10.652

China (1850 - 1911)

China (1795 - 1850)

Xianfeng (1850 - 1861

Xianfengs regeringsperiode staat bekend om de grote problemen die speelden, zoals opstanden (de Nian-opstand en de Taiping), buitenlandse agressie (o.a. Opiumoorlog) en inflatie. De keizer zelf leefde teruggetrokken en stierf reeds op zijn eenendertigste levensjaar in Jehol. Hij werd opgevolgd door zijn enige zoon Tongzhi, een kind dat hij met concubine Cixi had gekregen.

Tweede Opiumoorlog 1856-1860

Kort na de vrede waren er weer problemen. De Chinezen waren al niet gelukkig met het verdrag van Nanking, en toen het na een aantal jaren tijd werd voor een periodieke herziening van het verdrag, wilde het keizerlijk Hof geen verdere concessies doen. Ook werd het huidige verdrag nauwelijks nageleefd en er waren voortdurend moeilijkheden en tegenwerking van de overheid.

Er volgde een nieuwe oorlog, deze keer met Engeland en Frankrijk. Deze oorlog wordt ook wel de Arrow-oorlog genoemd, naar een Chinees schip, varende onder de Britse vlag, dat werd verdacht van piraterij, smokkel en opiumhandel. De Chinezen arresteerden 12 mannen en hield ze gevangen. Dit incident werd door de Engelsen als voorwendsel gebruikt voor de oorlog.

In 1858 werd een voorlopige vrede bereikt, wat resulteerde in een nieuw verdrag, het Verdrag van Tianjin, waarin de Chinezen alsnog de zo gewraakte concessies moesten doen. Tien nieuwe havens werden geopend en buitenlanders, missionarissen en zendelingen moesten overal in China vrij kunnen reizen. Omdat het Hof nog steeds weigerde mee te werken, trok de troepenmacht naar het noorden. De Chinezen boden nog heftige tegenstand, maar in 1860 lukte het de troepen toch Peking te bezetten. De keizer vluchtte het land uit. Het nieuwe Verdrag van Peking eiste nog meer van de Chinezen, onder meer volledige erkenning van het Verdrag van Tianjin, de openstelling van de haven van Tianjin en het legaliseren van opium.

Tongzhi (1861 - 1875)

Tongzhi (Aisin-Gioro Zaichun) was van 1861 tot 1875 keizer van China. Hij besteeg de troon al op 6-jarige leeftijd als opvolger van zijn vader Xianfeng en stond onder regentschap van zijn moeder, de keizerin-weduwe Cixi. Hij stierf op 19-jarige leeftijd aan de pokken. Er zijn echter ook wetenschappers die beweren dat Cixi hem vermoord zou hebben om zelf meer macht te krijgen. Tongzhi was immers net meerderjarig geworden. Hij werd opgevolgd door zijn neefje Guangxu.

Guangxu (1875 - 1908)

Guangxu werd in 1873 door keizerin-weduwe Cixi op de troon gezet, toen hij nog maar een kind was. De heersende elite wilde een heel jonge keizer, zodat de keizerin-weduwe aan de macht bleef. Op die manier bleven hun privileges gewaardborgd. In 1889 was Guangxu echter meerderjarig en ging Cixi met pensioen.

In 1895 werd het duidelijk voor de keizer, dat zijn rijk aan het afbrokkelen was. In de Eerste Chinees-Japanse oorlog had Japan namelijk net China verslagen. Er waren dus hervormingen nodig.

 



In 1898 kwam de keizer, na een gesprek met de radicale hervormer Liang Qichao, met een reeks hervormingen. Van 11 juni tot 21 september liet hij honderd dagen lang edicten uitgaan, die het land in allerlei opzichten moesten hervormen. De conservatieve elite haalde Cixi daarna over de regering opnieuw op zich te nemen. Vaak wordt beweerd dat de keizerin-weduwe haar neef daarna op liet sluiten in het Zomerpaleis. In werkelijkheid stemde hij er echter mee in dat zij opnieuw het regentschap voor hem vervulde. De meeste hervormingen werden teruggedraaid.

In 1908 stierf hij en een dag later stierf Cixi. Door sommigen wordt aangenomen dat Cixi niet wilde dat Guangxu na haar dood aan de macht zou komen en dat ze er daarom zelf voor heeft gezorgd dat hij voor haar stierf. Wetenschappelijk onderbouwde onderzoeken spreken dit echter tegen.
Guangxu werd opgevolgd door de kind-keizer Xuantong, ook al benoemd door Cixi.

Rechts: Keizerin Cixi

Xuantong (Pu Yi) (1908 - 1911)

Xuantong was de laatste keizer van China en tevens ook de laatste keizer van de Qing-dynastie. De eigenlijke naam van deze oudste zoon van de tweede prins Chun was Aisin-Gioro 'Henry' Pu Yi. Na de dood van zowel keizerin-moeder Cixi als de Guangxu-keizer kwam Pu Yi op driejarige leeftijd op de troon onder regentschap van zijn vader. Al in oktober 1911 brak een republikeinse revolutie uit en stortte het keizerrijk ineen. Pu Yi kreeg dit niet meteen te horen, hij bleef nog tot 1924 keizer, in feite opgesloten in de Verboden Stad.

Pu Yi's leven werd verfilmd door de Italiaanse regisseur Bernardo Bertolucci, als L'Ultimo Imperatore (1987) (The Last Emperor).

In 1917 werd Pu Yi ook nog opnieuw tot keizer van China uitgeroepen. Generaal Zhang Xun, één van de krijgsheren, slaagde er toen namelijk in de Chinese hoofdstad Peking te veroveren en hij probeerde het keizerrijk te herstellen door Pu Yi weer op de troon te zetten. Twaalf dagen later werd het keizerrijk echter weer ten val gebracht door een andere krijgsheer, generaal Duan Qirui, en moest Pu Yi dus opnieuw afstand doen van de troon.

Tijdens de Japanse bezetting stichtten de Japanners Mandsjoekwo, en om goodwill te kweken bij de bevolking werd Pu Yi er de keizer van. Maar hij had weinig macht, want hij was slechts een 'marionet' van de Japanners.

Na de Tweede Wereldoorlog werd Pu Yi door de communisten gearresteerd wegens collaboratie met de Japanners en in een heropvoedingskamp in Shenyang geïnterneerd. In december 1959 kreeg hij amnestie van Mao Zedong, waarbij hij door premier Zhou Enlai persoonlijk werd ontvangen. Enige tijd nam hij het beroep van tuinman in de Botanische tuin van Peking aan. In 1964 publiceerde hij zijn autobiografie. Pu Yi overleed in 1967 als min of meer vrij man in Peking aan kanker.

Laatste huis van ex-keizer Pu Yi

Republiek China (1912 - heden)

Gemaakt: 16-02-06

colofon