5706

Nederland (1960-1970)

Nederland (1950 -1960)

Kabinet De Quay (19 mei 1959 - 24 juli 1963)

Kabinet Marijnen (24 juli 1963 - 14 april 1965)

Het kabinet-Marijnen werd gesteund door de zelfde partijen als het kabinet-De Quay (KVP, VVD, ARP en CHU) en was als een voortzetting daarvan te beschouwen. Hoogconjunctuur door onder meer aardgasvondsten begunstigen het financieel-economische beleid. Er was krapte op de arbeidsmarkt, waardoor de lonen gingen stijgen. Het (voorgenomen) huwelijk van prinses Irene met de Spaanse troonpretedent Carlos Hugo de Bourbon-Parma en de daarmee samenhangende overgang van Irene naar het katholicisme leidden tot veel commotie. Interne onenigheid over het omroepbestel  leidde tot de val van het kabinet. Er werd voortgegaan met de opbouw van de sociale-verzorgingsstaat. Er kwam een Ziekenfondswet en in 1964 werd het sociaal minimum ingevoerd.
Vanwege een te kort op de arbeidsmarkt worden buitenlandse werknemers geworven.

Prinses Irene

De overgang van prinses Irene naar het katholicisme werd door koningin Juliana een half jaar lang geheimgehouden voor het kabinet. De ministerraad werd hiervan pas op de hoogte gesteld nadat het nieuws in Spanje was uitgelekt.  Premier Marijnen vroeg Juliana om uitleg. Irene was na prinses Beatrix de tweede in de lijn van de troonopvolging. Men was er in die tijd nog niet uit of een katholieke vorstin de troon zou kunnen betreden. Het kabinet eiste dat de prinses een keuze zou maken tussen haar aanspraken op de troon en haar geliefde. Er werd vanuit de ministerraad een commissie gevormd om de 'kwestie Irene' te behandelen. De regering vroeg in 1964 geen toestemming aan het parlement voor het huwelijk van prinses Irene met de Spaanse prins en Carlistenleider Carlos Hugo de Bourbon-Parma. Belangrijkste reden daarvoor waren de aspiraties van Carlos Hugo. Hij maakte aanspraken op de Spaanse troon. Irene verloor haar recht op troonsopvolging.



Het feit dat Irene tot het katholieke geloof was overgegaan, was voor een deel van de protestanten moeilijk verteerbaar. De fractieleiders van ARP en CHU wensten echter niet uit te spreken, dat een katholiek op de troon ondenkbaar was.
In 1965 werden maatregelen genomen tegen commerciële tv-uitzendingen vanaf de Noordzee (vanaf het zgn. REM-eiland). Onenigheid in het kabinet over de toekomst van het omroepbestel, waarbij de vraag of er naast het traditionele omroepbestel commerciële omroep moest komen centraal stond, leidt op 27 februari 1965 tot ontslagaanvrage.

Kabinet Cals (1965 - 1966)

Dit kabinet, bestaande uit ministers van de KVP, PvdA en ARP onder leiding van KVP Minister-president Cals was het eerste sinds zes jaar mét de PvdA. Het stond bekend als 'kabinet van sterke mannen' en had veel ambities. Onrust in de samenleving en scepsis over het politieke bestel typeerden deze kabinetsperiode. Het huwelijk van prinses Beatrix met de Duitser Claus von Amsberg riep verzet op, vooral omdat dit in Amsterdam werd voltrokken. Een lichte recessie en tegenvallende financiën bemoeilijkten de uitvoering van het regeringsprogramma. In de roemruchte 'Nacht van Schmelzer" 13 op 14 oktober 1966 kwam het Kabinet ten val., toen aan het slot van de algemene beschouwingen over de begroting voor 1967 een door KVP-fractievoorzitter Norbert Schmelzer ingediende motie werd aangenomen, die door het kabinet-Cals als motie van wantrouwen werd uitgelegd. De 'Nacht' kan worden gezien als het begin van een periode van polarisatie in de Nederlandse politiek en van radicalisering van de PvdA. In die partij was overigens al eerder dat jaar 'Nieuw Links' actief geworden; een beweging die aanstuurde op vernieuwing van de PvdA. Daarnaast ontstond er na de 'Nacht' een goede voedingsbodem voor de nieuwe partij D'66 (opgericht 30 april 1966). D66 pleitte voor staatkundige vernieuwing. De onrust in de christen-democratische partijen nam eveneens toe, hetgeen resulteerde in de afscheiding van een aantal prominente KVP'ers en ARP'ers en in vorming van de PPR.

Kabinet Zijlstra (22 november 1966 - 5 april 1967)

Dit kabinet bestond uit ministers van de KVP en de ARP. Minister-president Jelle Zijlstra was afkomstig uit de ARP. Dit Kabinet moet worden gezien als een overgangskabinet voor het uitschrijven van vervroegde Tweede-Kamerverkiezingen. Voornaamste taken van het kabinet waren de ontbinding van de Tweede Kamer en het uitschrijven van vervroegde verkiezingen. Het kabinet handelde de begroting voor 1967 af, nam een besluit over de winning van aardgas op de Noordzee. Minister Marga Klompé bracht de Omroepwet tot srand, waardoor er op de Nederlandse televisie reclame kwam, ondanks verzet van de VVD en een deel van de CHU.

Kabinet De Jong (5 april 1967 - 6 juli 1971)

Tussen 1959 en 1968 werd Zuidelijk Flevoland, de vierde en vooralsnog laatste droogmakerij (polder) aangelegd in het kader van de Zuiderzeewerken.

De westelijke helft van Nieuw-Guinea, het latere Irian Jaya, werd na veel bemoeienissen van Indonesië (en bovendien Amerikaanse aanmaningen en Russische dreigementen) in oktober 1962 overgedragen aan de Verenigde Naties. Op 1 mei 1963 kwam het officieel in Indonesische handen.

De jaren '60 en '70 waren belangrijk, omdat ze gekenmerkt werden door een golf van democratisering en beweging op allerlei gebied. Tot een echte omwenteling, zoals in 1968 in Frankrijk, kwam het niet, maar kleinere incidenten zoals de bezetting van het Maagdenhuis kwamen wel voor. 

Die democratisering vond plaats:
- in de politiek (ministers zijn niet langer 'excellenties'; opkomst van nieuwe partijen zoals de ludieke Kabouterpartij, de Boerenpartij, D'66 en DS'70)
- in het bedrijfsleven (ondernemingsraden)
- in het onderwijs (inspraak van leerlingen op het schoolbeleid, ouderraden), toenemende scholing
- in het gezin (vrouwen-emancipatie, meer vrijheid voor de kinderen)

De 'seksuele revolutie' en cultuuromslagen bij jongeren als 'flower power', de hippie-leefstijl en vrij druggebruik waaiden over uit Californië en sloegen hier neer. De NVSH (Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming, opgericht in 1946), maakte in de jaren 60 een bloeitijd door. Er waren toen meer dan zestig consultatiebureaus voor anticonceptie en seksualiteit. In 1966 waren er 220.000 leden. Daarna daalde dat aantal geleidelijk, omdat de anticonceptie in de reguliere gezondheidszorg werd opgenomen.

De Mammoetwet voor het onderwijs trad in. De subsidiewetgeving werd verruimd; kunstenaars kregen meer ruimte om te experimenteren.

De Power Flower periode werd in Nederland gesymboliseerd door de Damslapers, een groep hippies die kampeerde op de Dam. Hier was de gemeente Amsterdam niet blij mee. In 1970 werd het slapen op de Dam dan ook verboden en het verblijf rond het Monument aan beperkingen gebonden. Dit verbod ging gepaard met rellen. In 1970 kwamen mariniers in actie om de Damslapers met harde hand te verwijderen.

Op godsdienstig gebied begon in deze periode het fenomeen van de grote ontkerkelijking, maar ook kwamen er allerlei nieuwe christelijke groeperingen op. Uit het zuidoosten kwamen goeroes ook in Nederland nieuwe leringen brengen, zoals Transcendente meditatie (TM), de Hare Krishna-beweging en de Baghwanbeweging. De ontkerkelijking ging gepaard met een ontmanteling van de verzuiling. Het was niet meer vanzelfsprekend om binnen de eigen "zuil" te trouwen of op de partij van de eigen "zuil" te stemmen. Wie een christelijke school voor zijn zoon of dochter koos, deed dat vaker wegens de kwaliteit van het onderwijs dan uit geloofsovertuigingen. De confessionele partijen zagen hun aanhang kelderen. De vorming van het CDA uit de drie grootste confessionele partijen kon hun aanwezigheid in het machtscentrum nog rekken, maar in het algemeen verloren zij aanhang aan liberale partijen als D66 en VVD, of aan de sociaal-democratische PvdA (hoewel de aanhang van deze partij ook sterk fluctueerde).Begin jaren 60 zorgde prinses Irene voor grote consternatie door haar overstap naar het rooms-katholieke geloof en haar verloving met de Spaans/Franse Hugo Carlos van Bourbon-Parma, een vertegenwoordiger van de extreem-rechtse Carlistenbeweging, die zijn zinnen had gezet op de Spaanse troon.

Provo

In mei 65 ontstond Provo,een rebelse aktiegroep, opgericht door onder meer "filosoof" Roel van Duijn, Rob Stolk (drukker, actievoerder), "uitvinder" Luud Schimmelpennink en "anti-rookmagiër" Robert Jasper Grootveld. De Provo-beweging was een ludieke revival van grotendeels geweldloos anarchisme en werd vooral zichtbaar door het provoceren van gevestigde autoriteiten. Met vaak simpele provocaties werden de autoriteiten uitgelokt tot gedrag dat veel weerstand opriep of waarmee zij hun eigen regels overtraden. Een bekend voorbeeld is het uitdelen van gratis krenten op straat door studente Koosje Koster, waarop zij door de politie werd gearresteerd, opgesloten en mishandeld, wat tot veel protest leidde. Een ander voorbeeld is het demonstreren met witte lakens nadat de burgemeester de leuzen "Vrijheid van Meningsuiting", "Democratie" en "Recht op Demonstratie" verboden had. De demonstranten werden ook met onbeschreven lakens gearresteerd, wat aantoonde dat het recht op demonstratie door de autoriteiten niet werd gerespecteerd. Inhoudelijk was Provo vooral bezig door een veelheid van, toen nieuwe, maatschappelijke vraagstukken aan de orde te stellen en daar ongebruikelijke oplossingen bij te verzinnen. De Provo's waren bezig met vrije liefde, ecologie en milieu, de stad als oord van emancipatie, vernieuwing van de kunst, afbraak van autoriteit, democratisering. Hun directe en duurzaam gebleken succes was de afbraak van 'autoriteit' in Nederland, maar eigenlijk waren ze meer bezig met (deels utopische) oplossingen voor de door hen aangedragen vraagstukken.

Huwelijk van Beatrix en Claus

Veel aandacht trokken hun acties in 1966, rond het huwelijk van prinses Beatrix met Claus von Amsberg (een Duitser en oud-Wehrmacht-soldaat). Provo excelleerde in het verspreiden van geruchten: er zouden hallucinerende stoffen in het drinkwater gedaan worden, de paarden van de vorstelijke rijtuigen zouden suikerklontjes met LSD krijgen, enzovoorts. Het anti-huwelijksgeschenk bleek uiteindelijk een rookbom; onschadelijk, maar het haalde wel de wereldpers.
De politie trad, naar Nederlandse maatstaven, zeer hard op en Provo maakte daar dankbaar gebruik van om de autoriteiten 'te kijk' te zetten.

Een wekelijks fenomeen waren de 'happenings' rond Het Lieverdje, een beeldje op het Spui. Volgens "anti-rookmagiër" Grootveld was dit beeldje, dat aan de stad was geschonken door tabaksproducent Hunter, het symbool van de vercommercialiserende maatschappij en de "verslaafde consument van morgen". Eén van de hoogtepunten was, onder veel gejoel, de verwijdering door de politie van een witte fiets die door Provo tegen het beeldje was gezet en voor algemeen gebruik bestemd was. De politie nam de fiets in beslag wegens "het ontbreken van een slot" (de kleur wit was door Provo uitgeroepen tot symbool van anti-commercieel en dus gratis). Ook acties tegen de oorlog in Vietnam en tegen de Spaanse en Portugese dictaturen werden door Provo ondersteund.

De verloving en het huwelijk van prinses Beatrix leidden tot grote beroering onder het Nederlandse volk. Vooral het feit dat de prinses haar oog had laten vallen op een Duitser, die ook nog eens tijdens de Tweede Wereldoorlog in militaire dienst had gezeten, viel slecht en haalde oude wonden open. Het kabinet was bereid, overigens na antecedentenonderzoek, een wetsvoorstel tot toestemming voor het huwelijk in te dienen.

Na een radio- en televisie-interview met Claus, Beatrix en het koninklijk paar was ook de stemming onder het grote publiek omgeslagen. Principiële tegenstanders bleven zich verzetten. Toch kon het beraad over de grondwettelijk vereiste parlementaire goedkeuring in betrekkelijke rust plaatsvinden. Na een buitengewoon langdurig debat in de Tweede Kamer werd de toestemming voor het huwelijk verleend.

Wel ontstond er een meningsverschil over de plaats waar het huwelijk zou worden gesloten. De kroonprinses wilde in Amsterdam trouwen. Alle ingewonnen adviezen wezen er op dat dit geen goed idee was. Men voorzag in de hoofdstad anti-Duitse rellen die het feest zouden verstoren. Beatrix bleef echter vasthouden aan Amsterdam. Er werd in de ministerraad over gestemd en men bleek bereid de prinses haar zin te geven. Er waren inderdaad ongeregeldheden tijdens de bruiloft en de in rook, als gevolg van een rookbom, gehulde trouwkoets werd wereldnieuws.

Rookbom tijdens het huwelijk van Beatrix en Claus (1966). Wie deze bom gooide is nog steeds een van de best bewaarde geheimen van Amsterdam.

 

Radio Veronica
Op 21 april 1960 begon de VRON (Vrije Radio Omroep Nederland), al vlug gewijzigd in Veronica met het aan de lopende band uitzenden van populaire muziek vanaf het gelijknamige schip dat voor de kust van Scheveningen lag.
Meer dan 14 jaar was dat schip een begrip voor jong en oud, tot 31 augustus 1974...

Nederland (1970-1980)

laatst bijgewerkt: 06-07-06