1754

Midden-Amerika (ca. 3000 - 1000 v. Chr.) 

Cloviscultuur (9500 - 3000 v. Chr.)

Omstreeks 3000 v.Chr. werden de eerste boerengemeenschappen gesticht en leerden de nomadische jager-verzamelaars het pottenbakken en het weven van stoffen. Naast de alledaagse kookpotten maakten ze ook erg mooie figuurtjes uit aardewerk. Op de akkers verbouwden de eerste Mexicaanse boeren maïs, bonen, pompoenen, zoete aardappelen en avocado's. Jagen en vissen werden echter niet opgegeven en bleven een belangrijke rol spelen in het leven van de Midden-Amerikaanse volken. Archeologische vondsten duiden op het brengen van mensenoffers en bedrijven van kannibalisme. Het verbouwen van planten en het houden van dieren leidden ertoe dat men zich ging vestigen in kleine nederzettingen, bestaande uit groepen hutten van vergankelijk materiaal. In diezelfde tijd ontstonden godsdienstige cultussen.

± 1800 v. Chr. ontdekten boeren in de Tehuacan-vallei hoe zij door het aanleggen van kanaaltjes hun akkers beter konden bevloeien. Langs de steile bergwanden werden terrassen aangelegd, zodat ieder bruikbaar stukje land kon worden benut voor het verbouwen van gewassen. 

Olmeken-beschaving (1500 v. Chr. - 200 n. Chr.)

laatst bijgewerkt: 03-04-03

colofon