11.501 Marokko (1822 - 1956)

Marokko (1660- 1822)

# Abdelrahman 1822-1859
# Mohamed IV 1859-1873
# Hassan I 1873-1894
# Aziz 1894-1908
# Hafid 1908-1912

In 1859-60 valt Spanje Marokko aan en verovert Tetouan. Als de Fransen in Algerije landen, wil Marokko de Algerijnen helpen maar wordt verpletterend verslagen bij Ysli. De heersende sultan en stelt een douane-systeem in waarmee hij steenrijk wordt. De druk vanuit Europa neemt toe, het doel is de douaneblokkade doorbreken. Frankrijk, Groot Brittanie en Spanje komen om beurten met voorstellen voor verdragen waar alleen zijzelf wijzer en rijker van worden. In Marokko wordt het protectiesysteem ingevoerd. Buitenlanders krijgen vrijstelling van belastingen en accijnzen, vallen niet onder de Marokkaanse justitie en hoeven zich niet bij hun consul voor misstappen te verantwoorden. De consuls kunnen onder de Marokkanen kiezen voor wie de wetten niet gelden.
Zo bezat de consul van groot-Brittanie in 1890 verscheidene dorpen die onder zijn protectie stonden. Tegelijkertijd beginnen Europese bedrijven zich in het land te vestigen en kopen Europeanen de beste landbouwgrond.

Sultan Abdelaziz die in 1900 de troon had bestegen, zorgde ervoor dat dankzij zijn extravagante uitgaven de schatkist snel leeg is. Franse, Engelse en Spaanse banken zijn maar al te zeer bereid de schatkist weer te vullen tegen woekerrenten. Om alleen de rente te kunnen betalen gaat Abdelazziz nieuwe leningen aan. Al gauw is de schuld zo hoog dat de kredietverleners garanties gaan eisen.

In april 1904, in ruil omdat de Fransen de Britten de vrije hand hadden gegeven bij hun bezetting van Egypte, erkennen ook de Britten dat Marokko binnen de Franse invloedsfeer valt. Later dat jaar verdelen Frankrijk en Spanje het land in invloedszones. Kaiser Wilhelm van Duitsland protesteert tegen deze gang van zaken. Een conferentie van grootmachten, inclusief de Verenigde Staten, komt in Algeciras bijeen om daar een verdrag te sluiten dat iedere natie gelijke economische rechten heeft in Marokko.

Om de schulden van Abdelaziz te kunnen voldoen krijgt Frankrijk het beheer over de douanegelden, waarvan een deel zou worden aangewend om de sultanale schulden af te lossen. Douane-opbrengsten zijn afhankelijk van het handelsverkeer, dus moet de haven van Casablanca verbeterd worden. Buitenlandse ingenieurs laten een spoorweg dwars door een begraafplaats lopen. Als het volk hiertegen in opstand komt beschiet de Franse vloot Casablanca en zet een expeditiekorps aan land om de orde te herstellen. Het gehele land komt in opstand. Sultan Abdelaziz moet aftreden, zijn broer en opvolger tekent een brief waarin hij aan de Fransen vraagt om een einde te maken aan de opstand. In juli 1911 sturen de Duitsers een oorlogsbodem naar de haven van Agadir als teken van steun voor de Marokkaanse bevolking tegen de Franse bezetting. Dit provoceert de Fanse mobilisatie en bracht Europa op de rand van oorlog. In latere onderhandelingen accepteren de Duitsers het Franse protectoraat in ruil voor Franse concessies elders in Afrika. Op 30 maart 1912 aanvaardt sultan Hafid el-Alaoui (1908-12) het Franse protectoraat. Het land wordt letterlijk in stukken gehakt. Het Noorden en Zuiden gaan naar Spanje, de rest naar Frankrijk. 

Toen in Europa in de loop van de 19de eeuw de industriële revolutie op gang komt en Europese kooplieden wereldwijd op zoek gaan naar nieuwe afzetmarkten en grondstoffen, werd Marokko langzaam maar zeker het slachtoffer van de Europese expansiedrift: na economische en commerciële penetratie door de Europese mogendheden en het opbouwen van een torenhoge schuldenlast werd het land onder curatele gesteld en verliest het tenslotte zijn onafhankelijkheid.
De opdeling van het Afrikaanse continent begon eigenlijk met de verovering van Algerije door Frankrijk in 1830. Toen een Algerijnse emir de sultan verzocht deel te nemen aan de heilige oorlog tegen de Fransen, kon deze niet weigeren. Het Marokkaanse leger leed echter een pijnlijke nederlaag en de militaire zwakte van Marokko kwam in 1844 dan ook duidelijk aan het licht.
De internationale conferentie van Madrid in 1880 betekende het definitieve einde van de Marokkaanse onafhankelijkheid: Europeanen kregen nu ook het recht om land te bezitten.
In 1912 werd Marokko verdeeld in een Spaans (in het N) en een Frans (in het Z) protectoraat.

Het protectoraat (1912 - 1956)

* Youssef 1912-1927
* Mohamed V 1927-1953
* Mohamed VI (Ben Arafa 1953-1955)

Van 1912 tot 1956 wordt Marokko bezet door de Fransen, nadat Hafid het Franse protectoraad had aanvaard. Omdat Hafid minder meegaand is dan verwacht, zendt Frankrijk hem heen met een cheque van een miljoen en een vette jaarrente. Zijn broer Youssef, vader van de latere koning Mohamed V, bestijgt de troon. Vijftien jaar lang blijft hij aan de macht. Hij wordt de sultan der Fransen genoemd.


De Rif-Republiek
Mohamed ben Abdelkrim Khattabi (1882-1963)

In het Rif-gebergte van Noord Marokko wordt onder Abdelkrim Khattabi in 1920 de onafhankelijkheid op de Spaanse bezetter bevochten en de republiek er-Rif uitgeroepen. Mohamed Abdelkrim Khatabbi leidde de onafhankelijkheidsstrijd van de Berbers tegen Spaanse en Franse kolonisatie.
Mohamed Abdelkrim werd in 1882 in Ajdir geboren. Hij bezocht een Spaanse school en studeerde aan de islamitische universiteit voor hij verslaggever werd. Als hoofdredacteur van de Arabische afdeling van een Spaanse krant werd Abdelkrim als geen ander de corruptie en uitbuiting van de Rif-bewoners duidelijk en vormde zich rond hem een kleine groep strijders die het gevecht met met de Spaanse bezetter aangingen.
Abdelkrim versloeg in 1921 te Anoual de Spaanse generaal Sylvestre en zijn uit twintigduizend man tellende leger en vervolgens de Spaanse elitetroepen die onder bevel van Franco ter versterking naar het gebied zijn gestuurd.en sticht in het nagenoeg geheel bevrijdde Noord-Marokko de Rif-Republiek.


In 1923 wordt er een internationale status voor Tanger afgekondigd. De stad werd een autonoom, neutraal en gedemilitariseerd gebied, bestuurd door een internationale raad. 

Tanger, met de hand ingekleurde staalgravure van Rouargue. 1862.

Tanger was werd een exclusieve vakantiebestemming voor de 'rich and famous'. Hier woonden beroemde kunstenaars (Matisse) en acteurs en er werden beroemde films opgenomen (zoals James Bond). Ook oefende Tanger een grote aantrekkingskracht uit op avonturiers en louche zakenlieden uit alle windstreken, zoals bijvoorbeeld de schrijver Paul Bowles, die hier o.a. "The Sheltering Sky" schreef. Ook William S. Burroughs verbleef enige tijd in deze stad.Tanger was bijna decadent en kosmopolitisch, een vaste en populaire reisbestemming voor reisbureaus.Tegenwoordig heeft de Noord-Afrikaanse stad veel van zijn charme en aantrekkingskracht verloren. Al vanaf de jaren zeventig zagen Nederlandse reisorganisaties, zoals Holland International, af van rechtstreekse vluchten. Het massatoerisme is verdwenen en Tanger moet het doen met veel minder toeristen dan voorheen. Elke dag komen enkele tientallen toeristen vanuit Tarifa, het zuidelijke puntje van Spanje. Meestal voor een dagtocht. Pas in 1956 werd het statuur opgeheven, waarna Tanger weer onder Marokkaans bestuur kwam. 

Tanger, schilderij van Matisse,  ca.1912

Abd-el Krim boekte aanzienlijke successen. Terwijl de Spanjaarden uit alle macht probeerden Titouan en Melilla te redden, viel het Franse leger vanuit het zuiden aan. Het moest buigen onder het tegenoffensief van de Riffijnen. Lyautey die de situatie niet meer aan kon hield het voor gezien.
In 1924, had Abd-el-Krim de Spanjaarden geheel uit het Rifgebied weten te verdrijven en richtte hij zich op de Fransen, die vluchten naar Fes en Tanger. Spanje en Frankrijk besluiten gezamenlijk hun legers in te zetten tegen Abdelkrim. Meer dan 200.000 Spaanse en Franse soldaten onder bevel van maarschalk Henri Philippe Pétain landden in 1925 in de Baai van Alhuceima.
Uiteindelijk stond Pétain aan het hoofd van een leger van 725.000 man, bijgestaan door vierenveertig escadrilles. Hij voerde persoonlijk het bevel over zestig Franse generaals. Tegenover hen een Riffijns leger met een vaste kern van slecht 30.000 strijders, versterkt door ongeregelde troepen. Meer dan een jaar hielden ze stand.
Pétain verbood internationale humanitaire hulp naar de Rif te zenden toen complete dorpen werden weggebombardeerd door de Franse luchtmacht. Het kleine maar dappere Rifleger kon met hun geweren weinig uitrichten tegen de zware bombardementen, het artillerievuur en de tankaanvallen. Om een einde aan deze slachting te maken, gaf Abd-el Krim zich op 27 mei 1926 over. Hij werd naar het Franse Reunion Eiland gedeporteerd. Met moeite slaagde het Franse leger er in plaatsen als Ajdir en Tarquist te bezetten, maar de verovering van Marokko werd pas in 1934 voltooid met de onderwerping van de verzetsgroepen in het zuiden. Frankrijk betreurde zevenendertigduizend doden.
In 1947 lukte het Abd el-Krim van zijn verbanningseiland te ontsnappen. Hij vestigde zich in Cairo en van daaruit steunde hij het Marokkaanse verzet, tot hij op 5 februari 1963 stierf. Abd el-Krim werd in Cairo begraven. 


Na hem plaatsen de Fransen sultan Mohamed V op de Marokkaanse troon. Hij maakte een slechte start. Op 16 mei 1930 tekende hij de Dahir Berbhre, waarbij de nationale identiteit opgedeeld werd tussen de Imazighen en Arabieren. De berbers krijgen een eigen juridische status. Burgerlijk recht valt onder het eigen gewoontenrecht. Misdrijven en overtredingen worden door Franse rechtbanken berecht. Aan de enige middelbare school die Marokko rijk is, het college van Azrou, wordt het Arabisch afgeschaft. In de (Rooms Katholieke) kathedraal van Rabat wordt een plechtige mis gehouden om de Berber-wet te vieren. Overal braken betogingen uit.

In 1947 verklaarde Mohamed de Vijfde tijdens een toespraak in Tanger in het openbaar dat hij het Istiqlal programma volledig steunde. Er volgden onderhandelingen in Parijs tussen de Sultan en de Fransen maar die mislukten. In 1951 werd de Istiqlalpartij verboden.

Als de Franse Vichy-regering Marokko toestaat de Duitse legers te ondersteunen, bezetten Amerikaanse troepen in november 1942 Marokko. Gedurende de rest van de Tweede Wereldoorlog was Marokko een belangrijke basis voor de geallieerde legers.

In 1943, na een ontmoeting tussen de Amerikaanse president Roosevelt en de sultan, werd de Istiqlal-partij opgericht. De belangrijkste leider was Allal-el-Fassi, een schriftgeleerde uit Fès.

De Istiqlalpartij werd al snel gesteund door de meerderheid van de Arabische bevolking. De berbers waren in meerderheid tegen deze partij. In 1947 verklaarde Mohamed de Vijfde tijdens een openbare toespraak in Tanger dat hij het Istiqlal programma volledig steunde. Er volgden onderhandelingen in Parijs tussen de Sultan. De Fransen weigerde in 1950 het verzoek van de sultan om een eigen regering te mogen vormen. In 1951 werd de Istiqlalpartij verboden. Mohamed V weigerde nog langer Franse besluiten te tekenen. Daarop werd hij in 1953 met de hulp van Fransgezinde Caids afgezet en verbannen. De Fransen vervingen hem door de bejaarde Ben Arafa, die als Mohamed VI (niet te verwarren met de huidige Marokkaanse koning met hetzelfde nummer) op de troon wordt gezet.

Marokko werd geen kolonie, maar een protectoraat. Dit kwam er op neer dat de Marokkaanse soevereiniteit in naam werd gerespecteerd, evenals de positie van de sultan, en dat Frankrijk en Spanje als beschermheren optraden die het land zouden begeleiden bij het moderniseringsproces.
De weerstand was vanaf het begin groot, het duurde ruim dertig jaar alvorens Marokko daadwerkelijk gepacificeerd was.
Het Franse bestuur, onder de Franse resident- generaal Lyautey, maakte Rabat tot nieuwe hoofdstad en bouwde nieuwe wijken in de steden. Zodoende zijn de oude stadsdelen (medina) gespaard gebleven.
In 1944 werd de onafhankelijkheidspartij Istiqlalpartij opgericht, gesteund door sultan Mohammed V. Overleg met de Franse regering leverde niets op. De spanningen liepen inmiddels hoog op. In 1953 werd de sultan Mohammed V zelfs gevangen genomen en door de Franse verbannen. Dit pikte het Marokkaanse volk echter niet. Er brak een volksopstand uit en de nationalisten namen hun toevlucht tot aanslagen. Buiten Marokko groeide vanaf dat moment de steun voor de nationalisten en het verzet van tegen het Franse optreden.
In 1955 deed de Marionettensultan (die daar door de Fransen was neergezet) afstand van de troon en keerde Mohammed V terug.
Op 16 november 1955 riep hij de onafhankelijkheid van Marokko uit.
Op 2 maart 1956 was het afgelopen met het Franse protectoraat.

HET KONINKLIJK HUIS ALAOUI (VOORHEEN SA´D)

* Mohamed V (hersteld) 1955-1961
* Hassan II 1961-1999
* Mohamed VI 1999-

Het ballingschap van Mohamed V ontketende een nationale opstand. Het begon met demonstraties in de steden, gevolgd door een moordaanslag op Mohamed VI Ben Arafa. Ondergrondse groepen werden gevormd en in 1954 brak de guerilla-oorlog uit op het platteland. In het noorden was de strijd het hevigst. Na een aantal moordaanslagen verliet een deel van de Fransen het land.
Parijs zag zich genoodzaakt de onderhandelingen met de verdreven Mohamed V te heropenen. Nadat de Fransen de onafhankelijkheid hadden aanvaard, keerde hij in 1955 terug naar Marokko als koning Mohamed V.
Op 2 maart 1956 werd Frans-Marokko onafhankelijk, een maand later gevolgd door het Spaanse deel in het noorden met uitzondering van Ceuta en Melilla en enkele kleine eilandes aan de kust. Ook Tanger werd weer Marokkaans.
In 1958 droeg Spanje ook de provincie Tan-Tan in het zuiden over.

Na een mislukte neusoperatie sterft Mohamed V onverwacht op 26 februari 1961. Hij wordt opgevolgd door Hassan II. De huidige heerser is Mohamed VI, geboren op 21 augustus 1963. Volgens officiele lijsten de 22ste heerser van zijn dynastie. Zijn precies één jaar oudere zus prinses Lalla Meryem werd op 21 augustus 1962 in Rome geboren. De overige broers en zusters van de huidige koning zijn prinses Lalla Asma (Rabat, 30 september 1965), prinses Lalla Hasana (Rabat 21 november 1967) en prins Moulay Rashid (Rabat 22 juni 1970). Moulay Rashid is officieel troonopvolger als koning Mohamed VI iets zou overkomen of kinderloos zou blijven.

Gemaakt: 01-10-05