6036

Slag bij Crécy - 26 augustus 1346

Frankrijk (1314 - 1350)

Bij Crécy hielden de Engelsen halt om de strijd aan te gaan. Op een heuvelrug namen de Engelsen hun positie in. Het dal werd begrensd door een steile helling, wat de Fransen weinig ruimte bood. Het Engelse leger was waarschijnlijk 15.000 man sterk en telde zo'n 3000 ridders, grotendeels betaalde manschappen die tegen een vooraf vastgestelde prijs bereid waren te vechten. In de achterhoede werden karren in een cirkel opgesteld om de bagage te beschermen. Hier stonden ook enkele luidruchtige, maar weinig doeltreffende kanonnen opgesteld. Het Engelse leger bestond uit drie eenheden. Eduard van Woodstock, zoon van Eduard III voerde samen met de graven van Northampton en Warwick de eerste eenheid aan, de koning de tweede, en de graven van Huntington en Arundel de derde. De Engelse ridders en krijgslieden stegen af om te voet te vechten. In de strijd met de Schotten hadden de Engelsen geleerd dat ridders en krijgslieden die te voet vochten veel meer konden uitrichten.

Het slagveld met het dorpje Wadicourt in de achtergrond
De Fransen waren ongetwijfeld in de meerderheid, maar werden veel minder goed geleid. Filips VI was misschien wel dapper, maar had lang niet zo'n charisma als Eduard III. Er werd zelfs getwist over de vraag of ze nog een dag langer met aanvallen moesten wachten. Ten slotte won het ongeduld het van het verstand. De Fransen zwaaiden met hun versierde standaard, de Oriflamme, en aan beiden zijden klonk het bevel geen duimbreed te wijken. De Genuese kruisboogschutters aan Franse zijde, die door tijdgebrek niet eens al hun wapens gereed hadden kunnen maken en hun pavises (grote schilden) moesten missen, werden als eersten naar voren gestuurd. Zij waren geen partij voor hun Engelse tegenhangers en werden afgeslacht. De overgebleven boogschutters die werden teruggedrongen, werden door de oprukkende Franse cavalerie onder de voet werd gelopen.

Waarschijnlijk voerden de Fransen hierop verschillende charges uit op de Engelse linies van afgestegen krijgslieden. De eenheid van Eduard van Woodstock kreeg het meeste te verduren, maar kon stand houden. De Engelse longbows bleven voortdurend pijlen afvuren op de Fransen en bovendien raakten de paarden van de vijand in paniek van al die pijlen, wat uiteindelijk tot hun nederlaag leidde. De Engelsen hielden stand op de heuvelrug en verloren waarschijnlijk minder dan 100 ridders. De Fransen leden zware verliezen. Er wordt geschat dat zij zo'n 1500 ridders en een onbekend aantal voetvolk verloren. Jan de Blinde, koning van Bohemen sneuvelde aan Franse zijde.

De Engelsen wonnen met de slag bij Crécy niet de oorlog, maar als Eduard lll zou zijn verslagen, zou hij Frankrijk zeker hebben opgegeven. Nu kreeg hij de kans om verder te gaan naar Calais, dat 11 maanden later werd ingenomen.

Frankrijk (1350-1400)

laatst bijgewerkt: 23-12-08

colofon