11.302 | Suriname (1799 - 1940) |
![]() |
![]() |
Britse overheersing (1799 - 1816) Tijdens de Franse tijd werd in 1799 het bestuur over Suriname overgenomen door de Britten en die voerden al snel vele hervormingen door. De belangrijkste was de verbeterde behandeling van de nog aanwezige slaven. Met onmiddellijke ingang werd ook de handel in slaven verboden. Na 1814 werd door de Britten zelfs een gemengd Engels-Nederlands gerechtshof afgedwongen met als taak het bestraffen van de handel in slaven. Op 27 februari 1816 droegen de Engelsen na twaalf jaar het gezag over Suriname weer over aan Nederland. In de nacht van 3-4 september 1832 stond Paramaribo (Suriname) zwaar in brand. Er werden 5 slaven opgepakt en beschuldigd van brandstichting. Zij werden op gruwelijke wijze ter dood gebracht. Kort hierna kregen de slaven bij Koninklijk besluit het recht op onderwijs, iets waarmee ze in Suriname niet erg blij mee waren en dus boycotte ze het besluit. In de nacht van 3 op 4 september 1832 brak er brand uit in het huis van Mozes Nunes Monsanto aan de Heiligeweg in Paramaribo. Het duurde lang voordat men de brand meester was en pas 's ochtends bleek hoeveel schade de vlammen veroorzaakt hadden: 46 woon- en pakhuizen werden verbrand en om de brand te kunnen stoppen werden 13 gebouwen afgebroken en beschadigd. Het Hof van Civiele en Criminele Justitie startte een onderzoek en in eerste instantie weet men het ontstaan van de brand aan onvoorzichtigheid van de huisslaven van Monsanto. Doordat er echter nog meer brandjes werden gesticht en de inspecteur van bruggen, straten, wegen en waterwerken, Marten Douwes Teenstra, sporen van een wegloperskamp in het Picornobos, nabij Paramaribo, ontdekte, zocht men verder. Op 4 oktober 1832 werd de weggelopen slaaf Frederik opgepakt. In de dagen die volgden werden steeds meer weggelopen slaven gevangen die samen allerlei diefstallen gepleegd bleken te hebben. Op 2 november 1832 sloeg Frederik door: hij bekende dat hij samen met Cojo, Mentor, Present en Christiaan, allen weggelopen slaven die inmiddels in Fort Zeelandia gevangen gehouden werden, de brand bij Monsanto aangestoken had. Meer verhoren volgden, meer bekentenissen werden afgelegd. Op 28 december 1832 dacht men het verhaal rond te hebben en procureur-generaal Ph. de Kanter besloot tot de volgende straffen: Cojo zou als hoofdschuldige opgehangen worden, omdat hij de leider van de brandstichters was. De rest zou afgestraft worden met tamarinderoeden en een bepaalde tijd in boeien geklonken voor het gouvernement moeten werken. Het Hof van Civiele en Criminele Justitie dacht er anders over: men vond de straffen te laag en besloot dat de vijf hoofdschuldigen gedood moesten worden. Op 26 januari 1833 werden Cojo, Mentor en Present voor de ruïnes van het huis van Monsanto aan de Heiligeweg levend verbrand. Tom en Winst werden opgehangen en hun afgehakte hoofden werden op een stok gestoken. |
In 1833 werd voor de Engelse koloniën de slavernij afgeschaft, in het revolutie jaar 1848 schafte ook Frankrijk de slavernij af. Beide landen hadden koloniën die grensden aan Suriname, dus ontstond er grote onrust onder de planters en hun slaven, van wie velen nu konden vluchten Pas na 10 jaar vergaderen en plannen maken werd ook door Nederland op 1 juli 1863 de slavernij afgeschaft. De uiteindelijke doorslag gaf de financiele compensatie uit de Indische baten, ethische overwegingen bleven op de achtergrond !
|
![]() |
![]() |
De Hindoestani konden kiezen wat ze wilden na afloop van hun contract : blijven of op kosten van de overheid terug. Mahatma Ghandi heeft er in 1916 voor gezorgd dat er geen nieuwe Hindoestani meer werden geronseld : totaal zijn er ca 40.000 Hindoestani in Suriname werkzaam geweest. Daarna werd het geprobeerd met (vooral) Javanen uit Nederlands-Indië. In 1891 vertrokken de eerste contractarbeiders uit Java vertrokken naar Suriname. Ruim 30.000 Indonesiers werden tussen 1900 en 1940 uiteindelijk overgebracht. Al deze oplossingen bleken uiteindelijk toch veel te duur, bovendien was de suikerteelt niet meer aantrekkelijk genoeg. Men ging over op koffie en cacao. De Tweede Wereldoorlog betekende het definitieve einde voor de plantages : van de bijna 100 suikerplantages uit 1863 waren er in 1940 nog slechts 4 over, bovendien werd het transport naar de afnemers onmogelijk .... 19e eeuws huis |
Gemaakt: 21-12-05 |