2739

Vandalen (477 - 530)

Vandalen (468 - 477)

Huneric (477 - 484)

Op 25 januari 477 stierf Gaiseric op hoge leeftijd (77 of 87 jaar) Zijn zoon Huneric volgde hem op. In de jaren daarna nam de macht van de Vandalen af. Huneric zou zijn grote koninkrijk niet bij elkaar weten te houden. De Moren (Berbers) kwamen in opstand. Huneric genoot niet het respect dat zijn vader had gekend. Problemen had Huneric ook met de verschillende kerken. Aan het begin van zijn regering onderdrukte hij het Manichaeïsme, maar kwam daarop terug omdat zich onder de Ariaanse geestelijken veel Manicheïsten bevonden. Onder druk van keizer Zeno, Huneric stond hij toe dat zich in 481 een katholieke bisschop zijn zetel koos in Carthago. Bisschop Eugenius was niet alleen wijs, hij was ook populair, niet alleen bij de katholieken in zijn bisdom, maar ook bij vele Vandalen, wat Huneric zeer verontrustte. 

Gunthamund (484 - 496)

Na de dood van Huneric in 484, werd hij niet opgevolgd door zijn zoon, maar door zijn neef Gunthamund die tot 496 zou regeren. Tijdens zijn bewind werden de katholieken niet vervolgd en werd  basiliek St Agileus hersteld.

rechts: munt van Gunthamund

Thrasamund (496-523)
Gunthamund werd opgevolgd door zijn broer Thrasamund (496-523). Deze probeerde de katholieken en Arianen tot elkaar te brengen door giften en overredingskracht. Maar toen dit niet werkte, probeerde hij het door middel van bedreigingen en martelingen. 

Hij liet 120 bisschoppen deporteren naar Sardinië. Toen de Ostrogoten onder Theoderic de Grote Italië in hun greep kregen, vreesde Thrasamund een invasie van de Ostrogoten in zijn rijk.

Hilderic (523 - 530)

Van 523 tot 530 was Hilderic koning van de Vandalen. Hij was een zoon van Huneric en een kleinzoon van keizer Valentianus lll via zijn moeder Eudocia. Hij leefde 40 jaar in Constantinopel en was daar met de latere keizer Jusinianus l  bevriend. Hilderic begunstigde de katholieken en verleende hen vrijheid van godsdienst. De verbannen bisschoppen mochten uit hun ballingschap terugkeren. Zijn politiek van toenadering tot het Byzantijnse Rijk stuitte op verzet bij zijn onderdanen, geleid door Amalafrida, weduwe van de vroegere koning Thrasamund. Hilderic liet Amalafrida doden (526), doch werd in 530 afgezet.

Justinianus hoopte het Vandalenrijk zonder verlies aan soldatenlevens te kunnen annexeren. Hilderic was half Romeins: zijn moeder, Eudocia, was een dochter van keizer Valentianus lll, die met haar zuster na de plundering van Rome als oorlogsbuit naar Afrika was gebracht. Hilderic was daarom ook Romeins opgevoed en voelde zich ook niet zo aangetrokken tot de Ariaanse religie van zijn voorvaderen en voelde zich meer aangetrokken tot het orthodoxe geloof. Gelimer verloor tenslotte zijn geduld. Hilderic werd werd opgesloten in een gevangenis met enkele van zijn aanhangers. Zijn kinderen mochten uitwijken naar Constantinopel. Vanuit de gevangenis riep Hilderic keizer Justinianus om hulp. De keizer stuurde een protestbrief, waarop Gelimer antwoordde, dat  “niet meer wenselijk was dan dat een monarch zich bemoeide met zijn eigen zaken." 

Zijn neef Gelimer, zoon van Gunthamund en Thrasamund, keerde zich tegen hem. Hij behaalde verschillende overwinningen op de Berbers in het zuiden. Met steun van de meeste Vandaalse edelen deed hij met succes een greep naar de macht (530). 

Vandalen (530 - 533)

laatst bijgewerkt: 22-07-02

colofon