11.723 Perzië (1848 - heden)
Perzië (1794 - 1848)
Naser ed-Din Kadjar, de opvolger van Mohammad Sjah Kadjar, die regeerde van 1848 tot 1896, was een van de twintig kinderen van Mohammad Sjah Kadjar. Hij was de langst regerende sjah over Perzië en de enige die zijn herinneringen in de vorm van dagboeken gepubliceerd heeft.

Naser verbleef in Tabriz toen hij hoorde van het overlijden van zijn vader op 5 maart 1848. Even later nam hij bezit van de Pauwentroon. Hij trachtte meteen het oostelijke gedeelte van Perzië, dat onder Brits mandaat stond, terug te winnen (met name Herat, dat tegenwoordig in Afghanistan ligt). Maar na een Britse aanval op Bushehr moest hij zijn legers terugtrekken. Hoewel Naser hervormingsgezind leek, heerste hij als een absoluut vorst. Hij vervolgde de bábí's en de bahá'ís en deze vervolging werd behoorlijk verhevigd toen enkele Bábí's in 1852 een aanslag pleegden.

Hij was de eerste Perzische monarch die Europa bezocht. In 1873 bezocht hij de Wereldtentoonstelling in Wenen. Hij werd door keizer Frans Jozef I ondergebracht in slot Laxenburg. Meer nog dan voor de wereldtentoonstelling was de sjah naar Wenen afgereisd om keizerin Elisabeth te ontmoeten. Voor haar had hij enkele honden, een paar paarden en vier gazellen meegebracht. De keizerin, die zich in die tijd regelmatig - wegens zogenaamde ongesteldheid - buiten Wenen ophield, vertoonde zich evenwel niet. De sjah, die zich in Wenen ook amuseerde met lokale jonge vrouwen, weigerde Oostenrijk te verlaten zonder de keizerin te hebben gezien. Na onder grote druk te zijn gezet, verscheen Sisi op de afscheidssoirree, die ter ere van de sjah op slot Schönbrunn werd gegeven. Door de Oostenrijkse keizer werd Naser opgenomen in de Orde van het Gulden Vlies. Na zijn Weense bezoek, vertrok hij naar Londen, waar hij door koningin Victoria werd benoemd tot ridder in de Orde van de Kousenband. Van zijn rondreis door Europa hield hij een reisdagboek bij, dat in het Perzisch, Duits en Nederlands is gepubliceerd.

Naser ed-Din introduceerde een aantal Westerse verworvenheden in Perzië. Zo werd op zijn bevel een Europees postsysteem ingevoerd. Ook het treinverkeer, een modern bancair stelsel en de dagbladjournailistiek werden door hem geïntroduceerd.

Naser werd in 1896 vermoord door Mirza Reza Kermani, een aanhanger van Jamal al-Din al-Afghani, toen hij aan het bidden was bij het graf van zijn voorvaderen. Hij werd opgevolgd door Mozzafar ed-Din Sjah (1896-1907). Na hem regeerden Mohammad Ali Sjah (1907-1909) en Ahmad Sjah (1909-1925).

Tijdens de Eerste Wereldoorlog wilde Perzië neutraal blijven, maar het Osmaanse rijk had de kant van de Duitsers gekozen en de olievelden waren té belangrijk om niet beschermd te worden. Zowel Rusland als het VK vielen Perzië binnen.

Na de oorlog heerste er door het optreden van Britse en Russische troepen een chaos in Perzië. De Engelsen wilden het land graag onder hun mandaat stellen. Zij waren bewust geworden van de grote strategische en economische betekenis van aardolie. Toen Soltan Ahmad Sjah echter niet wilde buigen voor Britse druk, keken de Engelsen uit naar andere mogelijkheden om hun invloed in het land te vergroten. De Britten dachten in de persoon van de kolonel Mirza Reza de juiste persoon te hebben gevonden en met hun steun pleegde deze militair een staatsgreep in 1921. Na een aantal jaren de politieke leiding te hebben gehad, wilde hij meer en in 1925 dwong hij het parlement hem tot sjah te verkiezen. De laatste Kadjaren-sjah Ahmed Shah werd -tegen de regels van de constitutie in - afgezet en Mirza Reza nam de pre-islamitische naam 'Pahlavi' aan en stichtte zo de Pahlavi-dynastie, die slechts tot 1979 zou regeren.

Vanaf circa 1990 is er in de huidige Islamitische Republiek Iran sprake van een ware herleving van de belangstelling voor de geschiedenis en cultuur van de Kadjaren-tijd, gezien de vele publicaties, documentaires, films, exposities.

Gemaakt: 26-05-06

colofon