3801

Ontstaan en oprichting van de VOC

  VOC

Al snel na de succesvolle expeditie van Cornelis de Houtman en Pieter Keyser in 1595 ( Nederlandse ontdekkingsreizen), werden er verschillende "Compagnieën van verre" gesticht. Veere, Middelburg, Rotterdam voeren elk op hun eigen houtje met hun schepen uit naar de Oost om daar peper en specerijen te halen in de hoop snel rijk te kunnen worden. Door de onderlinge concurrentie dreigde de handel echter stuk te lopen. Daarom streefde de Staten Generaal er naar tussen al die eigengereide Hollanders en Zeeuwen eenheid tot  stand te brengen.

  In 1602 kwam de fusie van de verspreide ondernemingen tot stand, dankzij Johan van Oldenbarneveldt, landsadvocaat van Holland. Het stichtingskapitaal van de VOC bedroeg het voor die tijd formidabele bedrag van 6 miljoen 424 duizend gulden, waarvan Amsterdam ruim 3½ miljoen gulden bijdroeg, dus duidelijk meer dan de helft.

Het doel van de Verenigde Oostindische Compagnie was maar ten dele om handel te drijven op de oost. Zij zou zich ook moeten bezighouden met het voeren van oorlog en het kapen van vooral Portugese schepen. Dat alles onder de goedkeuring van de Republiek en voorzien van een alleenrecht, een octrooi.

Iedereen wilde daar wel aan meedoen en daarom was het geen wonder dat zo'n enorm bedrag bijeen kon worden gebracht. De Britse East India Company  begon twee jaar daarvoor, in 1600, met een kapitaal van omgerekend slechts 820.000 gulden.

De VOC begon haar bestaan zo met een flink eigen vermogen, bijeengebracht door meer dan tweeduizend grote en kleine beleggers. Slechts 84 aandeelhouders behoorden tot de echte grote beleggers.Tot de kleine aandeelhouders behoorden ambachtslieden, zoals een kousenmaker, lijndraaier, zeepzieder, naaister en een vroedvrouw. Daarbij waren ook zeven dienstboden. Een klein aandeel van 50 of 100 gulden moet voor deze mensen een flink deel van hun spaargeld zijn geweest, maar zij waagden het erop. De onderneming, bleef dus niet beperkt tot een kleine kring van rijke kooplieden, maar de hele burgerij was erbij betrokken.

  De "aandelen" waren in feite obligaties. In 1612, tien jaar na de oprichting, hadden de beleggers de mogelijkheid om hun ingelegde kapitaal plus winst terug te krijgen. 
Drie verstrengelde letters, meer niet. Het logo van de VOC, het oudste bedrijfsmerk ter wereld, was niet verantwoordelijk voor het succes, maar wél voor de bekendheid van de Compagnie. Destijds in grote delen van Azië en nu (2002), 400 jaar later na de oprichting, nog steeds in Nederland. Drie letters, die een wereld oproepen van kruidnagel en kaneel, van scheurbuik en schipbreuk, van geweld en gewin.
Vervolg: Ontstaan en oprichting van de VOC

laatst bijgewerkt: 12-03-03