later ontwikkelden, zoals een flexibele kaak. 

 

De Eoraptor was een vleeseter. Hij had een vrij grote kop met grote ogen en zijn kaken waren bezet met scherpe mesvormige tanden om vlees te verscheuren. Het was een slank gebouwd roofdier. Het lichaam balanceerde op de heupen, de lange staart hield de korte romp en de lange hals in evenwicht. De armen waren vrij en werden gebruikt voor het grijpen van een prooi. Dit algemene bouwplan was geschikt voor roofdinosauriërs en bleef in de navolgende 160 miljoen jaar in grote lijnen behouden.

De Eoraptor liep op zijn twee achterpoten. Deze waren lang en ondersteunden het hele lichaamsgewicht bij het heupgewricht. Het lichaam werd in evenwicht gehouden door een lange staart, die een soort tegenwicht vormde voor de betrekkelijk korte, gedrongen romp, de gebogen hals en de kop. Met de twee korte voorpoten die geen gewicht hoefden te dragen, kon hij een prooi grijpen en hij had een stel gemene klauwen, met daaraan drie tenen. De hals was middenlang, heel buigzaam en sterk. De schedel was lichtgebouwd, de ogen waren groot - hij jaagde zeker op het gezicht - en de tanden waren afgeplatte, gebogen bladen met gezaagde tanden om vlees te verscheuren.

=

 

Archosauriërs (Boven-Perm)

= Crurotarsi

 =

 

 

Ornithosuchidae
  • Ornithosuchus
  • Riojasuchus

 ? =

Protosauriërs (Ornithodira) (Trias)

 =

Dinosauromorpha (voorouders van de Dinosauriërs)

=

Eoraptor, Herrerasaurus, Staurikosaurus en Pisanosaurus (Boven-Trias)

=

Theropoda
Wat opvalt aan het skelet is het feit dat de romp verkort is en er een stuk compacter uitziet. Het zwaartepunt van dit dier lag dan ook een stuk naar achter, en wel precies boven zijn heup. We hebben hier dus te maken met een tweebenig dier dat zijn handen voor andere zaken kon gaan gebruiken dan om te lopen. Alle vleesetende dinosaurussen waren tweebenig (en natuurlijk zijn ook alle vogels tweebenig!). De heup heeft intussen een open acetabulum gekregen, het dijbeen was recht en boven aan het dijbeen zat een kogelvormige kop die in het open acetabulum paste. 
Bij de hierboven beschreven Marasuchus was het dijbeen gekromd en maakte aan de bovenzijde zelfs een bijna rechte hoek om in de heupkolom te passen. Verder heeft Eoraptor een voor de dinosaurussen zo kenmerkende S-vormige hals. Zijn benen waren lang en geschikt om te rennen, en hij loopt net zoals vogels op 3 tenen. De eerste teen is naar achteren gekeerd en heeft bij het lopen geen functie. De middenvoetsbeentjes zijn verlengd en raken de grond niet. Dinosaurussen (Theropoden) zijn dus net zoals vogels teengangers.

Bron: Van Dino naar Vogel I

De vondst van de Eoraptor lunensis bevestigt het vermoeden dat Dinosauriërs begonnen als kleine, vleesetende op twee poten lopende dieren. Hoewel de Eoraptor duidelijk een vleeseter was, was hij te klein om om te kunnen jagen op de reptielen die toen leefden. Het moet daarom een sluwe jager zijn geweest, die waarschijnlijk kleine dieren at en jacht maakte op de jongen van grotere soorten. 

Herrerasaurus ischigualastensis was een van de eerste dinosauriërs en leefde tijdens het Trias. Hij was een betrekkelijk kleine carnivoor die leefde van onder andere kleine reptielen. Herrerasaurus is genoemd naar Victorino Herrera, de boer die de eerste skeletten van deze primitieve dinosauriër in 1958 ontdekte. Er zijn inmiddels meer dan elf exemplaren van Herrerasaurus bekend, waaronder redelijk complete skeletten.

Het was een slanke, licht gebouwde tweevoeter, die drie tot zes meter lang kon worden. Hij had een slanke nek, relatief korte voorpoten, en een lange hand. De scherpe tanden en sterke, scherpe klauwen maakten Herrerasaurus een gevaarlijke rover. Zijn flexibele onderkaken zijn aangepast aan het naar binnen schrokken van grote stukken vlees.

In de loop van de evolutie van de vleesetende dinosauriërs (de Theropoda) ontstonden steeds snellere sooren met minder tenen. Herrerasaurus heeft nog vijf tenen, maar twee daarvan zijn al sterk verkleind. Eenzelfde reductie vond plaats bij de vingers: Herrerasaurus had er vijf; Allosaurus drie en Tyrannosaurus uit het Laat-Krijt nog maar twee. De vijf vingers van Herrerasaurus vormen een sterke aanwijzing dat als de vogels inderdaad tot de theropoden behoren de drie nog overblijvende vingers van vogels oorspronkelijk de duim, wijsvinger en middelvinger waren, hoewel tegenwoordig bij de embryonale ontwikkeling de duim niet uitgroeit maar wel de ringvinger. Dit wordt in het debat over de oorsprong van de vogels vaak gebruikt als argument tegen de theorie dat vogels van de dinosauriërs afstammen.

De skeletten zijn gevonden in Argentinië, onder andere in de Ischigualasto vallei, waar de soortnaam naar verwijst.

Bron: Herrerasaurus - Wikipedia

Staurikosaurus pricei leefde in het midden van het Trias, ongeveer van 227 tot 221 miljoen jaar geleden. Het was één van de eerste Theropoda en dinosauriërs. Van deze dinosauriër zijn fossielen gevonden in Brazilië, Argentinië en de Verenigde Staten van Amerika. Het is de enige benoemde soort uit het geslacht Staurikosaurus.

De lengte bedroeg ongeveer twee meter van staart tot snuit. De staurikosaurus woog slechts twintig tot veertig kilogram en was carnivoor. Deze snelle dinosauriër liep op zijn achterpoten en had korte voorpoten. Het lichaam en staart van de staurikosaurus waren verhoudingsgewijs lang. Van de staurikosaurus zijn zeer weinig fossielen gevonden. De eerste werd ontdekt in Brazilië door Edwin Colbert in 1970.

Bron: Staurikosaurus - Wikipedia

Pisanosaurus mertii was een dinosauriër behorend tot de groep der Ornithischia. Pisanosaurus leefde in het laat-Trias in het huidige Argentinië. De soort werd in 1967 beschreven door Casamiquela, op basis van een zeer fragmentarisch skelet dat begin jaren zestig gevonden werd. De kaken zijn gedeeltelijk bekend met 27 tanden, en verder wervels, wat ribben, stukken van het bekken en delen van de achterpoten. De geslachtsnaam eert een vriend van de naamgever, Pisano. 

Pisanosaurus bevond zich vermoedelijk basaal in de Ornithischia. Met een leeftijd van 230 miljoen jaar is het de oudst bekende ornithischiër. De kaken laten zien dat het dier wellicht wangen had. De occlusie (statisch contact tussen een of meer elementen van de bovenkaak met een of meer elementen van de onderkaak) van de tanden was niet perfect. De astragalus, een enkelbot, liep niet van onder naar boven taps toe zoals bij de andere Ornithischia. Bij het bekken steken de pubes naar voren, een zeer primitief kenmerk voor de groep. Eigenlijk lijkt de hele romp van het dier niet op die van Ornithischia: het geeft dus een belangrijke aanwijzing over de evolutie van de groep — tenzij de connectie van de schedel met de romp ten onrechte gelegd is! Het is een klein dier van ongeveer een meter lang en zo'n vier kilogram zwaar. Het fossiel bevindt zich in het universiteitsmuseum van Tucumán.

Bron: Pisanosaurus - Wikipedia

De Pisanosaurus, alleen bekend van een kaak met tanden en delen van een wervelkolom, de heupen en de poten, is een raadsel. Uit de skeletresten is op te maken dat dit een lichtgebouwd, langpotig dier was, waarvan de poten gebouwd waren als die van een Dinosauriër. Het meest opvallende kenmerk is zijn kaak. Deze is kort en hoog en bezet met een rij beitelvormige tanden, die kenmerkend zijn voor planteneters, niet voor vleeseters. de kaak vertoont een vage gelijkenis met die van de latere plantenetende Dinosauriër Heterodontosaurus uit Zuid-Afrika, die leefde in het Jura-tijdvak.

laatst bijgewerkt: 31-10-06