2606

Appenijns schiereiland (600 - 500 v. Chr. )

Appenijns schiereiland (700 - 600 v. Chr.)

De 6e en 5e eeuw v. Chr. waren een tijd van snelle, sociale en politieke ontwikkelingen in Italië. De twee grote mogendheden, de Grieken en de Etrusken, leefden in een staat van labiel evenwicht met elkaar. Ze waren van elkaar afhankelijk en toch elkaars rivalen. Beide hielden er een aanzienlijke vloot op na om de scheepsroutes voor de winstgevende handel open te houden. In het zuiden beheersten de Grieken de zee, maar in het noorden zorgde een bondgenootschap tussen de Etrusken en de Carthagers voor een effectieve heerschappij ter zee tussen Etrurië, West-Sicilië en Noord-Afrika. 

Bronzen votiefbeeldje van een kouros (jonge man) (520 - 450 v. Chr.) (hoogte 11 cm.)
Een votiefbeeldje werd aan een god gegeven als dank voor een gunst of om een gunst te vragen (Het woord votief is afgeleid van het Latijnse woord votum = gelofte en belofte: dat wat beloofd en daarna ingelost is.

Het hoogte punt van de Etruskische beschaving valt in de 6e eeuw voor Chr. Dit was de periode dat zij haar eigen karakter het verst hadden ontwikkeld, zonder te worden overheerst door Griekse of Romeinse invloeden. Getuigen daarvan zijn onder andere het in Viterbo gevonden sierlijk bewerkte bronzen schild, waarbij de geometrische versieringen worden afgewisseld met dieren en eenvoudige afbeeldingen van mensen. In de Etruskische kunst wordt de periode 600 - 450 v. Chr. de Archaïsche periode genoemd.

Niet lang na 600 v. Chr. begonnen de Grieken een serieuze bedreiging te vormen voor de Etruskische maritieme suprematie door het openen van een doorgangsroute boven Sardinië en Corsica om naar het westen. Het keerpunt kwam rond 540 v. Chr. toen de Grieken, even buiten de oostkust van Corsica, een dure overwinning bevochten op de Etruskische en Carthaagse vloot. Verdere confrontaties volgden. De Etrusken stelden alles in het werk om hun macht uit te breiden naar het zuiden, tot in Campania toe. Ook Rome - een van de belangrijkste oversteekplaatsen van de Tiber - kwam onder hun heerschappij. De Etrusken slaagden er echter niet in, ondanks de enorme troepenmacht die zij op de been brachten, om de Griekse kolonie Cunae aan zich te onderwerpen. Aan het eind van de 6e eeuw v. Chr. ontstond in de meeste Etruskische stadsstaten grote beroering. Overal werden de Etruskische koningen afgezet en vervangen door magistraten. 

Links: Het beroemde beeld Apollo van Veii dateert uit deze periode. Het beeld bevindt zich in het Museo Nazionale di Villa Giulia in Rome

Boven: detail van een beschildering op een Etruskische vaas in het Museo Nazionale di Villa Giulia in Rome.

Vanaf ± 600 v. Chr. breidden de Etrusken hun gebied sterk uit tot de Po-vlakte in het noorden tot Napels in het zuiden. In heel dit gebied stichtten zij kolonies en vrijwel de hele 6e eeuw regeerden zij over het ontluikende Rome. De Etruskische steden verenigden zich in een stedenbond naar het voorbeeld van de Griekse stedenbond aan de westkust van Klein-Azië. Er ontwikkelde zich in de steden duidelijke elites, die zich met veel pracht en praal in kamergraven lieten begraven.De Etrusken beheersten ook de zeeën en kwamen hierdoor in conflict met de Griekse kolonisten in Italië.

rechts: Etruskische strijders

  boven: schildering uit het Graf van de Leeuwinnen uit de zesde eeuw voor Chr. 
Boven: Reconstructie van een Etruskische tempel in de tuin van het Museo Nazionale di Villa Giulia in Rome (foto: Bert Woudstra, 2010)

In deze periode ontstonden de eerste tempels. Daarvan is weinig bewaard gebleven, maar uit de gegevens van de Romeinse schrijver Vitruvius kan worden opgemaakt hoe zij eruit hebben gezien. Vondsten van ornamenten, zoals onderstaand gevelfragment
dat zich bevindt in het Museo Nazionale di Villa Giulia in Rome, vullen dit beeld aan. 

Etrusken (500 - 400 v. Chr.)

laatst bijgewerkt: 05-07-10

colofon