|
Aan de Tiber lagen in de 8e eeuw v. Chr. enkele hoge steile heuvels omringd door diepe ravijnen en ontoegankelijke valleien, bedekt met een weelderige plantengroei, waaronder eeuwenoude bomen. De vele riviertjes, die door deze valleien stroomden, veranderden vaak in moerassen en vormden vennen en kleine meren.In dit gebied vestigden zich in de 8e eeuw v. Chr. de Latini. Hun kleine ronde huisjes bouwden zij op de heuveltoppen: Palatium, Capitolium en Aventinus. Een andere stam, de Sabini, nestelden zich waarschijnlijk op de Esquilinus, waar graven van strijders zijn gevonden. In de valeien legden zij graan en korenvelden, groentetuinen en wijngaarden aan. |
 |