10.225 Ierland (1800 - 1900)

Ierland (1500 - 1800)
De Ierse maatschappij bestond in de 19e eeuw uit een kleine, protestantse, bovenlaag en een grote katholieke onderlaag. Er was nauwelijks een middenklasse. De leefomstandigheden van de onderklasse waren zeer slecht. In Dublin, na Londen de tweede stad van het Britse Rijk, was het niet ongewoon om met dertig tot veertig mensen een huis te delen.

Op het platteland waren de omstandigheden zo mogelijk nog slechter. De bevolking van Ierland was in de eerste jaren van de 19e eeuw explosief gegroeid. Het land was grotendeels eigendom van protestantse edelen, die vaak zelf in Engeland woonden. Hun voornaamste belang was een zo groot mogelijke opbrengst. Dat leidde tot een toename van de graanteelt, voornamelijk voor export naar Engeland.

De landarbeiders en kleine boeren teelden daarnaast voor eigen gebruik aardappelen. Naar schatting twee derde van de bevolking was in 1841 voor zijn dagelijkse voeding primair aangewezen op de landbouw, en dan met name op de aardappel.

In 1845 mislukte de aardappeloogst grotendeels vanwege een tot dan toe onbekende ziekte, de aardappelmoeheid. Het jaar daarop mislukte de oogst volledig. Omdat de plattelandsbevolking nauwelijks alternatieven had, leidde dit tot een zeer ernstige hongersnood. In 1847 viel de oogst mee, met als gevolg dat voor het volgende jaar weer meer aardappelen gepoot werden. Toen in 1848 de oogst wederom compleet verloren ging was het drama compleet.

De precieze omvang van deze ramp, in Ierland aangeduid als the Great Famine is moeilijk vast te stellen. Naar schatting had Ierland in 1840 ongeveer 8 miljoen inwoners. In 1850 werd het inwonertal geschat op 6 miljoen. Het verschil zou voor de helft veroorzaakt zijn door sterfte, en voor de andere helft door massale emigratie.

De hongersnood was een extra impuls voor het streven naar een gelijkere verdeling van het land. Voor veel Ieren was het 'landvraagstuk' van veel meer belang dan zelfbestuur of onafhankelijkheid.

In 1850 leidde dat tot de oprichting van een vereniging van pachters, Tenant Right Leaugue. Daarmee begon een periode die in het Engels wordt aangeduid als de 'land war'.

Paasopstand

Na het unie-verdrag van 1800 ontstond in de 19e eeuw een streven naar zelfbestuur (home-rule). Grote leider van deze groep was Charles Stewart Parnell. Tot twee keer toe werd een wet voor zelfbestuur aangenomen door het Lagerhuis in Londen, maar beide keren sneuvelde het voorstel in het Hogerhuis. De dood van Parnell in 1891 beroofde de Ierse Partij van een krachtig leider, het perspectief op een eigen parlement in Dublin leek daarmee te verdwijnen. Het gebrek aan politiek perspectief leidde tot een opbloei van de eigen cultuur. Een groep schrijvers rond W.B. Yeats en Lady Gregory zochten en vonden hun inspiratie in de oude Keltische mystiek. De Gaelic League werd gesticht mede met als doel de eigen Ierse taal Iers te ondersteunen. Door het hele land werden nationale scholen opgericht waar Iers een verplicht vak werd. Op sportgebied werd de GAA, de Gaelic Athletic Association, opgericht die zich richtte op 'klassieke' Ierse sporten als Iers voetbal en Hurling. Dit nieuwe nationalisme, vooral gegrond op de Ierse eigenheid, zorgde ook voor een opleving van de radicale stroming in de politiek. Sinn Féin werd in deze periode opgericht, maar was oorspronkelijk nog geen republikeinse partij. Toch blijft de Ierse Partij de dominerende kracht.

Ierland (1900 - heden)

gemaakt: 12-06-08

colofon